oude homepage ‘Kom maar op!’

Iedereen kan de lessen geven. Er zijn zeven ondersteunende elementen in deze methode: hoe meer lessen je geeft, hoe meer je zelf leert. Lees hier over deze unieke hulpfuncties.
Drama TV.  Vrijwel iedere les van groep 3-8 heeft een eigen korte film die je kan gebruiken als inleiding voor je les en uitleg van de werkvorm. Uiteraard zijn de lessen ook te geven zonder Drama TV. Lees hier over Drama TV.
Een les binnen twee minuten. De lesopzet en opdrachtkaarten voor de kinderen kun je makkelijk uitprinten. Geen kopieerbladen, nauwelijks voorbereidingstijd. Gebruiker aan het woord.

‘Kom maar op!’ sluit aan bij het onderwijs van vandaag en is gemaakt door de
bekendste dramadocent van Nederland: Holger de Nooij (auteur van o.a. ‘Kijk op Spel’ en zelf vakdocent drama in het basisonderwijs sinds 1994). Ieder schooljaar worden 25-30 nieuwe lessen toegevoegd.

drama-in-samenhang

Drama in samenhang met andere vakken of leergebieden, hoe werkt zoiets in Dramaland? Taal, geschiedenis, Engels, cultureel erfgoed… Lees verder. 

Kerndoel-56-logo-1Volgens de kerndoelen moet ieder kunstvak aandacht besteden aan cultureel erfgoed. Wat is cultureel erfgoed en hoe zit dat in Dramaland?  Lees verder.
logo-kunst-drama-2Maak een les vanuit een schilder! Een dramales rond het werk van Rembrandt (want je hebt het over de Gouden Eeuw) of van Van Gogh of een andere beroemde schilder? Kijk onderaan je klassenmenu en maak die les zelf aan met de daarvoor bestemde tool. Inspireer je leerlingen!

Video’s.
Er staan zo’n 120 video’s in de methode Dramaland, lees hier over Drama TV. 


plankenop-dramalandDrama is het schoolvak over de kunstvorm theater. Net als dat het bij het vak muziek leuk is om eens een schoolconcert te geven, of bij beeldende vorming om een tentoonstelling te maken, is het bij drama leuk en leerzaam om eens een voorstelling te maken. Maar hoe? Lees verder
Untitled-sterke-verhalenNaast de tientallen lessen waar je het hele jaar mee kan doen, is Holger de Nooij altijd bezig met wat komen gaat. Zo staan in maart de sprookjes en sterke verhalen in het menu. Klik hier voor meer informatie over abonnementen vanaf €35-
waaromfb21Op de facebookpagina van Dramaland word je op de hoogte gehouden van nieuwe schoolbrede thema’s, nieuwe lessen, innovaties, kortom: alles wat er gebeurt in Dramaland komt voorbij. Zo blijf je op de hoogte, handig toch? Klik hier om naar de facebookpagina te gaan en like Dramaland!
2014-05-10 16-15-31_0569-3Bij het vak ‘muziek’ leren kinderen over de kunstvorm muziek, bij het vak ‘dans’ leren de kinderen over de kunstvorm dans. Bij drama verschilt de naam van het vak van de kunstvorm waar het over gaat, soms is dat verwarrend. Bij het vak ‘drama’ leren kinderen over de kunstvorm theater. Lees verder. 
2014-05-10 16-15-31_0568-2Van de meeste vakken hebben we aardig door waar ze voor dienen, maar hoe zit dat met drama? Weet jij zo snel een antwoord? Lees verder.  
2014-05-10 16-11-57_0569-3In deze methode gaan we niet al te streng om met die regel, maar het is toch belangrijk om te weten waar je over praat. Theater betekent een herhaalbaar product maken, en kenmerkt zich o.a. door vormgevingsmiddelen. Lees verder.

misverstand Veel voorkomende misverstanden. Bij drama kom je soms hardnekkige misverstanden tegen. Je kent er vast een paar, benieuwd? Lees verder.
2015-01-14-18-06-21_06411Blogs. Holger de Nooij heeft jaren lang geblogd op platforms als Hyves en facebook, hier een bloemlezing. Lees verder.
links2Links. Op zoek naar webinfo over het vak drama en werkvormen? Lees verder. 

lerendrama2Leerstof van cognitieve vakken gaan over vastgestelde data, het gaat vaak over leerstof onthouden, reproduceren en toepassen. Maar hoe leer je bij drama? Lees verder.
positie2
Veel leerkrachten hebben het gevoel dat ze niet genoeg weten van drama om het verantwoord te geven. Dat kan zijn, echter is het de vraag wat je allemaal  moet weten om drama goed te geven. Al helemaal wanneer je van positie kan veranderen. Lees verder.
Dorothy Heathcote2Op een bepaalde manier is Dorothy Heathcotes methodiek nog altijd actueel. Er is veel te zeggen over deze legendarische dramadocente maar waarom ze in deze methode staat vermeld is om de manier waarop zij kinderen zag: als volwaardig en groots, ongeacht hun leeftijd. Lees verder

‘Kom maar op!’ wordt ‘Creëer en Leer’/drama

Vanaf 1 september 2020 houdt ‘Kom maar op!’ op te bestaan en gaat het over in ‘Creëer en Leer’/drama.

Wat is ‘Creëer en Leer’?
Een eigentijds platform met een dynamische website waarin naast uitgebreide ondersteuning voor leerkracht en kind in de vorm van korte filmpjes er de mogelijk is om zelf eenvoudig een jaarplanning te maken en favorieten te markeren. Maar ‘Creëer en Leer’ is veel meer dan dat: met een helder didactisch concept biedt het leerkrachten houvast om gericht te werken aan de creatieve groei van kinderen in de basisschoolleeftijd.

Waarom doet ‘Kom maar op!’ hier aan mee?
Ik geloof op de eerste plaats erg in dit nieuwe platform, het is eigentijds creativiteitsonderwijs en geeft jou naast veel ondersteuning ook veel eigen vrijheden. Het lesmateriaal van ‘Kom maar op!’ heeft zich overtuigend bewezen en verandert niet: de lessen zijn gelijk maar de mogelijkheden zijn uitgebreider + de website voldoet aan alle eisen van deze tijd. Dit is niet alleen een verhuizing maar zeker ook een verbetering voor jou, de gebruiker: het geeft je meer inzicht in de mogelijkheden voor het vak drama.

Wat betekent dit voor mij?
Groep abonnement: heb je een ‘klein abonnement’ bij Kom maar op! Dan krijg je zo lang dat abonnement loopt een groot abonnement bij Creëer en Leer. Loopt je abonnement af dan kun je geen groep abonnement afsluiten, hierin voorziet C&L niet.
Schoolabonnement en Hogeschoolabonnement: heb je een van deze abonnementen bij Kom maar op! dan krijg je zo lang dat abonnement loopt hetzelfde abonnement bij Creëer en Leer. Daarna kun je verlengen bij C&L.

Hoe verloopt de verhuizing?
Zodra de verhuizing administratief is geregeld ontvang je per email je nieuwe inloggegevens. Je hebt dan drie weken om de overstap te maken.

Ter afsluiting.
Deze verandering is een duidelijke verbetering voor jou, de gebruiker. Creëer en Leer gaat nieuwe deuren openen die bij Kom maar op! gesloten bleven. Ik wens je daarom alvast veel plezier in de nieuwe wereld van Creëer en Leer!

Nieuwsgierig?
Neem alvast een kijkje op onze website. Deze is nog volop in verbouwing maar je krijgt al een aardig idee waar het heen gaat. Kijk hier voor de informatie over dramamethode.

Digitaal onderzoekje afstandsonderwijs PA2

De universitaire pabo start volgend schooljaar met het analyseren van het afstandsonderwijs tijdens de corona lockdown. Het onderzoekje is ANONIEM, we kunnen je identiteit niet achterhalen en vragen je niet om je mailadres in te vullen.
Het kost je weinig tijd, we hopen dat je kinderen, onderwijzers en ouders om je heem wil mobiliseren hieraan mee te doen.

    Perspectief

    LeerlingJuf/PabostudenteMeester/PabostudentVaderMoederDocent pabo

    Leeftijd

    Welke positieve ervaringen heb je met het digitale afstandsonderwijs gehad / wat vond je er positief aan / wat heeft het je gebracht...

    Welke negatieve ervaringen heb je met het digitale afstandsonderwijs gehad / wat vond je er minder positief aan / waar is het ten koste van gegaan...

    Kinderboekenreismanierenavontuur

    Groep: 8
    Werkvorm(en): acteerspel.
    Activiteit: De kinderen verzinnen een presentatie met reismanieren uit kinderboeken en presenteren dat aan elkaar.
    Benodigdheden: deze les komt het beste tot zijn recht in een speel of gymlokaal met banken en matten zodat kinderen die kunnen inzetten.
    Print les + opdrachtkaarten 

    Inleiding.
    De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat jullie in deze les gaan acteren. Benadruk dat je bij acteerspel duidelijk moet spreken en vanuit houding en gebaar moet spelen.

    Warming up tweetallen.
    De groep zit in tweetallen in het lokaal op de grond, ze bepalen wie A is en wie B.
    Instructie: Jullie krijgen spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met andere tweetallen. Je moet er bij praten.

    Spelopdrachten:
    A is de leraar tapijtvliegen, B de leerling die les krijgt.
    B is de leraar tijdmachine besturen, A de leerling die les krijgt.

    Geef kinderen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen.

    Warming up tweetallen.
    De groep zit in tweetallen in het lokaal op de grond, ze bepalen wie A is en wie B.
    Instructie: Jullie krijgen de opdracht om een voertuig terug te brengen naar de winkel omdat je ontevreden bent. De winkelier behandelt de klacht en zorgt dat de klant tevreden de zaak verlaat. Het voertuig moet fantasievol zijn en kan uit een kinderfilm of kinderboek komen.

    Doe dit een keer voor met een kind voordat de kinderen in tweetallen aan de slag gaan. De kinderen gaan staan, verzinnen verder zelf hun spelsituaties en wisselen zo lang om totdat je aangeeft dat ze op hun plek mogen gaan zitten.

    De kinderen wachten na iedere opdracht totdat jij de volgende opdracht geeft.

    Kern.
    De groep zit in hoefijzeropstelling.
    Instructie: Jullie krijgen zo in werkgroepen de opdracht om drie willekeurige reismanieren logisch te verwerken in een samenhangend verhaal. Let op, het moet net als in boeken de normaalste zaak van de wereld zijn dat je op de rug van een draak naar school toe gaat of een stukje met je paraplu gaat vliegen om boodschappen te doen. Op je opdrachtkaart staat een opzet voor een verhaal, je mag natuurlijk ook zelf een verhaal verzinnen.

    Bespreek kort de aandachtspunten die op de opdrachtkaarten staan. Maak maximaal vijf werkgroepen, van iedere werkgroep komt één kind een opdrachtkaart halen en trekt drie briefjes waar de reismanieren op staan. Geef ze een kleine 10 minuten de tijd om te repeteren, applaudisseer na iedere uitvoering en bespreek kort na.

    Wist je dat links in het menu een link staat naar het leerkrachtscherm? Hier vind je allerlei ondersteunde informatie.

    Advies gebruik pictogrammen Acteerspel »

    Pictogrammen zijn in deze methode cruciaal om te gebruiken, het zijn je aandachtspunten: je bespreekt er op na en je leert je kinderen op zowel actief als receptief niveau wat bij de kunstvorm theater van belang is. Kijk voor de toepassing van die pictogrammen op deze pagina.
    We willen je graag adviseren welke pictogrammen je zou kunnen gebruiken. Let op, voor de leeftijdsgroep waar jij mee werkt zijn dat hooguit 2/3/4 pictogrammen: je wil je kinderen niet overvragen.

    Welke pictogrammen passen bij deze les?
    Denk aan je mimiek
    Ga niet voor elkaar staan
    Niet door elkaar praten.
    Niet met je rug naar het publiek toe staan.
    Speel met gebaren.
    Speel vanuit lichaamshouding.
    Speel in het midden van het spelvlak.
    Spreek verstaanbaar.
    Er is nog een andere werkwijze (toepassing 2), die kun je hier bekijken.

    Nabespreken van een presentatie bij drama »

    Een nabespreking van een presentatie bij drama bestaat uit 3 aspecten:
    1: De opdracht. Bijvoorbeeld: Waar gaat dit feest over?
    2: Iets dat het competente gevoel stimuleert, zoals een publiekscompliment. Bijvoorbeeld: ‘Publiek, benoem een sterk moment uit deze presentatie’.
    3: Het spel. Dit doe je naar aanleiding van pictogrammen (aandachtspunten). Onderaan het klassenmenu staat een link naar het leerkrachtscherm, daar staan de pictogrammen. Je kan ze daar ook uitprinten. Zonder het werken met aandachtspunten verklein je de kans op spelontwikkeling en inzicht, het is dus erg belangrijk om de pictogrammen te gebruiken. Voorbeeldvraag: ‘Waar was er sprake van een heldere gezichtsuitdrukking?’

    Behandel op tempo deze 3 aspecten. Wil je vakdidactisch correct nabespreken maak dan een notitie op je lesopzet voordat je de les geeft.

    Wil je iets kwijt over deze les?
    Een aanvulling, idee, opmerking over deze les? Heb je een foutje gezien, of wil je ons laten weten hoe de les is gegaan: vul onderstaand formulier in. We zijn blij met iedere reactie, het helpt ons om de kwaliteit te waarborgen die je van ons gewend bent.
    Bijlage 1: (dit voorbeeld zit niet bij de opdrachten dus je kunt het klassikaal bespreken).

    Het vliegtuig is weg!

    Vertelpantomime: Vertelpantomime is een werkvorm waarbij je een verhaal vertelt dat synchroon aan de vertelling wordt uitgebeeld door de kinderen.

    Tips vertelpantomime »

    A: vertel coachend, bijvoorbeeld: de kabouters staan op, wrijven in hun ogen –goed zo kabouters- en kammen hun baardjes en staartjes. Ze doen hun raam open…
    B: zet een streep op de grond voor de hoofdpersoon of hoofdpersonen als veilige zone voor enthousiaste andere personages in het verhaal.
    C: vertel met dialogen (spreekteksten).
    D: doe gebaren e.d. mee zodat het duidelijk is wat je bedoelt.

    Benodigdheden: pet voor de piloot, jasje voor steward, A3tje als landkaart (je kan er een kaart op tekenen met een rode streep richting Afrika).
    Print de lesopzet inclusief spiekbrief.
    Tip: vertel zonder papier in je handen, print een spiekbrief uit en hang die ergens neer zodat je je handen vrij hebt.
    Opmerking: deze les komt het beste tot zijn recht in een speellokaal met matten en banken. Afhankelijk van wat de kinderen kiezen kun je die tussendoor verplaatsen.

    Warming up:
    De kinderen staan verspreid door het lokaal.

    Spelvragen:
    Hoe pak je je koffers in?
    Wat pak je in? Wat kun je er mee?
    Hoe zit je in een vliegtuig? (stijgen, landen…).
    Hoe loop je in een warm land, hoe in een koud land?

    Laat een aantal antwoorden klassikaal uitspelen

    De start.
    De kinderen zitten op de banken, kies twee kinderen en geef ze de hoofddeksels.

    • Vertel dat Pien Piloot en Steward Stefan samen op weg gaan naar het vliegtuig dat ze gaan besturen.
    • Vertel ook dat de reizigers al wachten (laat de kinderen op de bank zwaaien).
    • Vertel dat wanneer Pien Piloot en Steward Stefan op de plek van het vliegtuig aankomen het hele vliegtuig is verdwenen!
    • Ze gaan naar de reizigers en vertellen wat er aan de hand is, ze schrikken.
    • De reizigers zeggen: maar we willen naar Afrika! En Pien Piloot en Steward Stefan zeggen: Dat komt helemaal goed!

    Reiswijze 1:
    Vertel dat Pien Piloot en Steward Stefan samen op de kaart kijken, dan kijken ze naar de Reizigers en zeggen:
    We moeten een heel stuk over land, die kant op!

    Spelvraag: hoe reizen mensen een lang stuk over land?
    Kies één van de antwoorden en plaats de matten en/of banken zo dat alle kinderen er in passen.

    Speel het reizen: laat ze het geluid en de bewegingen maken. Is het hobbelig, gaan we bochten om, gaat het snel of juist langzaam?

    Vertel dat ze moeten remmen: er staan bergen in de weg!

    De reizigers zeggen: maar we willen naar Afrika!
    Pien Piloot en Steward Stefan zeggen: Dat komt helemaal goed!

    Reiswijze 2:
    Vertel dat Pien Piloot en Steward Stefan samen op de kaart kijken, dan kijken ze naar de Reizigers en zeggen:
    We moeten over die bergen!

    Spelvraag: hoe reizen mensen over bergen?
    Kies één van de antwoorden en plaats de matten en/of banken zo dat alle kinderen er in passen.

    Speel het reizen: laat ze het geluid en de bewegingen maken. Is het hobbelig, gaan we bochten om, gaat het snel of juist langzaam?

    Vertel dat er een probleem is en ze niet verder kunnen.
    Vraag wat het probleem zou kunnen zijn, en wat de oplossing zou kunnen zijn.
    Speel dat uit. *

    Vertel daarna dat ze moeten remmen: we zijn bij de zee!

    De reizigers zeggen: maar we willen naar Afrika!
    Pien Piloot en Steward Stefan zeggen: Dat komt helemaal goed!

    Reiswijze 3:
    Vertel dat Pien Piloot en Steward Stefan samen op de kaart kijken, dan kijken ze naar de Reizigers en zeggen:
    We moeten hier over de zee!

    Spelvraag: hoe reizen mensen door of over het water?
    Kies één van de antwoorden en plaats de matten en/of banken zo dat alle kinderen er in passen.

    Speel het reizen: laat ze het geluid en de bewegingen maken. Is het hobbelig, gaan we bochten om, gaat het snel of juist langzaam?

    Vertel dat er een probleem is en ze niet verder kunnen.
    Vraag wat het probleem zou kunnen zijn, en wat de oplossing zou kunnen zijn.
    Speel dat uit. *

    Vertel daarna dat ze langzamer moeten reizen, ze kunnen Afrika al bijna zien!

    Ontknoping: Vertel met dialogen.
    Vertel dat ze in het oerwoud belanden. Iedereen is moe en heeft honger en dorst.

    De reizigers zeggen: we hebben honger en dorst!
    Pien Piloot en Steward Stefan zeggen: Dat komt helemaal goed!

    Spelvraag: Wat kun je in het oerwoud vinden om te eten en drinken?
    Laat het verzamelen van eten en drinken uitbeelden en vertel dat ze het heerlijk hebben in het oerwoud.
    Vertel ook dat het donker wordt en iedereen een slaapplek maakt van wat ze daar vinden en gaat liggen. Doe eventueel het licht uit.

    Kies een aapje. Laat dat kind iedereen wakker maken.
    Vertel dat ze het aapje volgen, en dat ze aankomen bij… het vliegtuig!

    Vraag: hoe kan het vliegtuig nou al in Afrika zijn?
    Bepaal met de kleuters een logische verklaring.

    Vertel dat iedereen snel in het vliegtuig stapt (laat ze dit uitbeelden) en dat Pien Piloot en Steward Stefan hen het laatste stukje naar hun hotel brengt.

    Daar is het feest!
    Zet ter afsluiting een muziekje op (bij voorkeur Afrikaans) en laat de kleuters vrij bewegen.

    En Pien Piloot en Steward Stefan zijn blij dat het zo goed is gegaan.

    Einde.

    * Let op, volg kinderen in hun fantasie. Als dieren komen helpen dan speelt een deel dieren, als mensen die daar wonen kunnen helpen dan laat je ze dat uitspelen. Niet vergeten: laat hen denkbeeldig omkleden, en vraag eventueel wat ze bij zich hebben.

    Reis mee!

    Titel: Reis mee!
    Werkvorm(en): combinatiespel/acteerspel
    Activiteit: De kinderen verzinnen met verschillende reiswijzen een verhaal en presenteren dat aan elkaar.
    Opmerking: Bij combinatiespel combineer je zaken die in principe geen onderlinge samenhang hebben. Het levert fantasierijk spel op.
    Print les + opdrachten

    Er is nog een les met dit thema: reismanieren uit kinderboeken, klik hier om die te bekijken

    Inleiding.
    De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat jullie in deze les aan combinatiespel gaan doen. Speel ter illustratie bijvoorbeeld dat je op een paard rijdt en je jezelf scheert of je make-up doet o.i.d.

    Warming up klassikaal.
    De groep staat verspreid in het lokaal.
    Instructie: Je krijgt straks spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met een klasgenoot.

    Spelopdrachten: je reist…
    Boven op het dak van een trein.
    Op de rug van een draak.
    In een zeepbel.
    Op een waterfiets.
    In een UFO.

    Geef kinderen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen.

    Warming up tweetallen.
    De groep staat in tweetallen in het lokaal, ze bepalen wie A is en wie B.
    Instructie: A je doet straks de deur van B open en loopt naar binnen met je bijzondere manier van reizen. Je bent er om het te laten repareren.

    Doe dit een keer voor met een kind voordat de kinderen in tweetallen aan de slag gaan. Kies een kind als reparateur en zeg dat je ezel stuk is, laat hem repareren, reken af en neem afscheid. Vraag applaus voor het kind dat jou heeft geholpen. De kinderen gaan staan, verzinnen verder zelf hun spelsituaties en wisselen zo lang om totdat je aangeeft dat ze op hun plek mogen gaan zitten.

    Kern.
    De groep zit in hoefijzeropstelling, jij pakt drie stapels pictogrammen (rij 1, 2 en 3) tevoorschijn.
    Instructie: Een van jullie pakt van deze drie stapels één pictogram over reizen en jullie maken daar een verhaal bij waar je bij moet praten.

    Maak vijf teams. Kies daarna één kind per team dat van iedere stapel één pictogram pakt en een opdrachtkaart van jou krijgt.
    Bespreek kort de aandachtspunten op de opdrachtkaarten. Geef ze een kleine 10 minuten de tijd om te repeteren, applaudisseer na iedere uitvoering en bespreek kort na.

    Wist je dat onder het klassenmenu een link staat naar het leerkrachtscherm? Hier vind je allerlei ondersteunde informatie.

    Nabespreken van een presentatie bij drama »

    Een nabespreking van een presentatie bij drama bestaat uit 3 aspecten:
    1: De opdracht. Bijvoorbeeld: Waar gaat dit feest over?
    2: Iets dat het competente gevoel stimuleert, zoals een publiekscompliment. Bijvoorbeeld: ‘Publiek, benoem een sterk moment uit deze presentatie’.
    3: Het spel. Dit doe je naar aanleiding van pictogrammen (aandachtspunten). Onderaan het klassenmenu staat een link naar het leerkrachtscherm, daar staan de pictogrammen. Je kan ze daar ook uitprinten. Zonder het werken met aandachtspunten verklein je de kans op spelontwikkeling en inzicht, het is dus erg belangrijk om de pictogrammen te gebruiken. Voorbeeldvraag: ‘Waar was er sprake van een heldere gezichtsuitdrukking?’

    Behandel op tempo deze 3 aspecten. Wil je vakdidactisch correct nabespreken maak dan een notitie op je lesopzet voordat je de les geeft.

    Wil je iets kwijt over deze les?
    Een aanvulling, idee, opmerking over deze les? Heb je een foutje gezien, of wil je ons laten weten hoe de les is gegaan: vul onderstaand formulier in. We zijn blij met iedere reactie, het helpt ons om de kwaliteit te waarborgen die je van ons gewend bent.

    Gelukkig Nieuwjaar!

    Werkvorm(en): acteerspel.
    Activiteit: De kinderen verzinnen een onderdeel van een stappenplan en presenteren een verhaal aan elkaar.
    Benodigdheden: iets dat als vuurwerk kan dienstdoen zoals pittenzakjes of lege toiletrollen.
    Print les + opdrachtkaarten

    Inleiding.
    De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat jullie in deze les gaan acteren. Benadruk dat je bij acteerspel duidelijk moet spreken en vanuit houding en gebaar moet spelen.

    Warming up klassikaal.
    De groep staat verspreid in het lokaal.
    Instructie: Je krijgt spelopdrachten, voer die uit met geluid maar zonder contact te maken met een klasgenoot.

    Spelopdrachten:
    Je steekt een rotje af (wacht tot ze het uitspelen) maar hij knalt niet.
    Je eet drie oliebollen (wacht tot ze het uitspelen) en je wordt misselijk.
    Je bent bang voor vuurwerk (wacht tot ze het uitspelen) en verzint iets om de knallen niet te horen.
    Je zet je vuurwerkbril op (wacht tot ze het uitspelen) en steekt een mooie vuurpijl aan.

    Geef kinderen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen.

    Warming up tweetallen.
    De groep zit in tweetallen in het lokaal op de grond, ze bepalen wie A is en wie B.
    Instructie: Jullie krijgen spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met andere tweetallen. Je moet er bij praten.

    A je wil opblijven tot twaalf uur maar valt steeds in slaap, B je verzint iets zodat A wakker blijft (je mag A niet aanraken).
    B je krijgt een zelfgebakken oliebol van A, je vindt hem vies maar laat niks merken.
    A en B jullie logeren bij elkaar en zijn vergeten dat het oud & nieuw is. Als ik een teken geef is het twaalf uur en wordt er vol op vuurwerk afgestoken.

    De kinderen wachten na iedere opdracht totdat jij de volgende opdracht geeft.

    Kern.
    De groep zit in hoefijzeropstelling.
    Instructie: Jullie krijgen zo in werkgroepen een stappenplan om een verhaal te maken. Eén stap mist er in het stappenplan, die moeten jullie zelf verzinnen.

    Laat het voorbeeld stappenplan zien zodat het concreet wordt. Bespreek kort de aandachtspunten die op de opdrachtkaarten staan. Maak maximaal vijf werkgroepen en deel de opdrachtkaarten uit. Geef ze een kleine 10 minuten de tijd om te repeteren, applaudisseer na iedere uitvoering en bespreek kort na.

    Extra informatie: Wist je dat onder het klassenmenu en in het rechter menu  een link staat naar het leerkrachtscherm? Hier vind je allerlei ondersteunde informatie.

    Advies gebruik pictogrammen Acteerspel »

    Pictogrammen zijn in deze methode cruciaal om te gebruiken, het zijn je aandachtspunten: je bespreekt er op na en je leert je kinderen op zowel actief als receptief niveau wat bij de kunstvorm theater van belang is. Kijk voor de toepassing van die pictogrammen op deze pagina.
    We willen je graag adviseren welke pictogrammen je zou kunnen gebruiken. Let op, voor de leeftijdsgroep waar jij mee werkt zijn dat hooguit 2/3/4 pictogrammen: je wil je kinderen niet overvragen.

    Welke pictogrammen passen bij deze les?
    Denk aan je mimiek
    Ga niet voor elkaar staan
    Niet door elkaar praten.
    Niet met je rug naar het publiek toe staan.
    Speel met gebaren.
    Speel vanuit lichaamshouding.
    Speel in het midden van het spelvlak.
    Spreek verstaanbaar.
    Er is nog een andere werkwijze (toepassing 2), die kun je hier bekijken.

    Nabespreken van een presentatie bij drama »

    Een nabespreking van een presentatie bij drama bestaat uit 3 aspecten:
    1: De opdracht. Bijvoorbeeld: Waar gaat dit feest over?
    2: Iets dat het competente gevoel stimuleert, zoals een publiekscompliment. Bijvoorbeeld: ‘Publiek, benoem een sterk moment uit deze presentatie’.
    3: Het spel. Dit doe je naar aanleiding van pictogrammen (aandachtspunten). Onderaan het klassenmenu staat een link naar het leerkrachtscherm, daar staan de pictogrammen. Je kan ze daar ook uitprinten. Zonder het werken met aandachtspunten verklein je de kans op spelontwikkeling en inzicht, het is dus erg belangrijk om de pictogrammen te gebruiken. Voorbeeldvraag: ‘Waar was er sprake van een heldere gezichtsuitdrukking?’

    Behandel op tempo deze 3 aspecten. Wil je vakdidactisch correct nabespreken maak dan een notitie op je lesopzet voordat je de les geeft.

    Wil je iets kwijt over deze les?
    Een aanvulling, idee, opmerking over deze les? Heb je een foutje gezien, of wil je ons laten weten hoe de les is gegaan: vul onderstaand formulier in. We zijn blij met iedere reactie, het helpt ons om de kwaliteit te waarborgen die je van ons gewend bent.

    Dobbel je superheld

    Werkvorm(en): combinatiespel.
    Activiteit: De kinderen verzinnen met op zich staande spelelementen een verhaal en presenteren dat aan elkaar.
    Benodigdheden: 3 dobbelstenen, ingevuld schema bijlage 2 (bij voorkeur ingevuld met zwarte stift).
    Opmerking: Bij combinatiespel combineer je zaken die in principe geen onderlinge samenhang hebben. Het levert fantasierijk spel op.
    Voorbereiding: je vult voorafgaand aan de les samen met de kinderen het schema van bijlage 2 in, print dat schema op A3-formaat uit. Zeg nog niet welk thema deze dramales heeft. Als je het schema hebt ingevuld hang je het in het zicht aan de muur.
    Print les + opdrachten

    Inleiding.
    De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat jullie in deze les aan combinatiespel gaan doen. Speel ter illustratie bijvoorbeeld dat je een auto optilt en met iemand telefoneert.

    Warming up klassikaal.
    De groep staat verspreid in het lokaal.
    Instructie: Je krijgt straks spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met een klasgenoot.

    Spelopdrachten: je bent aan het motorrijden en je haren aan het kammen, je bent aan het parachutespringen en aan het breien, je bent onder water aan het zwemmen en aan het zingen, je bent over een dak aan het lopen en aan het dansen.

    Geef kinderen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen.

    Warming up tweetallen.
    De groep staat in tweetallen in het lokaal, ze bepalen wie A is en wie B.
    Instructie: Jullie krijgen rollen en een opdracht. Zowel de rollen passen niet bij elkaar en wat jullie moeten doen al helemaal niet, maak er toch een scene van want dat is de uitdaging van combinatiespel.

    A is een brandweerman, B is een bejaarde. Jullie gaan samen een machine uitvinden.
    B is een geheim agent, A is een voetballer. Jullie gaan samen een vliegtuig besturen.
    A is een alien, B is een zwerver. Jullie gaan samen geld verdienen.
    B is een heks, A is een schoonmaker. Jullie gaan samen een schat opgraven.

    De kinderen wachten tussendoor steeds op de instructie van de volgende spelopdracht.

    Kern.
    De groep zit in hoefijzeropstelling. Je hebt de dobbelstenen, werkbladen en een zwarte stift bij de hand. Je kiest het eerste kind uit om te komen dobbelen met drie dobbelstenen tegelijkertijd. Je vult de drie cijfers op het werkblad in, het kind gaat staan waar team 1 gaat oefenen. Dat komt het tweede kind dobbelen, het tweede werkblad vul je in enz.

    Instructie: Jullie krijgen zo in werkgroepen de opdracht om een superheldenverhaal te maken. De dobbelstenen hebben een deel van de inhoud bepaald, op het werkblad staat ook of jullie een mannelijk, vrouwelijke superheld of een duo hebben. Wat je hebt gedobbeld kun je op het schema met de kolommen* opzoeken, dat hangt hier aan de muur.
    Lees het werkblad goed, er staat bijvoorbeeld dat je niet meer dan vijf aanvalsbewegingen mag maken, om te voorkomen dat het één en al knokken wordt.

    Bepaal de werkgroepen verder zodat ze kunnen gaan repeteren. Geef ze hiervoor 10 minuten de tijd, zorg dat ze actief repeteren en niet alleen bespreken. Applaudisseer na iedere uitvoering en bespreek kort na.

    Wist je dat onder het klassenmenu en in het rechter menu een link staat naar het leerkrachtscherm? Hier vind je allerlei ondersteunde informatie.

    * Bijlage 2: invulschema, bij voorkeur op A3-formaat.

    Nabespreken van een presentatie bij drama »

    Een nabespreking van een presentatie bij drama bestaat uit 3 aspecten:
    1: De opdracht. Bijvoorbeeld: Waar gaat dit feest over?
    2: Iets dat het competente gevoel stimuleert, zoals een publiekscompliment. Bijvoorbeeld: ‘Publiek, benoem een sterk moment uit deze presentatie’.
    3: Het spel. Dit doe je naar aanleiding van pictogrammen (aandachtspunten). Onderaan het klassenmenu staat een link naar het leerkrachtscherm, daar staan de pictogrammen. Je kan ze daar ook uitprinten. Zonder het werken met aandachtspunten verklein je de kans op spelontwikkeling en inzicht, het is dus erg belangrijk om de pictogrammen te gebruiken. Voorbeeldvraag: ‘Waar was er sprake van een heldere gezichtsuitdrukking?’

    Behandel op tempo deze 3 aspecten. Wil je vakdidactisch correct nabespreken maak dan een notitie op je lesopzet voordat je de les geeft.

    Wil je iets kwijt over deze les?
    Een aanvulling, idee, opmerking over deze les? Heb je een foutje gezien, of wil je ons laten weten hoe de les is gegaan: vul onderstaand formulier in. We zijn blij met iedere reactie, het helpt ons om de kwaliteit te waarborgen die je van ons gewend bent.

    Kies je eigen superheld.

    Werkvorm(en): acteerspel.
    Activiteit: De kinderen verzinnen een verhaal over een zelfgekozen superheld en presenteren dat aan elkaar.
    Benodigdheden: het is aan te raden twee capes te verzorgen. Uiteraard kunnen dat ook twee badhanddoeken zijn o.i.d.
    Opmerking: dit thema nodigt uit tot het verbeelden van gevechten, daar staat een restrictie op van maximaal vijf aanvalsbewegingen.
    Print les + opdrachtkaarten

    Inleiding.
    De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat jullie in deze les gaan acteren. Benadruk dat je bij acteerspel duidelijk moet spreken en vanuit houding en gebaar moet spelen.

    Warming up klassikaal.
    De groep staat verspreid in het lokaal.
    Instructie: Je krijgt spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met een klasgenoot. Jullie lopen straks door elkaar als mensen met dierlijke trekjes.

    Spelopdrachten: je loopt als een mens met trekjes van een zelfgekozen huisdier. Je loopt als een mens met trekjes van een zelfgekozen insect. Je loopt als een mens met trekjes van een zelfgekozen boerderijdier. Je loopt als een mens met trekjes van een zelfgekozen dier uit de jungle.

    Geef kinderen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen.

    Warming up tweetallen.
    De groep zit in tweetallen in het lokaal op de grond, ze bepalen wie A is en wie B.
    Instructie: Jullie krijgen spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met andere tweetallen. Je moet er bij praten. A begint straks in paniek, B is de superheld die toevallig voorbijkomt en helpt.

    Doe dit een keer voor met een kind voordat de kinderen in tweetallen aan de slag gaan. Vraag een kind een te roepen dat zijn/haar katje in de boom zit en er niet uit durft. Kom heldhaftig tevoorschijn, zeg iets als ‘geen nood, hier is Katman/Katvrouw en haal de denkbeeldige kat uit de denkbeeldige boom’. Geef als advies mee dat de held(in) zijn/haar naam ter plekke verzint naar aanleiding van het probleem. De kinderen gaan staan, verzinnen verder zelf hun spelsituaties en wisselen zo lang om totdat je aangeeft dat ze op hun plek mogen gaan zitten.

    Kern.
    De groep zit in hoefijzeropstelling.
    Instructie: Jullie krijgen zo in werkgroepen de opdracht om een nieuwe superheld te kiezen. Veel superhelden zijn bijvoorbeeld gekozen op basis van dieren of insecten zoals ‘Spiderman’ (spinnenman). Maar zou Torrenman ook kunnen en zo ja: wat zou zijn kracht dan zijn?
    Van de vijf teams maken er twee een mannelijke held, twee een vrouwelijke held en één groep maakt een heldenduo man/vrouw.
    Jullie kiezen straks een nieuwe superheld en maken daar een verhaal over in vier stappen (bespreek de opbouw, zie bijlage 2).
    Het is lastig om niet te vechten in deze opdracht maar let op: er mogen niet meer dan 5 aanvalsbewegingen in zitten en ze moeten goed worden ingestudeerd. Ook mag er niemand sterven in jullie verhaal.

    Bespreek kort de aandachtspunten die op de opdrachtkaarten staan. Maak maximaal vijf werkgroepen en deel de opdrachtkaarten uit. Geef ze een kleine 10 minuten de tijd om te repeteren, applaudisseer na iedere uitvoering en bespreek kort na.

    Wist je dat in het rechter menu en onder het klassenmenu een link staat naar het leerkrachtscherm? Hier vind je allerlei ondersteunde informatie.

    Advies gebruik pictogrammen Acteerspel »

    Pictogrammen zijn in deze methode cruciaal om te gebruiken, het zijn je aandachtspunten: je bespreekt er op na en je leert je kinderen op zowel actief als receptief niveau wat bij de kunstvorm theater van belang is. Kijk voor de toepassing van die pictogrammen op deze pagina.
    We willen je graag adviseren welke pictogrammen je zou kunnen gebruiken. Let op, voor de leeftijdsgroep waar jij mee werkt zijn dat hooguit 2/3/4 pictogrammen: je wil je kinderen niet overvragen.

    Welke pictogrammen passen bij deze les?
    Denk aan je mimiek
    Ga niet voor elkaar staan
    Niet door elkaar praten.
    Niet met je rug naar het publiek toe staan.
    Speel met gebaren.
    Speel vanuit lichaamshouding.
    Speel in het midden van het spelvlak.
    Spreek verstaanbaar.
    Er is nog een andere werkwijze (toepassing 2), die kun je hier bekijken.

    Nabespreken van een presentatie bij drama »

    Een nabespreking van een presentatie bij drama bestaat uit 3 aspecten:
    1: De opdracht. Bijvoorbeeld: Waar gaat dit feest over?
    2: Iets dat het competente gevoel stimuleert, zoals een publiekscompliment. Bijvoorbeeld: ‘Publiek, benoem een sterk moment uit deze presentatie’.
    3: Het spel. Dit doe je naar aanleiding van pictogrammen (aandachtspunten). Onderaan het klassenmenu staat een link naar het leerkrachtscherm, daar staan de pictogrammen. Je kan ze daar ook uitprinten. Zonder het werken met aandachtspunten verklein je de kans op spelontwikkeling en inzicht, het is dus erg belangrijk om de pictogrammen te gebruiken. Voorbeeldvraag: ‘Waar was er sprake van een heldere gezichtsuitdrukking?’

    Behandel op tempo deze 3 aspecten. Wil je vakdidactisch correct nabespreken maak dan een notitie op je lesopzet voordat je de les geeft.

    Wil je iets kwijt over deze les?
    Een aanvulling, idee, opmerking over deze les? Heb je een foutje gezien, of wil je ons laten weten hoe de les is gegaan: vul onderstaand formulier in. We zijn blij met iedere reactie, het helpt ons om de kwaliteit te waarborgen die je van ons gewend bent.

    Superheld!

    Werkvorm(en): acteerspel.
    Activiteit: De kinderen verzinnen een superheldenverhaal en presenteren dat aan elkaar.
    Benodigdheden: het is prettig wanneer kinderen in deze les gebruik mogen maken van basismateriaal ter illustratie van hun superkrachten. Pittenzakjes, touw, een lap stof…
    Opmerking: in de presentaties mogen niet meer dan vijf aanvalsbewegingen zitten om te voorkomen dat het één en al vechten en stoeien wordt.
    Print les + opdrachtkaarten

    Inleiding.
    De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat jullie in deze les gaan acteren. Benadruk dat je bij acteerspel duidelijk moet spreken en vanuit houding en gebaar moet spelen.

    Warming up klassikaal.
    De groep staat verspreid in het lokaal.
    Instructie: Je krijgt spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met een klasgenoot.

    Spelopdrachten: je doet je heldenkostuum aan, je vliegt door de lucht, je tilt een rotsblok op, je schiet spinnenwebben uit je pols.

    Geef kinderen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen.

    Warming up tweetallen.
    De groep zit in tweetallen in het lokaal op de grond, ze bepalen wie A is en wie B.
    Instructie: A je verzint een probleem en roept B de superheld. B begrijpt dan pas wie hij is -verzint ter plekke een naam en lost het probleem op.

    Doe dit een keer voor met een kind voordat de kinderen in tweetallen aan de slag gaan.
    Kies een kind en roep: Help mijn katje durft niet meer uit de boom te komen! Stimuleer het kind heldhaftig op te komen en te roepen: ‘Geen nood, hier is …. [verzin een naam bijvoorbeeld Kat-maaaaan!]’ en laat het kind de scene succesvol afronden.
    De kinderen gaan staan, verzinnen verder zelf hun spelsituaties en wisselen zo lang om totdat je aangeeft dat ze op hun plek mogen gaan zitten.

    Kern.
    De groep zit in hoefijzeropstelling.
    Instructie: Jullie trekken zo twee superkrachten, deze komen uit een bestaande lijst gebaseerd op films en stripboeken. Je maakt een verhaal waarbij één of twee superhelden hun krachten moeten gebruiken. Let op: je hoeft niet per se te vechten in deze opdracht, doe je dat wel dan mogen er niet meer dan vijf aanvalsmomenten in zitten (schieten, of bewegingen zoals slaan).

    Bespreek kort de aandachtspunten die op de opdrachtkaarten staan en de pictogrammen die je hebt gekozen. Maak maximaal vijf werkgroepen en deel de opdrachtkaarten uit, laat ieder groepje twee kaartjes met superkrachten trekken. Geef ze een kleine 10 minuten de tijd om te repeteren, applaudisseer na iedere uitvoering en bespreek kort na.

    Wist je dat in het rechter menu en onder het klassenmenu een link staat naar het leerkrachtscherm? Hier vind je allerlei ondersteunde informatie.

    Advies gebruik pictogrammen Acteerspel »

    Pictogrammen zijn in deze methode cruciaal om te gebruiken, het zijn je aandachtspunten: je bespreekt er op na en je leert je kinderen op zowel actief als receptief niveau wat bij de kunstvorm theater van belang is. Kijk voor de toepassing van die pictogrammen op deze pagina.
    We willen je graag adviseren welke pictogrammen je zou kunnen gebruiken. Let op, voor de leeftijdsgroep waar jij mee werkt zijn dat hooguit 2/3/4 pictogrammen: je wil je kinderen niet overvragen.

    Welke pictogrammen passen bij deze les?
    Denk aan je mimiek
    Ga niet voor elkaar staan
    Niet door elkaar praten.
    Niet met je rug naar het publiek toe staan.
    Speel met gebaren.
    Speel vanuit lichaamshouding.
    Speel in het midden van het spelvlak.
    Spreek verstaanbaar.
    Er is nog een andere werkwijze (toepassing 2), die kun je hier bekijken.

    Nabespreken van een presentatie bij drama »

    Een nabespreking van een presentatie bij drama bestaat uit 3 aspecten:
    1: De opdracht. Bijvoorbeeld: Waar gaat dit feest over?
    2: Iets dat het competente gevoel stimuleert, zoals een publiekscompliment. Bijvoorbeeld: ‘Publiek, benoem een sterk moment uit deze presentatie’.
    3: Het spel. Dit doe je naar aanleiding van pictogrammen (aandachtspunten). Onderaan het klassenmenu staat een link naar het leerkrachtscherm, daar staan de pictogrammen. Je kan ze daar ook uitprinten. Zonder het werken met aandachtspunten verklein je de kans op spelontwikkeling en inzicht, het is dus erg belangrijk om de pictogrammen te gebruiken. Voorbeeldvraag: ‘Waar was er sprake van een heldere gezichtsuitdrukking?’

    Behandel op tempo deze 3 aspecten. Wil je vakdidactisch correct nabespreken maak dan een notitie op je lesopzet voordat je de les geeft.

    Wil je iets kwijt over deze les?
    Een aanvulling, idee, opmerking over deze les? Heb je een foutje gezien, of wil je ons laten weten hoe de les is gegaan: vul onderstaand formulier in. We zijn blij met iedere reactie, het helpt ons om de kwaliteit te waarborgen die je van ons gewend bent.