Werkvorm(en): acteerspel.
Activiteit: De kinderen verzinnen een feel-good kerstverhaal en presenteren dat aan elkaar.
Opmerking: de resultaten van deze les kunnen zich prima lenen voor een kerstpresentatie voor publiek. Laat ze hiervoor een keer extra oefenen en eventueel iets aan aankleding doen.
Print de lesopzet inclusief opdrachtkaarten.
Drama TV: de aflevering staat in het klassenmenu.
Klik hier voor een dramales over het klassieke kerstverhaal
Inleiding.
De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat jullie in deze les gaan acteren. Benadruk dat je bij acteerspel duidelijk moet spreken en vanuit houding en gebaar moet spelen. Speel bijvoorbeeld dat je door de sneeuw naar je voordeur loopt en je sleutel wil pakken. Speel dat je de sleutel kwijt bent (teleurstelling, handschoenen uit, zoeken) en vindt (blij, de deur open en de warmte in).
Warming up tweetallen.
De groep zit in tweetallen in het lokaal op de grond, ze bepalen wie A is en wie B.
Instructie: Jullie krijgen een spelsituatie te spelen waar je bij moet praten.
A is verdwaald en vraagt B om hulp, B heeft geen tijd.
B is dakloos en vraagt A om wat geld, A geeft geen geld.
A wil een vrolijk gesprekje aanknopen met B, B denkt dat hij wordt beroofd.
B ziet dat A de portemonnee laat vallen en wil die teruggeven, A denkt dat B hem iets wil aansmeren / verkopen.
De kinderen gaan staan, verzinnen verder zelf hun spelverloop. Geef ze even de tijd om het uit te spelen.
Warming up drietallen.
De groep zit in drietallen in het lokaal op de grond, ze bepalen wie A, B en C is.
Instructie: Jullie krijgen een spelsituatie te spelen waar je bij moet praten.
Jullie staan ’s nachts in de kou op een treinstation, de treinen rijden niet. C en B zijn in paniek A komt op een idee om thuis te komen.
A en C staan vast met de auto in de sneeuw, B komt ze te hulp.
B staat bij de kassa (A is kassamedewerker) en je komt erachter dat je portemonnee kwijt is en dus niet kan betalen, C schiet te hulp.
De kinderen gaan staan, verzinnen zelf het spelverloop. Geef ze even de tijd om het uit te spelen.
Kern.
De groep zit in hoefijzeropstelling
Instructie: Jullie krijgen zo in werkgroepen de opdracht om een kerstverhaal met happy end te maken.
Bespreek kort de aandachtspunten op de opdrachtkaarten. Maak werkgroepen en deel de opdrachtkaarten uit.
Opdrachten: vermist/verdwaald op kerstavond. Er is ingebroken in het weeshuis, en er was al weinig geld. De vader of moeder van het gezin wordt ontslagen met kerst. In het dierenasiel is geen geld meer voor dierenvoer. Eén van de zwervers is erg ziek, maar er is geen geld voor een belangrijke operatie.
