Creëer en Leer DRAMA

Previous Next
  • Dramalessen per groep
    • Dramalessen voor groep 1
    • Dramalessen voor groep 2
    • Dramalessen voor groep 3
    • Dramalessen voor groep 4
    • Dramalessen voor groep 5
    • Dramalessen voor groep 6
    • Dramalessen voor groep 7
    • Dramalessen voor groep 8
  • Abonnementen
    • Abonnementen
  • Trainingen
  • Gratis lessen
  • Een dramamethode kiezen
  • Contact

Feestfoto!

  • 28/09/2014
  • Holger
  • · Groep 3

Titel: Feestfoto!
Werkvorm(en): tableaus.
Activiteit: de kinderen verzinnen tableaus van een  feest en presenteren die aan elkaar.
Benodigdheden: een fluitje o.i.d. om het spel te ‘bevriezen’, eventueel petjes.
Opmerking: gebruik je petjes maak dan voor iedere werkgroep een tasje, anders kost het organisatorisch veel tijd.
Print les + opdrachten

Inleiding.
De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat jullie in deze les tableaus gaan maken, z.g. ‘levende foto’s’. Ga ter illustratie als standbeeld staan, bijvoorbeeld als iemand die juicht (hoeraaa!).

Warming up klassikaal.
De groep staat verspreid in het lokaal.
Instructie: Je krijgt straks spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met een klasgenoot. Als het fluitje klinkt ‘bevries’ je zoals je op dat moment bent, het is absoluut niet de bedoeling dat je ook maar iets beweegt na het fluitje.

Spelopdrachten: blaas kaarsjes op een taart uit, strooi met confetti, ga dansen, blaas ballonnen op, pak een cadeau uit dat erg tegenvalt, pak een cadeau uit dat je heel leuk vindt.

Geef kinderen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen voor je op het fluitje blaast.

Warming up tweetallen.
De groep zit in tweetallen in het lokaal op de grond, ze bepalen wie A is en wie B.
Instructie: Je zet in standbeeld wat je allemaal op je verjaardag zou kunnen doen, de ander raadt het en daarna wissel je. Let op: er mag geen beweging in zitten, je laat alleen het standbeeld zien.

Doe dit een keer voor met een kind voordat de kinderen in tweetallen aan de slag gaan. Ga bijvoorbeeld staan alsof je aan het bowlen bent. De kinderen gaan staan, verzinnen verder zelf hun spelsituaties en wisselen zo lang om totdat je aangeeft dat ze op hun plek mogen gaan zitten.

Geef kinderen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen voor je op het fluitje blaast.

Kern.
De groep zit in hoefijzeropstelling.
Instructie: Jullie krijgen zo in werkgroepen de opdracht om 3 foto’s te maken van een bepaald feest, lees de opdrachtkaart goed.

Opdrachten: Sinterklaas, kerstfeest, verjaardag, koningsdag, schooldisco. Reserve:  bruiloft

Bespreek kort de aandachtspunten op de opdrachtkaarten. Maak maximaal vijf werkgroepen en deel de opdrachtkaarten uit. Geef ze een kleine 10 minuten de tijd om te repeteren, applaudisseer na iedere uitvoering en bespreek kort na.

Opmerking: Bij het uitvoeren in de leskern sluit het publiek steeds de ogen terwijl de spelers de tableaus klaarzetten. Jij geeft het teken waarop het publiek mag kijken.

Nabespreken van een presentatie bij drama »

Een nabespreking van een presentatie bij drama bestaat uit 3 aspecten:
1: De opdracht. Bijvoorbeeld: Waar gaat dit feest over?
2: Iets dat het competente gevoel stimuleert, zoals een publiekscompliment. Bijvoorbeeld: ‘Publiek, benoem een sterk moment uit deze presentatie’.
3: Het spel. Dit doe je naar aanleiding van pictogrammen (aandachtspunten). Onderaan het klassenmenu staat een link naar het leerkrachtscherm, daar staan de pictogrammen. Je kan ze daar ook uitprinten. Zonder het werken met aandachtspunten verklein je de kans op spelontwikkeling en inzicht, het is dus erg belangrijk om de pictogrammen te gebruiken. Voorbeeldvraag: ‘Waar was er sprake van een heldere gezichtsuitdrukking?’

Behandel op tempo deze 3 aspecten. Wil je vakdidactisch correct nabespreken maak dan een notitie op je lesopzet voordat je de les geeft.

Wil je iets kwijt over deze les?
Een aanvulling, idee, opmerking over deze les? Heb je een foutje gezien, of wil je ons laten weten hoe de les is gegaan: vul onderstaand formulier in. We zijn blij met iedere reactie, het helpt ons om de kwaliteit te waarborgen die je .

website in ontwikkeling

  • 23/07/2014
  • Holger
  • · Uncategorized

Drama is het schoolvak over de kunstvorm theater. Net als dat het bij het vak muziek leuk is om eens een schoolconcert te geven, of bij beeldende vorming om een tentoonstelling te maken, is het bij drama leuk en leerzaam om eens een voorstelling te maken. Maar hoe?

ei-15741-originalHoe maak je in korte tijd een kleutermusical, een kleine presentatie in december, een circusvoorstelling met groep 4? Kan de manier waarop de eindmusical wordt gemaakt effectiever? Weet jij hoe je moet regisseren of met je kinderen een toneelstuk kan maken?
Holger werkt momenteel aan een website gebaseerd op het boek ‘de Planken op’. Een website waarmee iedereen tot in detail de informatie kan opzoeken om een eigen toneelpresentatie mee te maken. Nieuwsgierig? Verwacht wordt dat de website eind 2016 online gaat.
Een abonnement op deze website zal zoals je van ons gewend bent laag geprijsd zijn.

50/50-musicals: eindmusicals voor de helft bepaald door jouw kinderen!
In deze nieuwe website zit een functie waarmee je met je groep een basisverhaal kiest. Vervolgens vul je het bijbehorende digitale formulier in en druk je op ‘verzenden’. Binnen 10 seconden heb jij je 50/50 musical script in je postvak.Meer weten, klik hier.

Alvast een kijkje nemen? Zie hier

Vanwaar dit feest?

  • 06/06/2014
  • Holger
  • · Groep 6

Werkvorm(en): objectenspel.
Activiteit: De kinderen veranderen voorwerpen van betekenis, verzinnen een verhaal over de aanleiding van een feest  en presenteren dat aan elkaar.
Benodigdheden: opdrachtkaarten, pittenzakken, 5 verschillende objecten zoals een touw, een lap, een krukje, een emmer, een plastic fles, een stok (zie ‘opmerking’).
Opmerking: Een veilig alternatief voor de stok: wikkel wat dik papier of karton om een stok en zet het vast met plakband. Haal de stok er tussenuit en je hebt een ‘kartonnen stok’.
Print lesopzet en opdrachtkaarten

Inleiding.
De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat jullie in deze les voorwerpen van betekenis gaan veranderen. Illustreer dit door bijvoorbeeld een pittenzak te pakken en die te veranderen in een ballon. Vertel ook dat er vandaag bij objectenspel niet gesproken wordt en koppel eventueel terug naar de pictogrammen die je voor deze les hebt uitgekozen.

Warming up klassikaal.
Deel pittenzakken uit. De groep verspreidt zich door het lokaal.
Instructie: Je krijgt straks spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met een klasgenoot. Je verandert de pittenzak steeds van betekenis.

Spelopdrachten: een cadeautje (pak het uit), een stuk taart, een feesthoed, een mp3 speler (ga dansen), een haarborstel (borstel je haren netjes).

Geef kinderen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen.

Warming up tweetallen.
De groep zitten in tweetallen in het lokaal op de grond.
Instructie: Je kan wel 100 dingen doen op een feest, van zwemmen tot koekhappen, naar de kinderboerderij of naar het pretpark. Je beeldt straks een activiteit uit die je op een feestje kan doen en verandert daarbij de pittenzak. Je medespeler raadt wat je doet en waar je de pittenzak in hebt veranderd.

Doe dit een keer voor met een kind voordat de kinderen in tweetallen aan de slag gaan. Vraag een kind naar voren en speel alsof je in de bioscoop bent, je pittenzak is een bak popcorn. Het kind mag de plek (bioscoop) en pittenzak (popcorn) raden, daarna wisselen jullie en mag jij raden. De kinderen gaan staan, verzinnen verder zelf hun spelsituaties en wisselen zo lang om totdat je aangeeft dat ze op hun plek mogen gaan zitten.

Kern.
De groep zit in hoefijzeropstelling, laat ze de pittenzakken inleveren. De 5 voorwerpen liggen in het zicht.

Instructie: Je kan een feest geven omdat je goudvis jarig is, of omdat je sportclub kampioen is geworden, je opa 100 of de stad waarin je woon 800 jaar oud is. Verzin straks in je werkgroep een bijzondere aanleiding voor een feest, beeld dat uit en verander de 5 voorwerpen daarvoor van betekenis. De voorwerpen mag je tijdens het repeteren niet gebruiken omdat er maar één set van is, tijdens het uitvoeren van jullie verhaal gebruik je ze natuurlijk wel.

Bespreek kort de aandachtspunten op de opdrachtkaarten. Maak werkgroepen en deel de opdrachtkaarten uit. Na de presentaties krijgen de werkgroepen applaus en wordt er kort nabesproken.

Advies gebruik pictogrammen Objectenspel »

Pictogrammen zijn in deze methode cruciaal om te gebruiken, het zijn je aandachtspunten: je bespreekt er op na en je leert je kinderen op zowel actief als receptief niveau wat bij de kunstvorm theater van belang is. Kijk voor de toepassing van die pictogrammen op deze pagina. We willen je graag adviseren welke pictogrammen je zou kunnen gebruiken. Let op, voor de leeftijdsgroep waar jij mee werkt zijn dat hooguit 2 pictogrammen: je wil je kinderen niet overvragen.

Welke pictogrammen passen bij deze les?
Objectenspel: Gebruik ieder object als iets anders.
Denk aan je mimiek
Ga niet voor elkaar staan
Niet met je rug naar het publiek toe staan.
Speel met gebaren.
Speel vanuit lichaamshouding.
Speel in het midden van het spelvlak.

Er is nog een andere werkwijze (toepassing 2), die kun je hier bekijken.

Nabespreken van een presentatie bij drama »

Een nabespreking van een presentatie bij drama bestaat uit 3 aspecten:

1: De opdracht. Bijvoorbeeld: Wat is de aanleiding voor dit feest?
2: Iets dat het competente gevoel stimuleert, zoals een publiekscompliment. Bijvoorbeeld: ‘Publiek, benoem een sterk moment uit deze presentatie’.
3: Het spel. Dit doe je naar aanleiding van pictogrammen (aandachtspunten).

Onderaan het klassenmenu staat een link naar het leerkrachtscherm, daar staan verdere didactische adviezen.

Behandel op tempo deze 3 aspecten. Wil je vakdidactisch correct nabespreken maak dan een notitie op je lesopzet voordat je de les geeft.

Wil je iets kwijt over deze les? Een aanvulling, idee, opmerking over deze les? Heb je een foutje gezien, of wil je ons laten weten hoe de les is gegaan: vul onderstaand formulier in. We zijn blij met iedere reactie, het helpt ons om de kwaliteit te waarborgen die je van ons gewend bent.

Kerndoel 56

  • 29/05/2014
  • Holger
  • · Actueel

Volgens de kerndoelen moet ieder kunstvak aandacht besteden aan cultureel erfgoed. Erfgoed is een brede term want er zijn veel soorten zoals industrieel, bouwkundig, immaterieel en zelfs onroerend erfgoed. Wat is cultureel erfgoed?

Kerndoel-56-logo-1 Cultureel erfgoed is als containerbegrip niet uitsluitend te objectiveren. In de meest basale vorm is cultureel erfgoed dat wat wordt bewaard en daarmee onderdeel wordt van ons individuele en/of collectieve geheugen. Dat kunnen voorwerpen zijn in musea, archeologische vondsten, archieven, monumenten en landschappen. Maar ook de daaraan verbonden gebruiken, feesten, verhalen en gewoonten.

Bronnen: »

http://www.cultuurnetwerk.nl/indexdef.htm#erfgoed
http://www.encyclo.nl/lokaal/10273
http://www.amnesty.nl/encyclopedie_lemma/1029

Deze uitermate brede definitie heeft als voordeel dat je als methodemaker vrij snel klaar bent. Dramaland bijvoorbeeld besteedt aandacht aan zaken als Koningsdag en Sinterklaas en voldoet daarmee aan kerndoel 56. Maar in Dramaland doen we meer:

1: Voor alle groepen worden er in 2015 lessen geplaatst over het leven van Rembrandt, Anne Frank, Willem Barentz enzovoorts maar ook lessen rond echte Hollandse verhalen. Erfgoed-dramalessen.
2: Er is een programma in Dramaland waarbij jij lesstof in kan voeren over je zelfgekozen erfgoed onderwerp. Je drukt op ‘verzenden’ en hebt binnen 10 seconden je zelf gemaakte dramales in je mailbox. Een uniek idee, zo kun jij een dramales geven over de molen bij jou om de hoek, het ontstaan van de wijk waar je school staat of die held uit ‘de canon’ waar je het in de klas over hebt gehad.

Voorbeelden van onderwerpen:
Personen: Rembrandt, Anne Frank, Willem Barentz, Willem van Oranje, Hugo de Groot.
Feesten/evenementen: Sinterklaas, Koningsdag, de Elfstedentocht, Bevrijdingsdag.

Waar vind je het erfgoed programma?
Van groep 5-8 staat onder aan het klassenmenu een link. Als je daar op klikt kom je in de gebruiksaanwijzing. Ben je ingelogd? Ga dan direct naar de erfgoedpagina.

Erfgoed test

  • 27/05/2014
  • Holger
  • · Uncategorized

Verandering van positie

  • 10/05/2014
  • Holger
  • · Uncategorized

Veel leerkrachten hebben het gevoel dat ze niet genoeg weten van drama om het verantwoord te geven. Dat kan zijn, echter is het de vraag wat je allemaal moet weten om drama goed te geven. Al helemaal wanneer je van positie kan veranderen.

We geven allemaal les vanuit een bepaalde positie, noem dat positiegebondenheid. Deze positie komt voort uit verschillende aspecten. Waaronder de cultuur van het land waar je in woont, die van de school, die van het onderwijs in het algemeen en die van jouw klas.
Een andere, wellicht nog complexere factor is de positie die je naar jezelf toe inneemt en het beeld dat daaruit is voortgekomen. In veel gevallen is het beeld dat onderwijsgevenden van zichzelf hebben dat ze meer feitelijke kennis bezitten dan hun leerlingen en dus de aangewezen persoon zijn om de weg naar die feitelijke kennis (‘waarheden’) aan te wijzen. In alle eerlijkheid geeft dat ook het gevoel competent te zijn, iets dat voor ons volwassenen tevens tot de basisbehoeften behoort.
Laat drama nou net een vak zijn waar de feitelijkheden een middel zijn om tot leren te komen en niet zozeer het doel op zich. Lees hiervoor de tekst ‘Hoe leer je bij drama?’
Dit vraagt van jou een andere positie, namelijk die van medeonderzoeker: om samen betekenis te kunnen geven aan het werk van kinderen moet je in staat zijn te schakelen van de alweter (vóór de klas met aanwijsstok) naar medeonderzoeker (achter in de klas, meekijkend naar het vraagstuk dat er ligt).
Dit bewust schakelen van positie of rol zo je wilt kost in het begin misschien energie, maar levert uiteindelijk een zo mogelijk nog groter gevoel competent te zijn op dan wanneer je ‘de waarheid’ zou mededelen.

Moet je op de hoogte zijn van alle vakdidactische ins & outs om drama te geven? Nee, niet wanneer je in staat bent om van alweter naar medeonderzoeker te schakelen. Een voorwaarde is dat het lesmateriaal voldoende voorziet in de randvoorwaarden voor een geslaagde dramales natuurlijk, maar verder is het vooral van belang om samen met de kinderen tot leren te kunnen komen.

Consequenties zijn bijvoorbeeld.
Vragen stellen in plaats van antwoorden geven.
Waarnemen in plaats van beoordelen.
Interactie stimuleren in plaats van stilte afdwingen.

Hoe leer je bij drama?

  • 10/05/2014
  • Holger
  • · Uncategorized

Drama is een kunstenvak, je voelt misschien aan dat dit minder vastgelegde ‘harde’ leerstof betreft, hoewel er ook feitelijkheden zijn. Deze gaan over speltechnische zaken als verstaanbaarheid, kijklijnen, effectief gebruik van bijvoorbeeld gebaar of mimiek. In Dramaland zijn deze feitelijkheden weergegeven in zogenaamde pictogrammen.

Speltechnische regels: pictogrammen.
Het pictogram over verstaanbaarheid hangt aan de muur en je merkt dat een klasgenoot daar erg goed in is. Ze acteert verstaanbaar. Hoe en of je hiervan leert hangt erg af van de wijze waarop het wordt besproken, zeg maar de betekenis die hier aan wordt verleend.
Leerkracht A stelt het vast: ‘Marijke is goed verstaanbaar’, en daar moeten we het maar mee doen.
Leerkracht B verleent betekenis aan het begrip verstaanbaarheid. Door met de kinderen daar kort over te praten in een nagesprek (of leergesprek zo je wil) is Leerkracht B  actief met de kinderen aan het onderzoeken wat er zo belangrijk aan verstaanbaarheid is. Hierin houdt zij zich redelijk op de vlakte omdat het daadwerkelijke leren zich grotendeels bij de kinderen moet afspelen. Stelt vragen en vraagt door:

Waarom is die verstaanbaarheid zo belangrijk, wat gebeurt er als Marijke richting de achterwand praat of naar haar voeten. Hoe werkt dat? Wat gebeurt er met jou als kijker? Hoe kan dat?

Je leert bij drama door betekenis te verlenen aan die speltechnische regels. Dit gebeurt wanneer de leerkracht met je in dialoog treedt om er samen betekenis aan te geven. Zo’n onderzoekende dialoog lijkt in veel gevallen op een Socratisch gesprek, anderen noemen het een leergesprek. Welke naam je er ook aan geeft, de leerkracht stimuleert de leerlingen betekenis te geven aan de speltechnische begrippen: de kracht en het belang van bijvoorbeeld spelvlak verdeling, mimiek, gebaar, spelrichting enzovoorts. Op deze manier leren kinderen op zowel actief als receptief niveau over de kunstvorm theater.

Bij drama is er sprake van een sociaal constructivistische leerstijl. Vaak wordt Piaget (meer een cognitivist dan een constructivist) in verband gebracht met drama, maar er vanuit gaan dat een kind iets kan omdat hij een bepaalde leeftijd heeft bereikt gaat in dit vak jammer genoeg niet op. In de praktijk kan het bijvoorbeeld zo zijn dat een groep 5 veel beter is in drama dan een groep 8. De theorie van Vygotsky sluit in die zin beter aan bij hoe er in de dramales wordt geleerd: je leert van elkaar in een sociale constructie, creëert samen kennis.

De leerweg is misschien anders dan je gewend bent, de uitkomst is hetzelfde: leerlingen onthouden (spelregels/technieken), reproduceren (in besprekingen bijvoorbeeld) en passen kennis toe (in een presentatie). Dat toepassen is bij een actief vak van groot belang, over de ideale randvoorwaarden hiervoor misschien later meer.

Meer lezen over de pictogrammen in Dramaland? Kijk hier
Meer lezen over sociaal constructivistisch leren, zie deze link van de website natuurlijkleren.net

lerendrama2

Dorothy Heathcote

  • 10/05/2014
  • Holger
  • · Uncategorized

Op een bepaalde manier is Dorothy Heathcotes methodiek nog altijd actueel. Er is veel te zeggen over deze legendarische dramadocente maar waarom ze in deze methode staat vermeld is om de manier waarop zij kinderen zag: als volwaardig en groots, ongeacht hun leeftijd.Watch Full Movie Online Streaming Online and Download

Dit kan je terug vinden in het concept ‘de mantel van de expert’: kennis ontsluiten door de kinderen als experts een vraagstuk te lijf te laten gaan. In Dramaland kun je dat sterk terug zien in de lessen voor het jonge kind: in plaats van het kind te leiden stel je hen een spelvraag. Niet dat jij niet weet wat het beste antwoord op het vraagstuk zou zijn, maar dat is niet zo interessant. Het idee is dat zij kennis genereren en construeren door te handelen, te onderzoeken en te communiceren. Juist ook in de ‘teacher-in-role’ lessen presenteer je een probleem waarbij de kleuters naar een oplossing moeten zoeken.

Dit vraagt soms een denkomslag, de jonge kind lessen bieden daartoe genoeg handvatten maar zijn zo opgebouwd dat je daar je eigen weg in kan en mag zoeken. Heb je behoefte aan die structuur dan volg je strakker de beschreven lijn, wil of durf je de ‘mantel van de expert’ af te staan aan de kinderen dan hoef je enkel met het centrale gegeven uit de les te komen en de kinderen te ondersteunen waar nodig bij het ontrafelen en oplossen.

Bij het oudere kind geef je hen die mantel van de expert bij het bespreken van presentaties: jij oordeelt niet maar probeert door middel van het stellen van open vragen de kinderen tot nadenken te stimuleren. Zij zijn prima in staat met de spelcriteria (pictogrammen) om te gaan en dus ook expert.

Dorothy Heathcote MBE (29 augustus 1926-8 oktober 2011) was een docent drama en academicus die de methode “teacher in role” inzette voor geïntegreerd onderwijs. Ze was een zeer vaardige drama en theaterdocent die de benadering van de ‘mantel van de expert’ heeft gedefinieerd en ontwikkeld voor het onderwijs. Haar belangrijkste boek schreef ze met Gavin Bolton, en heet ‘Drama for Learning’ (1994). Een ander belangrijk boek over haar werkwijze is geschreven door Betty Jane Wagner en heet ‘Drama as a Creative Teaching and Learning Medium.’,

Bron: wikipedia.org

Pictogram advies

  • 09/05/2014
  • Holger
  • · Uncategorized

Advies gebruik pictogrammen »

Pictogrammen zijn in deze methode cruciaal om te gebruiken, het zijn je aandachtspunten: je bespreekt er op na en je leert je kinderen op zowel actief als receptief niveau wat bij de kunstvorm theater van belang is.  We willen je graag adviseren welke pictogrammen je zou kunnen gebruiken. Let op, voor de leeftijdsgroep waar jij mee werkt zijn dat hooguit 2/3/4 pictogrammen: je wil je kinderen niet overvragen.

Welke pictogrammen passen bij deze les?
Denk aan je mimiek
Ga niet voor elkaar staan
Niet door elkaar praten.
Niet met je rug naar het publiek toe staan.
Speel met gebaren.
Speel vanuit lichaamshouding.
Speel in het midden van het spelvlak.
Spreek verstaanbaar.
Hoorspel: Doe geluiden echt na en niet met letters.
Hoorspel: Doe ook omgevingsgeluiden na.
Improviseren: Ga op elkaar in.
Improviseren: Start de improvisatie positief.
Jabbertalk: Alle talen kloppen.
Objectenspel: Gebruik ieder object als iets anders.
Tableaus: Sta helemaal stil.

Er is nog een andere werkwijze (toepassing 2), die kun je hier bekijken.

 

Advies gebruik pictogrammen Acteerspel »

Pictogrammen zijn in deze methode cruciaal om te gebruiken, het zijn je aandachtspunten: je bespreekt er op na en je leert je kinderen op zowel actief als receptief niveau wat bij de kunstvorm theater van belang is. Kijk voor de toepassing van die pictogrammen op deze pagina.
We willen je graag adviseren welke pictogrammen je zou kunnen gebruiken. Let op, voor de leeftijdsgroep waar jij mee werkt zijn dat hooguit 2/3/4 pictogrammen: je wil je kinderen niet overvragen.

Welke pictogrammen passen bij deze les?
Denk aan je mimiek
Ga niet voor elkaar staan
Niet door elkaar praten.
Niet met je rug naar het publiek toe staan.
Speel met gebaren.
Speel vanuit lichaamshouding.
Speel in het midden van het spelvlak.
Spreek verstaanbaar.
Er is nog een andere werkwijze (toepassing 2), die kun je hier bekijken.

 

Advies gebruik pictogrammen Tableaus »

Pictogrammen zijn in deze methode cruciaal om te gebruiken, het zijn je aandachtspunten: je bespreekt er op na en je leert je kinderen op zowel actief als receptief niveau wat bij de kunstvorm theater van belang is. Kijk voor de toepassing van die pictogrammen op deze pagina.
We willen je graag adviseren welke pictogrammen je zou kunnen gebruiken. Let op, voor de leeftijdsgroep waar jij mee werkt zijn dat hooguit 2/3/4 pictogrammen: je wil je kinderen niet overvragen.

Welke pictogrammen passen bij deze les?
Denk aan je mimiek
Ga niet voor elkaar staan
Niet met je rug naar het publiek toe staan.
Speel vanuit lichaamshouding.
Speel in het midden van het spelvlak.
Sta helemaal stil.

Er is nog een andere werkwijze (toepassing 2), die kun je hier bekijken.

 

Advies gebruik pictogrammen Pantomime »

Pictogrammen zijn in deze methode cruciaal om te gebruiken, het zijn je aandachtspunten: je bespreekt er op na en je leert je kinderen op zowel actief als receptief niveau wat bij de kunstvorm theater van belang is. Kijk voor de toepassing van die pictogrammen op deze pagina.
We willen je graag adviseren welke pictogrammen je zou kunnen gebruiken. Let op, voor de leeftijdsgroep waar jij mee werkt zijn dat hooguit 2/3/4 pictogrammen: je wil je kinderen niet overvragen.

Welke pictogrammen passen bij deze les?
Denk aan je mimiek
Ga niet voor elkaar staan
Niet door elkaar praten.
Niet met je rug naar het publiek toe staan.
Speel met gebaren.
Speel vanuit lichaamshouding.
Speel in het midden van het spelvlak.
Er is nog een andere werkwijze (toepassing 2), die kun je hier bekijken.

 

Advies gebruik pictogrammen Objectenspel »

Pictogrammen zijn in deze methode cruciaal om te gebruiken, het zijn je aandachtspunten: je bespreekt er op na en je leert je kinderen op zowel actief als receptief niveau wat bij de kunstvorm theater van belang is. Kijk voor de toepassing van die pictogrammen op deze pagina.
We willen je graag adviseren welke pictogrammen je zou kunnen gebruiken. Let op, voor de leeftijdsgroep waar jij mee werkt zijn dat hooguit 2/3/4 pictogrammen: je wil je kinderen niet overvragen.

Welke pictogrammen passen bij deze les?
Gebruik ieder object als iets anders.
Denk aan je mimiek
Ga niet voor elkaar staan
Niet met je rug naar het publiek toe staan.
Speel met gebaren.
Speel vanuit lichaamshouding.
Speel in het midden van het spelvlak.
Er is nog een andere werkwijze (toepassing 2), die kun je hier bekijken.

Advies gebruik pictogrammen Hoorspel »

Pictogrammen zijn in deze methode cruciaal om te gebruiken, het zijn je aandachtspunten: je bespreekt er op na en je leert je kinderen op zowel actief als receptief niveau wat bij de kunstvorm theater van belang is. Kijk voor de toepassing van die pictogrammen op deze pagina.
We willen je graag adviseren welke pictogrammen je zou kunnen gebruiken. Let op, voor de leeftijdsgroep waar jij mee werkt zijn dat hooguit 2/3/4 pictogrammen: je wil je kinderen niet overvragen.

Welke pictogrammen passen bij deze les?
Niet door elkaar praten.
Spreek verstaanbaar.
Doe geluiden echt na en niet met letters.
Doe ook omgevingsgeluiden na.
Er is nog een andere werkwijze (toepassing 2), die kun je hier bekijken.

Advies gebruik pictogrammen Combinatiespel »

Pictogrammen zijn in deze methode cruciaal om te gebruiken, het zijn je aandachtspunten: je bespreekt er op na en je leert je kinderen op zowel actief als receptief niveau wat bij de kunstvorm theater van belang is. Kijk voor de toepassing van die pictogrammen op deze pagina.
We willen je graag adviseren welke pictogrammen je zou kunnen gebruiken. Let op, voor de leeftijdsgroep waar jij mee werkt zijn dat hooguit 2/3/4 pictogrammen: je wil je kinderen niet overvragen.

Welke pictogrammen passen bij deze les?
Denk aan je mimiek
Ga niet voor elkaar staan
Niet door elkaar praten.
Niet met je rug naar het publiek toe staan.
Speel met gebaren.
Speel vanuit lichaamshouding.
Speel in het midden van het spelvlak.
Spreek verstaanbaar.
Er is nog een andere werkwijze (toepassing 2), die kun je hier bekijken.

Advies gebruik pictogrammen Jabbertalk »

Pictogrammen zijn in deze methode cruciaal om te gebruiken, het zijn je aandachtspunten: je bespreekt er op na en je leert je kinderen op zowel actief als receptief niveau wat bij de kunstvorm theater van belang is. Kijk voor de toepassing van die pictogrammen op deze pagina.
We willen je graag adviseren welke pictogrammen je zou kunnen gebruiken. Let op, voor de leeftijdsgroep waar jij mee werkt zijn dat hooguit 2/3/4 pictogrammen: je wil je kinderen niet overvragen.

Welke pictogrammen passen bij deze les?
Alle talen kloppen.
Denk aan je mimiek
Ga niet voor elkaar staan
Niet door elkaar praten.
Niet met je rug naar het publiek toe staan.
Speel met gebaren.
Speel vanuit lichaamshouding.
Speel in het midden van het spelvlak.
Spreek luid genoeg.
Er is nog een andere werkwijze (toepassing 2), die kun je hier bekijken.

Advies gebruik pictogrammen Nasynchronisatie »

Pictogrammen zijn in deze methode cruciaal om te gebruiken, het zijn je aandachtspunten: je bespreekt er op na en je leert je kinderen op zowel actief als receptief niveau wat bij de kunstvorm theater van belang is. Kijk voor de toepassing van die pictogrammen op deze pagina.
We willen je graag adviseren welke pictogrammen je zou kunnen gebruiken. Let op, voor de leeftijdsgroep waar jij mee werkt zijn dat hooguit 2/3/4 pictogrammen: je wil je kinderen niet overvragen.

Welke pictogrammen passen bij deze les?
Niet door elkaar praten.
Denk aan je mimiek
Ga niet voor elkaar staan
Niet met je rug naar het publiek toe staan.
Speel met gebaren.
Speel vanuit lichaamshouding.
Speel in het midden van het spelvlak.
Spreek verstaanbaar.
Er is nog een andere werkwijze (toepassing 2), die kun je hier bekijken.

Advies gebruik pictogrammen Improvisatie »

Pictogrammen zijn in deze methode cruciaal om te gebruiken, het zijn je aandachtspunten: je bespreekt er op na en je leert je kinderen op zowel actief als receptief niveau wat bij de kunstvorm theater van belang is. Kijk voor de toepassing van die pictogrammen op deze pagina.
We willen je graag adviseren welke pictogrammen je zou kunnen gebruiken. Let op, voor de leeftijdsgroep waar jij mee werkt zijn dat hooguit 2/3/4 pictogrammen: je wil je kinderen niet overvragen.

Welke pictogrammen passen bij deze les?
Ga op elkaar in.
Start de improvisatie positief.
Niet door elkaar praten.
Niet met je rug naar het publiek toe staan.
Spreek verstaanbaar.
Denk aan je mimiek
Ga niet voor elkaar staan
Speel met gebaren.
Speel vanuit lichaamshouding.
Speel in het midden van het spelvlak.
Er is nog een andere werkwijze (toepassing 2), die kun je hier bekijken.

Vanwaar dit feestje?

  • 05/05/2014
  • Holger
  • · Groep 7

Werkvorm(en): objectenspel.
Activiteit: De kinderen veranderen voorwerpen van betekenis, verzinnen een verhaal rond een feest en presenteren dat aan elkaar.
Benodigdheden: opdrachtkaarten, pittenzakken, 5 verschillende objecten zoals een touw, een lap, een krukje, een emmer, een plastic fles, een stok (zie ‘opmerking’).
Opmerking: Een veilig alternatief voor de stok: wikkel wat dik papier of karton om een stok en zet het vast met plakband. Haal de stok er tussenuit en je hebt een ‘kartonnen stok’.
Print de les + opdrachtkaarten

Inleiding.
De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat jullie in deze les voorwerpen van betekenis gaan veranderen. Illustreer dit door bijvoorbeeld een pittenzak te pakken en die te veranderen in een mp3-speler: sluit een denkbeeldige koptelefoon aan en luister naar vrolijke muziek.

Warming up klassikaal.
Deel pittenzakken uit. De groep staat verspreid in het lokaal.

Instructie: Je krijgt straks spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met een klasgenoot. Je verandert de pittenzak steeds van betekenis.

Spelopdrachten:
Een mes om taart mee te snijden.
Een spiegel om je kapsel in te controleren.
Een cadeautje om uit te pakken.
Een blikje cola.
Een zakje chips.

Geef kinderen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen.

Warming up tweetallen.
De groep zitten in tweetallen in het lokaal op de grond, ze bepalen wie a is en wie b.

Instructie: Jullie krijgen steeds een korte feestelijke spelsituatie waarbij je beiden je pittenzak in iets moet veranderen.

De kinderen gaan staan met hun pittenzakken in hun hand en wachten op de eerste opdracht.

A je huisdier is jarig, B jouw huisdier komt bij het huisdier van A op bezoek.
B je hebt je diploma behaald, A geeft die officieel aan je.
A je bent door naar de live shows van een talentenjacht, B is je enige fan.
B je vindt een briefje van  €100,- op straat en gaat meteen met A feesten.

Geef kinderen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen.

Kern.
De groep zit in hoefijzeropstelling, laat ze de pittenzakken inleveren.

Instructie: Jullie krijgen zo in werkgroepen de opdracht om een reden te verzinnen voor een feest. Daar maken jullie met behulp van een stappenplan een verhaal van, daar moeten jullie bij praten. Alle voorwerpen moeten echter als iets anders worden gebruikt. De voorwerpen mag je tijdens het repeteren niet gebruiken omdat er maar één set is, tijdens het uitvoeren van jullie presentatie gebruik je het natuurlijk wel.

Bekijk de 5 voorwerpen en benadruk dat ze alle voorwerpen in iets anders moeten veranderen. Maak maximaal vijf werkgroepen en deel de opdrachtkaarten uit. Geef ze een kleine 10 minuten de tijd om te repeteren, applaudisseer na iedere uitvoering en bespreek kort na.

Nabespreken van een presentatie bij drama »

Een nabespreking van een presentatie bij drama bestaat uit 3 aspecten:
1: De opdracht. Bijvoorbeeld: Waarom wordt dit feest gegeven?
2: Iets dat het competente gevoel stimuleert, zoals een publiekscompliment. Bijvoorbeeld: ‘Publiek, benoem een sterk moment uit deze presentatie’.
3: Het spel. Dit doe je naar aanleiding van pictogrammen (aandachtspunten). Onderaan het klassenmenu staat een link naar het leerkrachtscherm, daar staan de pictogrammen. Je kan ze daar ook uitprinten. Zonder het werken met aandachtspunten verklein je de kans op spelontwikkeling en inzicht, het is dus erg belangrijk om de pictogrammen te gebruiken. Voorbeeldvraag: ‘Waar was er sprake van een heldere gezichtsuitdrukking?’

Behandel op tempo deze 3 aspecten. Wil je vakdidactisch correct nabespreken maak dan een notitie op je lesopzet voordat je de les geeft.

Wil je iets kwijt over deze les?
Een aanvulling, idee, opmerking over deze les? Heb je een foutje gezien, of wil je ons laten weten hoe de les is gegaan: vul onderstaand formulier in. We zijn blij met iedere reactie, het helpt ons om de kwaliteit te waarborgen die je van ons gewend bent.

Page 14 of 61« 1 … 12 13 14 15 16 … 61 »

Dramaland

  • Twitter
  • Facebook

Designed by Luke McDonald & Powered by WordPress