Werkvorm(en): acteerspel.
Activiteit: De kinderen verzinnen een eenvoudig verhaal in het Engels en presenteren dat aan elkaar.
Opmerking: in deze les wordt drama toegepast als didactisch hulpmiddel voor het vak Engels. Pas de les zo nodig aan op het niveau van je groep. Ook kun je een woordenboek meegeven of het methodeboek. Hou er rekening mee dat deze les 45-60 minuten duurt.
Print les + opdrachtkaarten
Inleiding.
De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat jullie in deze les gaan acteren. Benadruk dat je bij acteerspel duidelijk moet spreken en vanuit houding en gebaar moet spelen.
Warming up klassikaal.
De groep staat verspreid in het lokaal.
Instructie: Je krijgt spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met een klasgenoot.
Spelopdrachten:
The gardener rises early in the morning
He is eating his sandwich
He is eating his egg
He is drinking his tea He is brushing his teeth
He is putting on his coat
He is leaving his house
He is cutting the grass
He is planting some flowers He is watering them
He is seeing some friends/Is going out to visit some friends
He is greeting his friends
‘Begroet elkaar maar in het Engels.’ (‘Say hello to each other’).
Geef kinderen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen.
Warming up tweetallen.
De kinderen staan in tweetallen verspreid in het lokaal.
Instructie: Jullie spelen straks steeds om beurten klant en iemand in een winkel of restaurant. Bepaal wie als eerste de klant speelt en kijk of je de scène in het Engels kunt spelen.
Doe dit een keer voor met een kind voordat de kinderen in tweetallen aan de slag gaan. Bestel als klant bijvoorbeeld een milkshake en reken af. De kinderen gaan staan, jij geeft ze de opdrachten.
A is een klant in het restaurant, B is de ober. A bestelt drie dingen, B brengt dit.
A is een groenteboer, B is een klant en hij bestelt: 2 soorten fruit, en 2 soorten groenten.
A is een klant, B is een winkelbediende. A brengt zijn telefoon terug omdat die kapot is, B behandelt de klacht.
B is een kok in het restaurant, A is ontevreden over de soep.
Kern.
De groep zit in hoefijzeropstelling.
Instructie: Jullie krijgen zo in werkgroepen de opdracht om een eenvoudige scene in het Engels te verzinnen en in te studeren. De opdrachtkaart helpt jullie daarbij, gebruik de woorden die je kent en het maakt niet uit als het er niet vloeiend uit komt.
Bespreek kort de aandachtspunten op de opdrachtkaarten, verdeel de groep in maximaal 5 werkgroepen en verdeel de opdrachtkaarten. Na afloop van iedere presentatie volgt applaus en een (korte) nabespreking die voornamelijk over de Engelse woorden gaat en minder over de kwaliteit van het uitbeelden.
Nabespreken van een presentatie bij drama »
Een nabespreking van een presentatie bij drama bestaat uit 3 aspecten:
1: De opdracht. Bijvoorbeeld: Welke Engelse woorden heb je gehoord die goed bij de situatie passen?
2: Iets dat het competente gevoel stimuleert, zoals een publiekscompliment. Bijvoorbeeld: ‘Publiek, benoem een sterk moment uit deze presentatie’.
3: Het spel. Dit doe je naar aanleiding van pictogrammen (aandachtspunten). Onderaan het klassenmenu staat een link naar het leerkrachtscherm, daar staan de pictogrammen. Je kan ze daar ook uitprinten. Zonder het werken met aandachtspunten verklein je de kans op spelontwikkeling en inzicht, het is dus erg belangrijk om de pictogrammen te gebruiken. Voorbeeldvraag: ‘Waar was er sprake van een heldere gezichtsuitdrukking?’
Behandel op tempo deze 3 aspecten. Wil je vakdidactisch correct nabespreken maak dan een notitie op je lesopzet voordat je de les geeft.
Wil je iets kwijt over deze les?
Een aanvulling, idee, opmerking over deze les? Heb je een foutje gezien, of wil je ons laten weten hoe de les is gegaan: vul onderstaand formulier in. We zijn blij met iedere reactie, het helpt ons om de kwaliteit te waarborgen die je van ons gewend bent.