Dramales tableaus vanuit een schilder maken

Op deze pagina kan je zelf een tableaules naar aanleiding van het werk van een schilder maken.
Ter voorbereiding dien je 5 schilderijen van de betreffende schilder te kiezen, schilderijen met voldoende rollen (mensen, dieren, misschien objecten) die kinderen kunnen verbeelden. Deze print je uit (bij voorkeur in kleur) en voeg je bij de opdrachtkaarten.

Lees vóór gebruik de gebruikersvoorwaarden »

Dramaland behoudt het publicatierecht, dat wil zeggen dat je de les die je creëert niet openbaar mag maken zonder schriftelijke toestemming van de uitegever van deze methhode. De les is gemaakt in het didactisch model van Dramaland en wordt na beoordeling en eventuele tekstuele aanpassingen gedeeld met andere gebruikers van deze methode. Op de erfgoedlessen is auteursrecht van toepassing zoals beschreven onderaan deze pagina.


Let op: de ‘verzenden’-knop staat boven ‘Let op’, druk niet op ‘prev’ links onder anders ben je alles kwijt.

Het klassieke kerstverhaal

Werkvorm(en): tableaus met vertellen.
Activiteit: de kinderen maken tableaus van een deel van het kerstverhaal en presenteren die aan elkaar met verteller.
Benodigdheden: een fluitje o.i.d. om het spel te ‘bevriezen’. Lappen voor Jozef en Maria, ezelsoren, eventueel kroontjes voor de wijzen (karton knippen), een wit doek als baby. Eventueel één pen per werkgroep om aantekeningen te kunnen maken.
Opmerking: dit leent zich erg voor het kerstspel waar de rest van de school naar kan kijken. Laat het zo’n drie keer goed oefenen, de derde keer is een doorloop: zorg dat de wisselingen zeer snel en goed georganiseerd verlopen. Laat de laatste verteller afsluiten met ‘Vrolijk Kerstfeest’ en draai of zing een kerstliedje.
Print les + opdrachten

Inleiding.
De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat jullie in deze les tableaus gaan maken, z.g. ‘levende foto’s’. Ga ter illustratie als standbeeld staan, bijvoorbeeld als iemand die met een verrekijker naar de sterren kijkt.

Warming up klassikaal.
De groep staat verspreid in het lokaal.
Instructie: Je krijgt straks spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met een klasgenoot. Als het fluitje klinkt ‘bevries’ je zoals je op dat moment bent, het is absoluut niet de bedoeling dat je ook maar iets beweegt na het fluitje.
Spelopdrachten: je loopt als een koning, je zingt een lied, je warmt je handen aan een kampvuur, je schenkt een glas in, je rijdt op een ezel.

Geef kinderen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen voor je op het fluitje blaast.

Warming up tweetallen.
De groep zit in tweetallen in het lokaal op de grond, ze bepalen wie A is en wie B.
Instructie: In de tijd waar de Bijbel zich afspeelt hadden ze ook al beroepen. Je geeft zo’n ‘oud beroep’ weer in een tableau, een levend standbeeld. Je medespeler raadt het, jullie wisselen zo lang om tot ik zeg dat je mag stoppen. Let op: er mag geen beweging in zitten, je laat alleen het standbeeld zien.

Doe dit een keer voor met een kind voordat de kinderen in tweetallen aan de slag gaan. De kinderen gaan staan, verzinnen verder zelf hun spelsituaties en wisselen zo lang om totdat je aangeeft dat ze op hun plek mogen gaan zitten.

Geef kinderen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen voor je op het fluitje blaast.
Tips voor kinderen die het niet weten en naar je toe komen: bakker, barman (herbergier), herder, visser, kleermaker, pottenbakker, molenaar, smid, soldaat en tollenaar.

Kern.
De groep zit in hoefijzeropstelling.
Instructie: Jullie krijgen zo in werkgroepen de opdracht om een deel van het kerstverhaal om te zetten in 3 tableaus. Eén speler van iedere werkgroep vervult de rol van verteller.

Geef hier een voorbeeld van. Kies vier kinderen uit en vertel hoe ze moeten staan. Vertel dan improviserend Sneeuwwitje (zie lesopzet), als je in je handen klapt leg je het volgende tableau uit en gaan ze daar snel in staan zodat je door kan gaan met vertellen.

Bespreek kort de aandachtspunten op de werkbladen, maak werkgroepen en deel de werkbladen/pennen uit. Geef ze een 10 minuten de tijd om te repeteren, de verteller moet zelf het verteldeel hardop oefenen met dialogen.
Blijf tijdens de uitvoering dicht bij het vertellende kind. Na iedere presentatie volgt een applaus en een korte nabespreking.

Advies gebruik pictogrammen tableaus »

Pictogrammen zijn in deze methode cruciaal om te gebruiken, het zijn je aandachtspunten: je bespreekt er op na en je leert je kinderen op zowel actief als receptief niveau wat bij de kunstvorm theater van belang is. Kijk voor de toepassing van die pictogrammen op deze pagina.
We willen je graag adviseren welke pictogrammen je zou kunnen gebruiken. Let op, voor de leeftijdsgroep waar jij mee werkt zijn dat hooguit 2 pictogrammen: je wil je kinderen niet overvragen.

Welke pictogrammen passen bij deze les?
<a

Tableaus: Sta helemaal stil.
href=”https://dramamethode.nl/dramapdf/pictogramkaarten/denk_aan_je_mimiek_a4.pdf”>Denk aan je mimiek
Ga niet voor elkaar staan
Niet met je rug naar het publiek toe staan.
Speel met gebaren.
Speel vanuit lichaamshouding.
Speel in het midden van het spelvlak.

Er is nog een andere werkwijze (toepassing 2), die kun je hier bekijken.

Nabespreken van een presentatie bij drama »

Een nabespreking van een presentatie bij drama bestaat uit 3 aspecten:

1: De opdracht. Bijvoorbeeld: Waar zijn ze bang voor in deze presentatie?
2: Iets dat het competente gevoel stimuleert, zoals een publiekscompliment. Bijvoorbeeld: ‘Publiek, benoem een sterk moment uit deze presentatie’.
3: Het spel. Dit doe je naar aanleiding van pictogrammen (aandachtspunten).

Onderaan het klassenmenu staat een link naar het leerkrachtscherm, daar staan verdere didactische adviezen.

Behandel op tempo deze 3 aspecten. Wil je vakdidactisch correct nabespreken maak dan een notitie op je lesopzet voordat je de les geeft.

Wil je iets kwijt over deze les?
Een aanvulling, idee, opmerking over deze les? Heb je een foutje gezien, of wil je ons laten weten hoe de les is gegaan: vul onderstaand formulier in. We zijn blij met iedere reactie, het helpt ons om de kwaliteit te waarborgen die je van ons gewend bent.

De beste uitvinding ooit!

Werkvorm(en): acteerspel.
Activiteit: De kinderen denken na over uitvindingen en maken daar een presentatie over.
Benodigdheden:
Opmerking: Er zijn twee versies van de opdracht, in de eerste zijn de opdrachten bepaald: het voorkomt dat alle groepen bijvoorbeeld t.v. als beste uitvinding kiezen.
In de tweede versie mogen kinderen zelf hun beste uitvinding kiezen, wanneer je voor deze versie kiest neem dan ongeveer 5 minuten langer bespreektijd op in je tijdpad. Je hoeft dus niet dit hele bestand uit te printen alleen wat je gebruikt.

Print les + opdrachtkaarten

Inleiding.
De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat jullie in deze les gaan acteren. Benadruk dat je bij acteerspel duidelijk moet spreken en vanuit houding en gebaar moet spelen.

Warming up klassikaal.
De groep staat verspreid in het lokaal.
Instructie: Je krijgt spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met een klasgenoot.

Spelopdrachten:
Je komt thuis maar sloten en sleutels zijn niet uitgevonden: wat gebeurt er?
Je komt thuis maar glas is nog niet uitgevonden: wat gebeurt er?
Je komt thuis maar elektriciteit is nog niet uitgevonden: wat gebeurt er?
Je komt thuis maar wc papier is nog niet uitgevonden: wat gebeurt er?

Geef kinderen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen.

Warming up drietallen: in het restaurant.
De groep zit in drietallen in het lokaal op de grond, ze wisselen steeds van ober rol.
Instructie: Jullie krijgen spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met andere tweetallen. Je moet er bij praten en er mag geen geweld in voorkomen.

• In het restaurant, de ober is slechthorend maar het gehoorapparaat is nog niet uitgevonden: wat gebeurt er?
• In het restaurant, maar de klok is nog niet uitgevonden: wat gebeurt er?
• In het restaurant, het wordt donker maar de gloeilamp is nog niet uitgevonden: wat gebeurt er?

Geef kinderen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen.

Kern.
De groep zit in hoefijzeropstelling.
Instructie A: Jullie krijgen zo in werkgroepen de opdracht om een situatie te verzinnen waarin een bepaalde uitvinding nooit is gedaan. Hoe zou de wereld eruit zien als alles was uitgevonden, behalve bijvoorbeeld papier of plastic? Iedere werkgroep heeft twee keuzemogelijkheden, kies er één die jullie gaan uitwerken.

Instructie B: Jullie krijgen zo in werkgroepen de opdracht om een situatie te verzinnen waarin een bepaalde uitvinding nooit is gedaan. Bespreek welke uitvinding echt belangrijk is en verzin met behulp van het stappenplan hoe het leven zonder eruit zou zien.

Bespreek kort de aandachtspunten die op de opdrachtkaarten staan. Maak maximaal vijf werkgroepen en deel de opdrachtkaarten uit. Geef ze een kleine 10 minuten de tijd om te repeteren, applaudisseer na iedere uitvoering en bespreek kort na.

Wist je dat onder het klassenmenu een link staat naar het leerkrachtscherm? Hier vind je allerlei ondersteunde informatie.

Advies gebruik pictogrammen Acteerspel »

Pictogrammen zijn in deze methode cruciaal om te gebruiken, het zijn je aandachtspunten: je bespreekt er op na en je leert je kinderen op zowel actief als receptief niveau wat bij de kunstvorm theater van belang is. Kijk voor de toepassing van die pictogrammen op deze pagina.
We willen je graag adviseren welke pictogrammen je zou kunnen gebruiken. Let op, voor de leeftijdsgroep waar jij mee werkt zijn dat hooguit 2/3/4 pictogrammen: je wil je kinderen niet overvragen.

Welke pictogrammen passen bij deze les?
Denk aan je mimiek
Ga niet voor elkaar staan
Niet door elkaar praten.
Niet met je rug naar het publiek toe staan.
Speel met gebaren.
Speel vanuit lichaamshouding.
Speel in het midden van het spelvlak.
Spreek verstaanbaar.
Er is nog een andere werkwijze (toepassing 2), die kun je hier bekijken.

Nabespreken van een presentatie bij drama »

Een nabespreking van een presentatie bij drama bestaat uit 3 aspecten:
1: De opdracht. Bijvoorbeeld: Waar gaat dit feest over?
2: Iets dat het competente gevoel stimuleert, zoals een publiekscompliment. Bijvoorbeeld: ‘Publiek, benoem een sterk moment uit deze presentatie’.
3: Het spel. Dit doe je naar aanleiding van pictogrammen (aandachtspunten). Onderaan het klassenmenu staat een link naar het leerkrachtscherm, daar staan de pictogrammen. Je kan ze daar ook uitprinten. Zonder het werken met aandachtspunten verklein je de kans op spelontwikkeling en inzicht, het is dus erg belangrijk om de pictogrammen te gebruiken. Voorbeeldvraag: ‘Waar was er sprake van een heldere gezichtsuitdrukking?’

Behandel op tempo deze 3 aspecten. Wil je vakdidactisch correct nabespreken maak dan een notitie op je lesopzet voordat je de les geeft.

Wil je iets kwijt over deze les?
Een aanvulling, idee, opmerking over deze les? Heb je een foutje gezien, of wil je ons laten weten hoe de les is gegaan: vul onderstaand formulier in. We zijn blij met iedere reactie, het helpt ons om de kwaliteit te waarborgen die je van ons gewend bent.
Bijlage 1: (dit voorbeeld zit niet bij de opdrachten dus je kunt het klassikaal bespreken).

Middelbare Musical

Werkvorm(en): acteerspel.
Activiteit: De kinderen verzinnen een presentatie waarin ze naar eigen inzicht zang en dans verwerken en presenteren dat aan elkaar.
Benodigdheden: het spelplezier wordt verhoogt wanneer je een uptempo muziekje regelt waarop gedanst kan worden (niet langer dan 25 sec). Het kan ook zonder, maar het is wel een tip.
Print les + opdrachtkaarten

Inleiding.
De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat jullie in deze les gaan acteren. Benadruk dat je bij acteerspel duidelijk moet spreken en vanuit houding en gebaar moet spelen. Vertel ook dat jullie in deze les een minimusical in elkaar gaan draaien.

Warming up klassikaal.
De groep staat verspreid in het lokaal.
Instructie: Je krijgt spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met een klasgenoot. In musicals worden relatief normale bewegingen uitvergroot en gedanst. Dat gaan we ook doen.

Geef hiervan een voorbeeld. Zeg dat je een kantinemedewerker bent die broodjes smeert, vergroot de bewegingen ritmisch uit tot dans.

Spelopdrachten: iets op het schoolbord schrijven, het schoolplein vegen, eten in de pauze, voetballen in de gymles.

Geef kinderen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen.
Tip: wanneer je een muziekje hebt, draai dat tijdens deze warming up.

Warming up tweetallen.
De groep zit in tweetallen in het lokaal op de grond, ze bepalen wie A is en wie B.
Instructie: Jullie krijgen spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met andere tweetallen. In musicals beginnen spelers soms onverwacht met zingen en voeren zo hele gesprekken met elkaar. Dat gaan we ook proberen.

Doe dit een keer voor met een kind voordat de kinderen in tweetallen aan de slag gaan. Jij bent de leerkracht, het kind is brugklasser en krijgt een rondleiding door de middelbare school. Stel je aan elkaar voor, jullie spelen alles zingend en met grote gebaren.

A je bent een kind, B je bent een meester of juf die A streng toespreekt omdat die (weer) te laat komt.
A je bent de conciërge, B je bent een leerling die zich komt melden voor de corvee (straf).
A je bent een kind die iets wil eten, B je bent de kantinemedewerker.
A je bent de leraar wiskunde of Frans, B je bent een leerling die er niets van snapt.

Kern.
De groep zit in hoefijzeropstelling.
Instructie: Ouders die hun kinderen voor het eerst naar de middelbare school sturen zijn vaak bang dat er van alles en nog wat fout gaat. Die angsten zijn natuurlijk overbodig maar het is wel leuk om er een minimusical over te maken. Dat betekent dat je het actiemoment dansend gaat doen (laat eventueel het muziekje horen als je dat hebt) en in ieder geval één gesprekje zingend zoals we dat net hebben geoefend. Je krijgt een opdrachtblad met de angst en een voorstel voor een verhaalopbouw, maar daar mogen jullie van afwijken.

Bespreek kort de aandachtspunten die op de opdrachtkaarten staan, met name de zangtip. Maak maximaal vijf werkgroepen en deel de opdrachtkaarten uit. Geef ze een kleine 10 minuten de tijd om te repeteren, applaudisseer na iedere uitvoering en bespreek kort na.

Advies gebruik pictogrammen Acteerspel »

Pictogrammen zijn in deze methode cruciaal om te gebruiken, het zijn je aandachtspunten: je bespreekt er op na en je leert je kinderen op zowel actief als receptief niveau wat bij de kunstvorm theater van belang is. Kijk voor de toepassing van die pictogrammen op deze pagina.
We willen je graag adviseren welke pictogrammen je zou kunnen gebruiken. Let op, voor de leeftijdsgroep waar jij mee werkt zijn dat hooguit 2/3/4 pictogrammen: je wil je kinderen niet overvragen.

Welke pictogrammen passen bij deze les?
Denk aan je mimiek
Ga niet voor elkaar staan
Niet door elkaar praten.
Niet met je rug naar het publiek toe staan.
Speel met gebaren.
Speel vanuit lichaamshouding.
Speel in het midden van het spelvlak.
Spreek verstaanbaar.
Er is nog een andere werkwijze (toepassing 2), die kun je hier bekijken.

Nabespreken van een presentatie bij drama »

Een nabespreking van een presentatie bij drama bestaat uit 3 aspecten:
1: De opdracht. Bijvoorbeeld: Waar gaat dit feest over?
2: Iets dat het competente gevoel stimuleert, zoals een publiekscompliment. Bijvoorbeeld: ‘Publiek, benoem een sterk moment uit deze presentatie’.
3: Het spel. Dit doe je naar aanleiding van pictogrammen (aandachtspunten). Onderaan het klassenmenu staat een link naar het leerkrachtscherm, daar staan de pictogrammen. Je kan ze daar ook uitprinten. Zonder het werken met aandachtspunten verklein je de kans op spelontwikkeling en inzicht, het is dus erg belangrijk om de pictogrammen te gebruiken. Voorbeeldvraag: ‘Waar was er sprake van een heldere gezichtsuitdrukking?’

Behandel op tempo deze 3 aspecten. Wil je vakdidactisch correct nabespreken maak dan een notitie op je lesopzet voordat je de les geeft.

Wil je iets kwijt over deze les?
Een aanvulling, idee, opmerking over deze les? Heb je een foutje gezien, of wil je ons laten weten hoe de les is gegaan: vul onderstaand formulier in. We zijn blij met iedere reactie, het helpt ons om de kwaliteit te waarborgen die je van ons gewend bent.

Zelf je acteer les maken gr 6-8

Hier het formulier waarmee je zelf een acteer les kan maken voor groep 6-8.

    Wel/niet mijn naam vermelden bij publicatie
    Wel mijn naam vermelden bij publicatieNiet mijn naam vermelden bij publicatie

    Klassikale warming up: beschrijf ongeveer 5 kernhandelingen, werkwoorden die bij het thema van je les horen en die je kinderen klassikaal individueel kunnen uitbeelden.
    :

    Warming up tweetallen: beschrijf minimaal 3 A/B-situaties die tweetallen kunnen uitbeelden met praten, en die aansluiten bij het thema van je les.

    Instructie: beschrijf hoe je aan de groep de teamopdracht wil gaan uitleggen. Maak deze zin af: ‘Jullie krijgen zo in werkgroepen de opdracht om een verhaal te maken over…’ en wat jij dan belangrijk vindt.

    Vijf team-opdrachten: dus vijf aspecten van je thema dat door de werkgroepen wordt verwerkt tot een kort gespeeld verhaal.
    Gaat het over ‘vakantie’: ‘de reis’, ‘de aankomst’, ‘uit eten’ enzovoorts.
    Op de opdrachtkaart staat een eenvoudige opbouw (1: niets aan de hand, 2: er ontstaat een probleem, 3: oplossing, 4: afloop). Je kunt dat zelf weghalen, maar bij de meeste lessen voorkomt dit dat het ‘vlakke’ presentaties worden waarin niets gebeurt.

    Verzin voorafgaand:
    -Een thema voor je les.
    -Vijf aspecten van dat thema waar de kinderen in werkgroepen een verhaal mee gaan voorbereiden.
    Tip: kijk in een bestaande acteer les van Dramaland als voorbeeld, dan heb je een idee hoe het werkt.

    Druk je op deVERZENDEN-knop (boven het woord ‘Instructie’) dan ontvang je je les direct per mail. Loop de tekst na voordat je hem geeft, afhankelijk van wat je hebt ingevuld en de wijze waarop je dat hebt geformuleerd zal je wellicht wat willen aanpassen

    Lees vóór gebruik de gebruikersvoorwaarden »

    Dramaland behoudt het publicatierecht, dat wil zeggen dat je de les die je creëert niet openbaar mag maken zonder schriftelijke toestemming van de uitgever van deze methhode. De les is gemaakt in het didactisch model van Dramaland en wordt na beoordeling en eventuele tekstuele aanpassingen gedeeld met andere gebruikers van deze methode. Op de op deze wijze gemaakte lessen is auteursrecht van toepassing zoals beschreven onderaan deze pagina.


    Instructie ‘werken met een stappenplan’.
    Om kinderen te ondersteunen bij het opbouwen van een verhaal maak je een stappenplan waarin je per stap aangeeft wat er gebeurt, maar niet hoe.
    Je schrijft in het tekstvlak: ‘stap’ en het volgnummer (bijvoorbeeld 2), en dan wat er in die stap gebeurt.

    Twee voorbeelden ter inspiratie. je kan er een copy-pasten als het bij je les past.

    Voorbeeld 2: Drie stappen.
    Stap 1: Niets aan de hand, het is gezellig.
    Stap 2: Er ontstaat een probleem.
    Stap 3: Mensen gaan aan de slag, werken aan de oplossing.

    Voorbeeld 2: Vier stappen.
    Stap 1: Niets aan de hand, het is gezellig.
    Stap 2: Slecht nieuws, een situatie moet worden opgelost.
    Stap 3: Mensen gaan aan de slag, werken aan de oplossing.
    Stap 4: Hoe loopt het af? (deze stap is belangrijk)

    Het werken met zo’n stappenplan voorkomt ‘vlakke’ presentaties waarin niets verhalends gebeurt. Heb je een onervaren groep, benoem de stappen concreet binnen het thema van de les en geef iets meer structuur.

    Bijvoorbeeld:
    Stap 1: Niets aan de hand in jullie restaurant.
    Stap 2: Er ontstaat paniek (denk niet aan een overval: wat kan er gebeuren met het personeel, de gasten, het eten…).
    Stap 3: Gasten en personeel gaan aan de slag, werken aan de oplossing.
    Stap 4: Hoe loopt het af? (deze stap is belangrijk)

    Zelf je tableau les maken gr 6-8

    Hier het formulier waarmee je zelf een tableau les kan maken voor groep 6-8. Dat betekent dat ze minimaal 3 tableaus maken in de kern van de les. Vind je dat teveel, gebruik dan het formulier voor groep 3-5 onderaan het klassenmenu van die groepen.

    Verzin voorafgaand:
    -Een thema voor je les.
    -Vijf aspecten van dat thema waar de kinderen in werkgroepen tableaus mee gaan voorbereiden.
    Tip: kijk in een bestaande tableau les van Dramaland als voorbeeld, dan heb je een idee hoe het werkt.

    Druk je op de submit-knop (boven het woord ‘Instructie’) dan krijg je je tableau les direct per mail toegestuurd. Loop de tekst na voordat je hem geeft, afhankelijk van wat je hebt ingevuld en de wijze waarop je dat hebt geformuleerd zal je wellicht wat willen aanpassen.

    Dit systeem is nog in de testfase dus laat vooral weten waar het verbeterd kan worden. Veel plezier er mee.

    Lees vóór gebruik de gebruikersvoorwaarden »

    Dramaland behoudt het publicatierecht, dat wil zeggen dat je de les die je creëert niet openbaar mag maken zonder schriftelijke toestemming van de uitgever van deze methhode. De les is gemaakt in het didactisch model van Dramaland en wordt na beoordeling en eventuele tekstuele aanpassingen gedeeld met andere gebruikers van deze methode. Op de op deze wijze gemaakte lessen is auteursrecht van toepassing zoals beschreven onderaan deze pagina.

      Wel/niet mijn naam vermelden bij publicatie
      Wel mijn naam vermelden bij publicatieNiet mijn naam vermelden bij publicatie

      Klassikale warming up: beschrijf ongeveer 5 kernhandelingen, werkwoorden die bij het thema van je les horen en die je kinderen klassikaal individueel kunnen uitbeelden.
      :

      Warming up tweetallen: beschrijf een opdracht waarbij kinderen aspecten van het thema kunnen raden. Bijvoorbeeld over het thema ‘reizen’: A die zit op de grond, B gaat als standbeeld in tableau staan. Als B klaar is zegt A wat het is, daarna wisselen jullie en speel A zijn manier van reizen. Wissel zo lang om tot ik zeg dat jullie mogen afronden.

      Instructie: beschrijf hoe je aan de groep de teamopdracht wil gaan uitleggen. Maak deze zin af: ‘Jullie krijgen zo in werkgroepen de opdracht om een verhaal te maken over in drie tableaus (z.g. 'standbeelden')…’ en wat jij dan belangrijk vindt. Vertel dat in tableau 1 er nog niets aan de hand is, dat er in tableau 2 paniek ontstaat en dat in tableau 3 de afloop duidelijk moet worden.

      Vijf team-opdrachten: dus vijf aspecten van je thema dat door de werkgroepen wordt verwerkt tot een kort gespeeld verhaal.
      Bijvoorbeeld: gaat het over ‘vakantie’: ‘de reis’, ‘de aankomst’, ‘uit eten’ enzovoorts.
      Op de opdrachtkaart staat een eenvoudige opbouw (1: niets aan de hand, 2: er ontstaat een probleem, 3: afloop). Je kunt dat zelf weghalen, maar bij de meeste lessen voorkomt dit dat het ‘vlakke’ presentaties worden waarin niets gebeurt.


      Instructie ‘werken met een stappenplan’.
      Om kinderen te ondersteunen bij het opbouwen van een verhaal met tableaus maak je een stappenplan waarin je per tableau aangeeft wat er gebeurt, maar niet hoe.
      Je schrijft in het tekstvlak: ‘tableau’ en het volgnummer, en dan wat er in dat tableau gebeurt.

      Twee voorbeelden ter inspiratie. je kan er een copy-pasten als het bij je les past.

      Voorbeeld 1: Drie tableaus.
      Tableau 1: niets aan de hand.
      Tableau 2: het gaat helemaal fout.
      Tableau 3: hoe loopt het af?

      Voorbeeld 2: Vier tableaus.
      Tableau 1: niets aan de hand.
      Tableau 2: het gaat helemaal fout.
      Tableau 3: het probleem wordt opgelost.
      Tableau 4: maak een eindbeeld.

      Het werken met zo’n stappenplan voorkomt ‘vlakke’ presentaties waarin niets verhalends gebeurt. Heb je een onervaren groep, benoem de tableaus dan concreet binnen het thema van de les en geef iets meer structuur.

      Bijvoorbeeld:
      Tableau 1: niets aan de hand op de camping.
      Tableau 2: het gaat helemaal fout (het weer, rare gasten, water of electriciteit…).
      Tableau 3: hoe loopt het af? (eindig positief).
      Let op: de ‘verzenden’-knop staat boven het woord ‘instructie’, druk niet op ‘prev’ links onder anders ben je alles kwijt.

      Pantomimeles zelf maken

      Hier het formulier waarmee je zelf een pantomimeles kan maken.
      Verzin voorafgaand:
      -Een thema voor je les.
      -Vijf varianten van dat thema voor de werkgroep opdrachten waar de kinderen presentaties mee gaan voorbereiden.

      Voorbeeld van een ingevuld formulier »

      voorbeeld-pantomime-les-maken-1

      Tip: kijk ook in een bestaande pantomimeles van Dramaland als voorbeeld.

      Druk je op de onderste knop dan krijg je je pantomimeles direct per mail toegestuurd. Loop de tekst na voordat je de les geeft, afhankelijk van wat je hebt ingevuld en de wijze waarop je dat hebt geformuleerd zal je wellicht wat willen aanpassen.

      Dit systeem is nog in de testfase dus laat vooral weten waar het verbeterd kan worden. Veel plezier er mee.

      Lees vóór gebruik de gebruikersvoorwaarden »

      Dramaland behoudt het publicatierecht, dat wil zeggen dat je de les die je creëert niet openbaar mag maken zonder schriftelijke toestemming van de uitgever van deze methhode. De les is gemaakt in het didactisch model van Dramaland en wordt na beoordeling en eventuele tekstuele aanpassingen gedeeld met andere gebruikers van deze methode. Op de op deze wijze gemaakte lessen is auteursrecht van toepassing zoals beschreven onderaan deze pagina.

      Pantomimeles groep 3-5

        Wel/niet mijn naam vermelden bij publicatie
        Wel mijn naam vermelden bij publicatieNiet mijn naam vermelden bij publicatie

        Klassikale warming up: beschrijf ongeveer 5 kernhandelingen, werkwoorden die bij het thema van je les horen en die je kinderen klassikaal individueel kunnen uitbeelden.
        :

        Warming up tweetallen: beschrijf een opdracht waarbij kinderen aspecten van het thema kunnen raden. Bijvoorbeeld over het thema ‘reizen’: A die zit op de grond, B gaat staan en speelt in pantomime dat hij op een bepaalde manier aan het reizen is. Als B klaar is zegt A wat het is, daarna wisselen jullie en speel A zijn manier van reizen. Wissel zo lang om tot ik zeg dat jullie mogen afronden.

        Instructie: beschrijf hoe je aan de groep de teamopdracht wil gaan uitleggen. Maak deze zin af: ‘Jullie krijgen zo in werkgroepen de opdracht om een verhaal te maken over…’ en wat jij dan belangrijk vindt.

        Vijf team-opdrachten: dus vijf aspecten van je thema dat door de werkgroepen wordt verwerkt tot een kort gespeeld verhaal.
        Gaat het over ‘vakantie’: ‘de reis’, ‘de aankomst’, ‘uit eten’ enzovoorts.
        Op de opdrachtkaart staat alleen het onderwerp, met name voor groep 3 en 4 is dat prima. Er staat ook bij 'laat iets gebeuren' om er wat verhaal in te krijgen.


        Pantomimeles groep 6-8

          Wel/niet mijn naam vermelden bij publicatie
          Wel mijn naam vermelden bij publicatieNiet mijn naam vermelden bij publicatie

          Klassikale warming up: beschrijf ongeveer 5 kernhandelingen, werkwoorden die bij het thema van je les horen en die je kinderen klassikaal individueel kunnen uitbeelden.
          :

          Warming up tweetallen: beschrijf een opdracht waarbij kinderen aspecten van het thema kunnen raden. Bijvoorbeeld over het thema ‘reizen’: A die zit op de grond, B gaat staan en speelt in pantomime dat hij op een bepaalde manier aan het reizen is. Als B klaar is zegt A wat het is, daarna wisselen jullie en speel A zijn manier van reizen. Wissel zo lang om tot ik zeg dat jullie mogen afronden.

          Instructie: beschrijf hoe je aan de groep de teamopdracht wil gaan uitleggen. Maak deze zin af: ‘Jullie krijgen zo in werkgroepen de opdracht om een verhaal te maken over…’ en wat jij dan belangrijk vindt.

          Vijf team-opdrachten: dus vijf aspecten van je thema dat door de werkgroepen wordt verwerkt tot een kort gespeeld verhaal.
          Gaat het over ‘vakantie’: ‘de reis’, ‘de aankomst’, ‘uit eten’ enzovoorts.
          Op de opdrachtkaart staat een eenvoudige opbouw (1: niets aan de hand, 2: er ontstaat een probleem, 3: oplossing, 4: afloop). Je kunt dat zelf weghalen, maar bij de meeste lessen voorkomt dit dat het ‘vlakke’ presentaties worden waarin niets gebeurt.

          World press foto

          Werkvorm(en): acteerspel.
          Activiteit: De kinderen verzinnen een presentatie naar aanleiding van een World press photo d.m.v. associatie en presenteren dat aan elkaar.
          Benodigdheden: 5 door jou uitgekozen World press photo’s. Ga naar de website van de World press Photo en kies daar vijf foto’s uit. Het maakt niet uit hoeveel personen er op de foto staan. Print deze in kleur uit, of gebruik digitale middelen als die in je klas voorhanden zijn. Voor iedere werkgroep één foto + één foto voor de klassikale analyse in de uitleg van de kernopdracht. Eén pen per werkgroep. Voor de uitleg van de kernopdracht is het handig als je een bord of groot vel papier bij de hand hebt.
          Opmerking: deze les heeft 8-10 minuten analyse van een foto, de lesduur komt daarmee op gemiddeld 65 minuten.
          Print les + opdrachtkaarten

          Inleiding.
          De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat jullie in deze les gaan acteren. Benadruk dat je bij acteerspel duidelijk moet spreken, en vanuit houding en gebaar moet spelen.

          Warming up klassikaal.
          De groep staat verspreid in het lokaal.
          Instructie: Je krijgt spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met een klasgenoot.

          Spelopdrachten: je werkt hard in een warme fabriek, je neemt een sportprijs in ontvangst, je schuilt voor zwaar onweer, je geeft een toespraak, je neemt applaus in ontvangst.

          Geef kinderen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen.

          Warming up tweetallen.
          De groep zit in tweetallen in het lokaal op de grond.
          Instructie: Jullie krijgen spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met andere tweetallen. Je moet er bij praten.

          Jullie dobberen al dagen op een vlot in de zee, en hopen dat jullie worden gered.
          Jullie zijn twee artiesten van 90 jaar in de kleedkamer, vlak voor jullie laatste optreden.
          Jullie vluchten in de nacht door de stad, niemand mag jullie zien.
          Jullie lopen een modeshow.

          Geef de tweetallen steeds even de tijd om de opdracht uit te spelen, na de laatste gaan ze zitten.

          Kern.
          De groep zit in hoefijzeropstelling.
          Instructie: Jullie krijgen zo in werkgroepen de opdracht om een World press foto tot een verhaal om te toveren. Dat doen jullie door middel van associëren: gedachten en ideeën aan elkaar koppelen. Dat betekent niet dat je de foto gaat naspelen, maar dat de foto de inspiratiebron is voor een eigen verhaal. De foto zal daardoor ook niet in je presentatie te herkennen zijn.

          Laat een foto zien en doe klassikaal een analyse. Gebruik daarvoor het werkblad als voorbeeld.

          Bespreek ook kort de aandachtspunten die op de werkbladen staan. Maak maximaal vijf werkgroepen en deel de werkbladen, pennen en foto’s uit. Geef ze een kleine 10 minuten de tijd om te analyseren en nog een kleine tien minuten om te repeteren, applaudisseer na iedere uitvoering en bespreek kort na.

          Advies gebruik pictogrammen Acteerspel »

          Pictogrammen zijn in deze methode cruciaal om te gebruiken, het zijn je aandachtspunten: je bespreekt er op na en je leert je kinderen op zowel actief als receptief niveau wat bij de kunstvorm theater van belang is. Kijk voor de toepassing van die pictogrammen op deze pagina.
          We willen je graag adviseren welke pictogrammen je zou kunnen gebruiken. Let op, voor de leeftijdsgroep waar jij mee werkt zijn dat hooguit 2/3/4 pictogrammen: je wil je kinderen niet overvragen.

          Welke pictogrammen passen bij deze les?
          Denk aan je mimiek
          Ga niet voor elkaar staan
          Niet door elkaar praten.
          Niet met je rug naar het publiek toe staan.
          Speel met gebaren.
          Speel vanuit lichaamshouding.
          Speel in het midden van het spelvlak.
          Spreek verstaanbaar.
          Er is nog een andere werkwijze (toepassing 2), die kun je hier bekijken.

          Nabespreken van een presentatie bij drama »

          Een nabespreking van een presentatie bij drama bestaat uit 3 aspecten:
          1: De opdracht. Bijvoorbeeld: Noem een gevoelswoord uit deze presentatie? Zie je hoe ze van de foto tot de presentatie zijn gekomen?
          2: Iets dat het competente gevoel stimuleert, zoals een publiekscompliment. Bijvoorbeeld: ‘Publiek, benoem een sterk moment uit deze presentatie’.
          3: Het spel. Dit doe je naar aanleiding van pictogrammen (aandachtspunten). Onderaan het klassenmenu staat een link naar het leerkrachtscherm, daar staan de pictogrammen. Je kan ze daar ook uitprinten. Zonder het werken met aandachtspunten verklein je de kans op spelontwikkeling en inzicht, het is dus erg belangrijk om de pictogrammen te gebruiken. Voorbeeldvraag: ‘Waar was er sprake van een heldere gezichtsuitdrukking?’

          Behandel op tempo deze 3 aspecten. Wil je vakdidactisch correct nabespreken maak dan een notitie op je lesopzet voordat je de les geeft.

          Wil je iets kwijt over deze les?
          Een aanvulling, idee, opmerking over deze les? Heb je een foutje gezien, of wil je ons laten weten hoe de les is gegaan: vul onderstaand formulier in. We zijn blij met iedere reactie, het helpt ons om de kwaliteit te waarborgen die je van ons gewend bent.

          Wereldfeesten!

          Werkvorm(en): pantomime.
          Activiteit: De kinderen verzinnen een pantomimepresentatie over een opvallend feest uit een ander land en presenteren dat aan elkaar.
          Print les + opdrachten

          Inleiding.
          De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat jullie in deze les pantomime gaan spelen. Speel ter illustratie van de werkvorm alsof je ballonnen opblaast en ophangt en een feesthoed opzet. Vermeld dat je bij deze werkvorm niet mag praten en geen echte spullen mag gebruiken.

          Warming up klassikaal.
          De groep staat verspreid in het lokaal.

          Instructie: Je krijgt straks spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met een klasgenoot.

          Spelopdrachten: blaas een ballon op, pak een cadeau uit waar je blij mee bent, kleed je netjes aan voor een deftig feest, kleed je om voor een carnavalsfeest, eet chips.

          Geef kinderen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen.

          Warming up tweetallen.
          De groep zitten in tweetallen in het lokaal op de grond.

          Instructie: Van verjaardagsfeesten tot kerst of Sint Maarten: er staan nogal wat feesten op de kalender. Maar je viert ook feest als je een zwemdiploma hebt gehaald, je 25 jaar getrouwd bent of wanneer je zoveel jaar ergens werkt. Bepaal met z’n tweeën een feest en hoe je dat kan uitbeelden in de pantomime techniek. Ga dan naar een ander tweetal en raad elkaars feest. Ga daarna naar een ander tweetal en ga daar mee door tot ik zeg dat je mag stoppen.

          De kinderen gaan staan, verzinnen hun spelsituaties en spelen/raden zo lang door tot je aangeeft dat ze op hun plek mogen gaan zitten.

          Kern.
          De groep zit in hoefijzeropstelling.

          Instructie: Jullie krijgen zo in werkgroepen de opdracht om een pantomimepresentatie te maken van een feest dat ergens ter wereld wordt gevierd. Onze Koningsdag bijvoorbeeld is typisch Nederlands, mensen komen van over de hele wereld om dat een keer mee te maken. Zo hebben andere landen ook beroemde feesten die leuk zijn om uit te beelden.

          Opdrachten: Roswell UFO Festival, El Colacho Festival, San Fermínfeesten, La Tomatina en het Hokitika Wildfoods Festival.

          Bespreek kort de aandachtspunten op de opdrachtkaarten. Maak werkgroepen en deel de opdrachtkaarten uit. Geef ze een kleine 10 minuten de tijd om te repeteren, applaudisseer na iedere uitvoering en bespreek kort na.

          Nabespreken van een presentatie bij drama »

          Een nabespreking van een presentatie bij drama bestaat uit 3 aspecten:
          1: De opdracht. Bijvoorbeeld: Waar gaat dit feest over?
          2: Iets dat het competente gevoel stimuleert, zoals een publiekscompliment. Bijvoorbeeld: ‘Publiek, benoem een sterk moment uit deze presentatie’.
          3: Het spel. Dit doe je naar aanleiding van pictogrammen (aandachtspunten). Onderaan het klassenmenu staat een link naar het leerkrachtscherm, daar staan de pictogrammen. Je kan ze daar ook uitprinten. Zonder het werken met aandachtspunten verklein je de kans op spelontwikkeling en inzicht, het is dus erg belangrijk om de pictogrammen te gebruiken. Voorbeeldvraag: ‘Waar was er sprake van een heldere gezichtsuitdrukking?’

          Behandel op tempo deze 3 aspecten. Wil je vakdidactisch correct nabespreken maak dan een notitie op je lesopzet voordat je de les geeft.

          Wil je iets kwijt over deze les?
          Een aanvulling, idee, opmerking over deze les? Heb je een foutje gezien, of wil je ons laten weten hoe de les is gegaan: vul onderstaand formulier in. We zijn blij met iedere reactie, het helpt ons om de kwaliteit te waarborgen die je van ons gewend bent.