Werkvorm(en): Nasynchronisatie.
Activiteit: De kinderen verzinnen een nagesynchroniseerde scène over een bijzonder soort school en presenteren dat aan elkaar.
Opmerking: Bij nasynchronisatie verwoordt de ene speler (de stemacteur) de tekst en gedachten van de andere speler (de spelacteur). Het staat ook bekend als ‘dubbing’.
Advies: in groep 4 komt het voor dat kinderen in de leskern niet zelf kunnen bepalen wie het spel en wie de stem op zich neemt. Je kunt dit zelf bepalen door het vooraf op de opdrachtkaart te schrijven.
Print de lesopzet inclusief opdrachtkaarten.
Inleiding.
De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat jullie in deze les gaan nasynchroniseren. Als je een DVD afspeelt zie je in het menu vaak verschillende talen staan, in al die landen zijn acteurs bezig geweest om stem te geven aan de rollen die meespelen. Ter illustratie doe je een scène voor: kies een kind die je een korte spelopdracht geeft, jij gaat uit het beeld van het publiek staan en doet de stem van dat kind.
Instructie voorbeeldscene: Je komt thuis van het boodschappen doen met een hele zware tas. Die zet je op de grond, maar dan blijkt dat een pak melk is opengescheurd. Alles wordt vies, je wil het opruimen en dan glijd je ook nog uit!
Warming up 1 tweetallen: losse oefeningen.
De groep staat in tweetallen in het lokaal, ze bepalen wie de stemkant doet en wie de spelkant, na iedere opdracht wisselen ze.
Opdrachtenvoor de spelacteurs: je moet huilen, je moet lachen, je hebt de hik, je moet niezen, je zingt of fluit een liedje, je stoot je hoofd en hebt pijn.
Geef kinderen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen.
Warming up 2 tweetallen: situaties.
De groep staat in tweetallen in het lokaal, ze bepalen wie de stemkant doet en wie de spelkant, na iedere opdracht wisselen ze.
Opdrachtenvoor de spelacteurs: Je eet een ijsje en druppelt op je kleren. Je pakt voor het eerst je nieuwe spelcomputer uit maar hij doet het niet. Je wordt wakker en denkt dat er een inbreker in het huis is. Je gaat gewichtheffen maar laat het gewicht op je tenen vallen.
Geef kinderen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen.
Kern.
De groep zit in hoefijzeropstelling.
Instructie: Jullie krijgen zo in werkgroepen de opdracht om een nagesynchroniseerde scene over een bijzondere school te maken. Lees de opdrachtkaart goed door.
Bespreek kort de aandachtspunten op de opdrachtkaarten en maak werkgroepen. Zie de bijlage voor een voorbeeldopdracht.
Opdrachten: dansschool, muziekschool, sportschool en circusschool.
Maak vier grote werkgroepen waarvan de ene helft van de werkgroep de stemmen doet en de andere helft het mimespel.
Tijdens de uitvoering zitten de stemacteurs bij elkaar en aan één van de zijkanten van het publiek.
Bijlage 1: (dit voorbeeld zit niet bij de opdrachten dus je kunt het klassikaal bespreken).
Jullie school is: de brandweerschool.
1: Bepaal wie van jullie het spel gaan doen en wie de stemmen.
2: De stemacteurs gaan samen zitten, de spelacteurs gaan voor jullie spelen.
3: Kies een spelacteur uit waar je de stem van gaat doen.
A: er is niets aan de hand.
B: er gaat iets mis.
C: er komt een oplossing.
Spelacteurs: speel met grote gebaren en duidelijke gezichtsuitdrukkingen.
Stemacteurs: praat niet teveel door elkaar.
Voorkom het uitbeelden van geweld.