Creëer en Leer DRAMA

Previous Next
  • Dramalessen per groep
    • Dramalessen voor groep 1
    • Dramalessen voor groep 2
    • Dramalessen voor groep 3
    • Dramalessen voor groep 4
    • Dramalessen voor groep 5
    • Dramalessen voor groep 6
    • Dramalessen voor groep 7
    • Dramalessen voor groep 8
  • Abonnementen
    • Abonnementen
  • Trainingen
  • Gratis lessen
  • Een dramamethode kiezen
  • Contact

Dramales tableaus vanuit een schilder maken

  • 05/11/2015
  • Holger
  • · Groep 5 · Groep 6 · Groep 7 · Groep 8

Op deze pagina kan je zelf een tableaules naar aanleiding van het werk van een schilder maken.
Ter voorbereiding dien je 5 schilderijen van de betreffende schilder te kiezen, schilderijen met voldoende rollen (mensen, dieren, misschien objecten) die kinderen kunnen verbeelden. Deze print je uit (bij voorkeur in kleur) en voeg je bij de opdrachtkaarten.

Lees vóór gebruik de gebruikersvoorwaarden »

Dramaland behoudt het publicatierecht, dat wil zeggen dat je de les die je creëert niet openbaar mag maken zonder schriftelijke toestemming van de uitegever van deze methhode. De les is gemaakt in het didactisch model van Dramaland en wordt na beoordeling en eventuele tekstuele aanpassingen gedeeld met andere gebruikers van deze methode. Op de erfgoedlessen is auteursrecht van toepassing zoals beschreven onderaan deze pagina.


Let op: de ‘verzenden’-knop staat boven ‘Let op’, druk niet op ‘prev’ links onder anders ben je alles kwijt.

Drama in samenhang

  • 30/10/2015
  • Holger
  • · Uncategorized

Drama in samenhang met andere vakken of leergebieden, hoe werkt zoiets in Dramaland?

Wanneer kinderen bekend zijn met een bepaalde werkvorm (bijvoorbeeld pantomime) dan kun je die werkvorm gaan inzetten voor een ander leer of ontwikkelgebied.
In iedere definitie van het vak drama kom je deze toepassing tegen, maar geen enkele dramamethode voorziet daar in. Logisch ook, je kunt moeilijk naast je drama methodelessen grote aantallen andere lessen gaan ontwikkelen in de hoop dat er een bij jouw situatie past.

Dramaland is innovatief en werkt sinds jaren met z.g. lessentools waarmee jij je eigen dramales kan construeren. Deze service zit in je abonnementsprijs inbegrepen.

Voor welke leergebieden is het toegankelijk?
Bij de kleuters zijn er drie tools waarmee de meest uiteenlopende thema’s kunnen worden behandeld: een voor vertelpantomime, een voor teacher in role en zelfs een tool waarmee je een prentenboek kunt omzetten naar een dramales.
Voor het oudere kind is er een tool specifiek voor Cultureel erfgoed en kun je je lesstof kwijt in tools waarmee je tableaulessen, acteerlessen en pantomimelessen kunt maken.
In 2016 komt er een tool voor Geschiedenis en voor Engels.

Hoe werkt het?
Je vult je lesstof in een digitaal formulier in, je drukt op ‘send’ en je hebt hem direct in je postvak.

Waar kan ik het vinden?
Onder aan je klassenmenu.

Dramaland is de enige dramamethode ter wereld die op deze manier service verleent, kom je een andere dramamethode tegen die deze functie ook aanbiedt laat het ons weten!

Griezelfoto’s met een verhaal

  • 25/10/2015
  • Holger
  • · Groep 7

Werkvorm(en): tableaus met verteller.
Activiteit: de kinderen verzinnen tableaus van een en presenteren die aan elkaar.
Benodigdheden: een fluitje o.i.d. om het spel te ‘bevriezen’. Eventueel één pen per werkgroep om aantekeningen te kunnen maken.
Opmerking: het voordeel van deze werkvorm in combinatie met dit thema is dat kinderen griezeldingen kunnen verzinnen die lastig uit te beelden zijn wanneer je ze bijvoorbeeld acteert. Ook past ‘vertellen’ goed bij griezelen, beter dan bijvoorbeeld grommend achter je klasgenoten aanrennen.
Voorbereiding: voer een voorgesprek waarin je vijf onderwerpen noteert n.a.v. de vraag wat de kinderen zelf eng vinden. Die noteer je op de werkbladen (je komt op waarschijnlijk op onderwerpen als inbrekers, spinnen, verdwalen, geesten…). Wil je dit niet dan noteer je de titels die in de lesopzet als suggestie worden gegeven.

Print les + opdrachten

Er zijn meer lessen met een griezelthema voor groep 7: kijk ook naar ‘Griezelen'(hoorspel) en ”Griezelschattig'(acteerspel).

Inleiding.
De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat jullie in deze les tableaus gaan maken, z.g. ‘levende foto’s’. Ga ter illustratie als standbeeld staan, bijvoorbeeld als iemand die in angst aan het gillen is.

Warming up tweetallen.
De groep zit in tweetallen in het lokaal op de grond, ze bepalen wie A is en wie B.
Instructie: Geesten, spoken, monster, bepaalde dieren en andere dingen waar mensen bang voor zijn. A speelt een griezelfiguur (denk aan film, boeken, sprookjes), B  je klapt in je handen waardoor A ‘bevriest’: verandert in een levend standbeeld. B je raadt om welk griezelfiguur het en daarna wisselen jullie. Let op: na het bevriesmoment mag er geen beweging meer in zitten.

Geef eventueel zelf een voorbeeld hiervan met een kind, laat kinderen raden wat het kind in tableau weergeeft. De tweetallen gaan staan, verzinnen verder zelf hun spelsituaties en wisselen zo lang om totdat je aangeeft dat ze op hun plek mogen gaan zitten.

Warming up drietallen: griezelstrip.
De groep zit in drietallen in het lokaal op de grond, ze bepalen wie A, B en wie C is. Kies daarna twee kinderen die je assisteren.

Instructie: Dat wat we nu in drietallen gaan doen is ook de teamopdracht hierna: één iemand vertelt, de anderen zijn de bijbehorende foto’s.
Ik ben A: dat wat A vertelt zetten B en C om in tableau. Blijf staan tot A met het volgende klaar is, als hij klapt gaan jullie in het volgende tableau staan. Let op: er mag geen beweging in de standbeelden zitten, en A moet een griezelverhaal vertellen.

Vertellen
1 B heeft net boodschappen gedaan en loopt over straat. Hij heeft het idee dat hij wordt achtervolgt. C loopt er een stuk achter.
Klap in je handen, de twee kinderen gaan in tableau 1 staan totdat jij weer in je handen klapt.
2 B raakt in paniek: wat moet hij doen? Je leest regelmatig van kinderen die worden aangevallen door vampiers of zombies. C kan hem bijna aanraken…
Klap in je handen, de twee kinderen gaan in tableau 2 staan totdat jij weer in je handen klapt.
3 ‘Gelukkig heb ik een stok bij me’ denkt B, hij draait zich om en steekt C met de stok.
Klap in je handen, de twee kinderen gaan in tableau 3 staan totdat jij weer in je handen klapt.
4 ‘Je bent je wisselgeld vergeten’ zegt C. B kijkt in de ogen van de kassamedewerker van de supermarkt.

De kinderen gaan staan, verzinnen verder zelf hun spelsituaties en wisselen zo lang om totdat je aangeeft dat ze op hun plek mogen gaan zitten.

Kern.
De groep zit in hoefijzeropstelling.
Instructie: Jullie krijgen zo in werkgroepen de opdracht om een griezelverhaal te vertellen in 4 tableaus (foto’s) Een speler van iedere werkgroep vervult weer de rol van verteller, de werkvorm is dezelfde is die we net hebben uitgeprobeerd: één kind vertelt bij een tableau, klapt in de handen, het volgende tableau gaat staan en de verteller gaat verder met zijn verhaal, klapt weer in zijn handen enzovoorts.

Bespreek kort de aandachtspunten op de werkbladen, met name het vertellen met dialogen is belangrijk. Maak werkgroepen en deel de werkbladen uit. Eventueel per groepje een pen om kort aantekeningen te maken. Geef ze een kleine 10 minuten de tijd om te repeteren,
Blijf tijdens de uitvoering dicht bij het vertellende kind. Na iedere presentatie volgt een applaus en een korte nabespreking.

Suggesties: als je het voorgesprek niet wil doen maak een keuze uit de volgende titels en noteer daar vijf van op de werkbladen*: ‘Verdwaald!’, ‘Het geluid in de Nacht’, ‘Vals alarm’ (of toch niet?), ‘Daar beweegt iets’, ‘Het laatste huis in de straat’, ‘Wraak op de Pesters’, ‘Stemmen op Zolder’, ‘de Schaduw in de Spiegel’, ‘Halloweensnoep, maar niet heus’, ‘de Oppas’, ‘Op zoek naar Dracula’.

* het idee erachter is dat jij zelf bepaalt wat bij jou en je groep past. Je kunt dus ook zelf titels verzinnen.

Advies gebruik pictogrammen tableaus »

Pictogrammen zijn in deze methode cruciaal om te gebruiken, het zijn je aandachtspunten: je bespreekt er op na en je leert je kinderen op zowel actief als receptief niveau wat bij de kunstvorm theater van belang is. Kijk voor de toepassing van die pictogrammen op deze pagina.
We willen je graag adviseren welke pictogrammen je zou kunnen gebruiken. Let op, voor de leeftijdsgroep waar jij mee werkt zijn dat hooguit 2 pictogrammen: je wil je kinderen niet overvragen.

Welke pictogrammen passen bij deze les?
<a

Tableaus: Sta helemaal stil.
<ahref=”https://dramamethode.nl/dramapdf/pictogramkaarten/denk_aan_je_mimiek_a4.pdf”>Denk aan je mimiek
Ga niet voor elkaar staan
Niet met je rug naar het publiek toe staan.
Speel met gebaren.
Speel vanuit lichaamshouding.
Speel in het midden van het spelvlak.

Er is nog een andere werkwijze (toepassing 2), die kun je hier bekijken.

Nabespreken van een presentatie bij drama »

Een nabespreking van een presentatie bij drama bestaat uit 3 aspecten:

1: De opdracht. Bijvoorbeeld: Waar zijn ze bang voor in deze presentatie?
2: Iets dat het competente gevoel stimuleert, zoals een publiekscompliment. Bijvoorbeeld: ‘Publiek, benoem een sterk moment uit deze presentatie’.
3: Het spel. Dit doe je naar aanleiding van pictogrammen (aandachtspunten).

Onderaan het klassenmenu staat een link naar het leerkrachtscherm, daar staan verdere didactische adviezen.

Behandel op tempo deze 3 aspecten. Wil je vakdidactisch correct nabespreken maak dan een notitie op je lesopzet voordat je de les geeft.

Wil je iets kwijt over deze les?
Een aanvulling, idee, opmerking over deze les? Heb je een foutje gezien, of wil je ons laten weten hoe de les is gegaan: vul onderstaand formulier in. We zijn blij met iedere reactie, het helpt ons om de kwaliteit te waarborgen die je van ons gewend bent.

Zelf je prentenboek dramales maken

  • 19/10/2015
  • Holger
  • · Groep 1 · Groep 2

Hier het formulier waarmee je zelf een prentenboekles kan maken.
Bepaal voorafgaand aan het invullen vier belangrijke momenten uit je prentenboek:
1: de startsituatie (waarin de personages en de startsituatie wordt weergegeven)
2: het probleem (het moment waarop duidelijk wordt wat er gaat gebeuren)
3: de oplossing/ontknoping
4:de afloop.

Druk je op de onderste knop dan krijg je de les direct per mail toegestuurd. Loop de tekst na voordat je de les geeft, afhankelijk van wat je hebt ingevuld en de wijze waarop je dat hebt geformuleerd zal je wellicht e.e.a. willen aanpassen. Belangrijk: bij een prentenboekles speel je niet zozeer het prentboek na maar onderzoek je de belangrijkste elementen van het boek d.m.v. spel.

Dit systeem is nog in de testfase dus laat vooral weten waar het verbeterd kan worden. Veel plezier er mee.

Lees vóór gebruik de gebruikersvoorwaarden »

Dramaland behoudt het publicatierecht, dat wil zeggen dat je de les die je creëert niet openbaar mag maken zonder schriftelijke toestemming van de uitgever van deze methhode. De les is gemaakt in het didactisch model van Dramaland en wordt na beoordeling en eventuele tekstuele aanpassingen gedeeld met andere gebruikers van deze methode. Op de op deze wijze gemaakte lessen is auteursrecht van toepassing zoals beschreven onderaan deze pagina.


Let op, druk NIET op PREV maar op de licht grijze knop boven ‘Let op’, dat is de verzendknop.

Jacy en Etu (Indianenverhaal)

  • 18/10/2015
  • Holger
  • · Groep 2

Vertelpantomime: Vertelpantomime is een werkvorm waarbij je een verhaal vertelt dat synchroon aan de vertelling wordt uitgebeeld door de kinderen. Als er dus staat ‘Vertel…’ is het de bedoeling dat de kinderen gelijktijdig met je vertelling meespelen.

Tips vertelpantomime »

A: vertel coachend, bijvoorbeeld: de kabouters staan op, wrijven in hun ogen –goed zo kabouters- en kammen hun baardjes en staartjes. Ze doen hun raam open… B: zet een streep op de grond voor de hoofdpersoon of hoofdpersonen als veilige zone voor enthousiaste andere personages in het verhaal. C: vertel met dialogen (spreekteksten). D: doe gebaren e.d. mee zodat het duidelijk is wat je bedoelt.

Benodigdheden: twee blauwe en twee roze hoofdtooien (zie afb) en eventueel een vrolijk eindmuziekje. Een koekenpan.

hoofddeksel knippen »

 kleuter-indianen-hoofdjes

banken opstelling »

banken opstelling kleuters drama-twee-velden

Tip: vertel zonder papier in je handen, print de spiekbrief uit en hang die ergens neer zodat je je handen vrij hebt.

Print lesopzet

Warming up:
De kinderen staan verspreid door het lokaal.

Voorbeelden van spelvragen:
Hoe maken Indianen vuur ? (suggesties: vuurstenen tegen elkaar aan slaan, wrijven stro en hout).
Wat doen Indianen als het land droog is? (suggesties: dansen voor regen, graven in de grond naar water).
Wat doen Indianen om aan eten te komen? (suggesties: vissen, jagen, plukken).

Laat klassikaal wat antwoorden uitbeelden.
Iedereen gaat zitten op de banken.

De start.
Zet de banken in het midden van het lokaal.

Ter introductie: er waren twee stamhoofden (Anoki en Bimisi), hun stammen hadden al jaren lang ruzie. Om eten en om land, altijd ruzie. Anoki had een zoon (Jacy) en Bimisi had een dochter (Etu).

Kies een tweetal uit als opperhoofden. Geef ze de hoofddeksels.
Tip: je kan de kleuters ook zelf de namen laten verzinnen, dit zijn Indianennamen.

Vertel over het probleem en vertel met dialogen (spreektekst), het tweetal beeldt het gelijktijdig aan je vertelling uit:

De twee opperhoofden gaan vaak wandelen met hun kinderen en dan komen ze elkaar tegen. Ze mopperen op elkaar van wie het land is waar ze elkaar tegenkomen. Jacy en Etu vinden het maar raar, ze vinden elkaar wel aardig en lachen stiekem naar elkaar.

Rolgroep 1: kippen in de nacht.
De groep staat verspreid door het lokaal en kleden zich denkbeeldig om tot kippen. Coach dat en/of bepaal dat samen met de kleuters.

Spelvraag: wat doen kippen graag? (eten, tokken, fladderen, eieren leggen)
Beeld wat antwoorden klassikaal uit en laat ze daarna op de grond zitten.

Vertellen: de kinderen beelden gelijktijdig uit.
Vertel dat de kippen van Anoki rustig zitten te slapen. Etu sluipt door het kamp van Jacy om hem te zien. Maar de kippen schrikken en springen op. Ze fladderen en kakelen. Etu vlucht terug naar haar kamp, maar veel kippen rennen in paniek met haar mee.
De volgende dag komt Anoki klagen bij Bimisi: ‘mijn kippen lopen door jouw kamp en ik wil die en hun eieren terug!’

Rolgroep 2: koeien in de nacht.
De groep staat verspreid door het lokaal en kleden zich denkbeeldig om tot koeien. Coach dat en/of bepaal dat samen met de kleuters.

Spelvraag: wat doen koeien graag? (grazen, huppelen, liggen, drinken, herkauwen)
Beeld wat antwoorden klassikaal uit en laat ze daarna op de grond zitten.

Vertellen: de kinderen beelden gelijktijdig uit.
Vertel dat de koeien van Bimisi rustig zitten te slapen. Jacy sluipt door het kamp van Etu om haar te zien. Maar de koeien schrikken en springen op. Ze lopen en loeien. Jacy vlucht terug naar zijn kamp, maar veel koeien rennen in paniek met hem mee.
De volgende dag komt Bimisi klagen bij Anoki: mijn koeien lopen door jouw kamp en ik wil ze terug!

Rolgroep 3: het korenveld.
De groep staat verspreid door het lokaal en kleden zich denkbeeldig om: korenhalmen. Coach dat en/of bepaal dat samen met de kleuters.
Daarna verspreiden ze zich als een korenveld door het lokaal.

Vertellen: de kinderen beelden gelijktijdig uit.
De wind waait door het koren, aan de ene kant loopt Jacy, aan de andere kant Etu. Ze vinden elkaar en wandelen een stuk. Maar dan komen van beide kanten hun ouders. Ze rennen weg maar oh jee: het wordt een rommeltje want het koren beweegt en komt los.

Dan ploft iedereen op de grond waar hij staat.

Coach: Als je een koe wil zijn ga je op vier benen, wil je een kip zijn ga je op twee benen en wil je koren zijn blijf je lekker op de grond zitten.

Ontknoping.
Daar staan de twee opperhoofden, ze weten niet meer welke koe van wie is. De eieren, melk en meel zijn door elkaar gegooid: wat een rommeltje!

Geef Jacy en Etu een koekenpan.

Wacht, wat ruik ik? Jacy en Etu hebben iets heel slims gedaan, het mengsel in een pan gegooid en kijk nou, heerlijke pannenkoeken!

Eindfeest.
De Indianen komen spontaan tevoorschijn en er ontstaat een feestje, niemand is boos en iedereen eet pannenkoeken.
Zet hier eventueel een muziekje bij op. Laat daarna iedereen dan op de grond zitten waar hij staat, vertel dat er nooit meer ruzie was. En natuurlijk dat ze nog lang en gelukkig leven. Laat de Indianen de hoofddeksels weer inleveren.
Einde.

Extra informatie:
Jacy betekent ‘maan’.
Etu betekent ‘zon’.

Wat is een spelvraag? »

Een spelvraag is een vraag waarvan een paar antwoorden (veelal klassikaal) worden uitgebeeld. Kleur het spel in, daarmee bedoelen we dat je niet alleen de vraag stelt en de antwoorden laat uitbeelden, maar het spel daar omheen ook meepakt.

Dus niet zo:
Jij:‘Wat was er vroeger in een stad te zien?’.
Kind antwoordt: ‘De markt’.
Jij: ‘Goed zo, de markt. Ga maar dingen verkopen ’.

Maar zo:
Jij:‘Wat was er vroeger in een stad te zien?’.
Kind antwoordt: ‘De markt’.
Jij: ‘Goed zo, de markt. Zet je marktkoopman hoed op, til met zware kratten fruit of vis. Bouw je kraam op… ’. Enzovoorts.

Hiermee stimuleer je de het voorstellingsvermogen en de woordenschat van de kinderen.

Wil je iets kwijt over deze les?
Een aanvulling, idee, opmerking over deze les? Heb je een foutje gezien, of wil je ons laten weten hoe de les is gegaan: vul onderstaand formulier in. We zijn blij met iedere reactie, het helpt ons om de kwaliteit te waarborgen die je van ons gewend bent.

Ad-drama

  • 17/10/2015
  • Holger
  • · Uncategorized

Drama-minded onderwijsmensen zijn in shock door de AD onderwijs enquête 2015 waaruit blijkt dat 37% van de ondervraagden (ouders?) drama wel uit het pakket zou willen schrappen. Dramaland snap dat wel, om twee redenen:

1: drama wordt niet gegeven, dus als je iets mag schrappen: dan iets dat je nooit zelf hebt gehad. Ik heb de enquête zelf ook gedaan en je kon het gewoon aanklikken, niet raar dus dat mensen iets dat ze niet kennen ook niet nodig vinden. Als ouders denken dat drama toneeltjespelen is dan wordt zo’n uitslag ook best logisch.

2: drama wordt slecht gegeven. Halfslachtige lessen zonder heldere en veilige opbouw, vakdidactisch slecht begeleid. Heb je wel eens een ‘dramales’ van zo’n internetpagina als juf-Els.nl gezien? En met alle respect overigens, maar veel dramamethodes worden uitgebracht door mensen zonder praktijkervaring en/of weinig didactisch inzicht.
Als je kind daarna uitlegt wat hij bij drama moest doen en hoe hij het vond snap ik ook wel dat je het naar de prullenbak verwijst tijdens zo’n enquête.

Meer betekenis dan dat zou ik er niet aan geven, het pleit voor transparant en didactisch goed dramaonderwijs. Laat dat nou net zijn waar Dramaland voor staat.
Wat wens jij kinderen toe wanneer ze als volwassenen moeten functioneren, over welke kwaliteiten denk jij dan na? Is het creativiteit, flexibiliteit, het vermogen te communiceren, anderen te inspireren en te mobiliseren? Is het kritisch te kunnen denken? Wil je dat kinderen cultureel gevoelig zijn, naar de wereld kunnen kijken en hun plek daarbinnen vorm en inhoud kunnen geven?
Denk erover na en bedenk daarna of en zo ja hoe drama als vak hiertoe een bijdrage levert.
Wil je iets van Dramaland weten, vraag het maar hoor.

Het klassieke kerstverhaal

  • 15/10/2015
  • Holger
  • · Groep 7 · Groep 8

Werkvorm(en): tableaus met vertellen.
Activiteit: de kinderen maken tableaus van een deel van het kerstverhaal en presenteren die aan elkaar met verteller.
Benodigdheden: een fluitje o.i.d. om het spel te ‘bevriezen’. Lappen voor Jozef en Maria, ezelsoren, eventueel kroontjes voor de wijzen (karton knippen), een wit doek als baby. Eventueel één pen per werkgroep om aantekeningen te kunnen maken.
Opmerking: dit leent zich erg voor het kerstspel waar de rest van de school naar kan kijken. Laat het zo’n drie keer goed oefenen, de derde keer is een doorloop: zorg dat de wisselingen zeer snel en goed georganiseerd verlopen. Laat de laatste verteller afsluiten met ‘Vrolijk Kerstfeest’ en draai of zing een kerstliedje.
Print les + opdrachten

Inleiding.
De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat jullie in deze les tableaus gaan maken, z.g. ‘levende foto’s’. Ga ter illustratie als standbeeld staan, bijvoorbeeld als iemand die met een verrekijker naar de sterren kijkt.

Warming up klassikaal.
De groep staat verspreid in het lokaal.
Instructie: Je krijgt straks spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met een klasgenoot. Als het fluitje klinkt ‘bevries’ je zoals je op dat moment bent, het is absoluut niet de bedoeling dat je ook maar iets beweegt na het fluitje.
Spelopdrachten: je loopt als een koning, je zingt een lied, je warmt je handen aan een kampvuur, je schenkt een glas in, je rijdt op een ezel.

Geef kinderen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen voor je op het fluitje blaast.

Warming up tweetallen.
De groep zit in tweetallen in het lokaal op de grond, ze bepalen wie A is en wie B.
Instructie: In de tijd waar de Bijbel zich afspeelt hadden ze ook al beroepen. Je geeft zo’n ‘oud beroep’ weer in een tableau, een levend standbeeld. Je medespeler raadt het, jullie wisselen zo lang om tot ik zeg dat je mag stoppen. Let op: er mag geen beweging in zitten, je laat alleen het standbeeld zien.

Doe dit een keer voor met een kind voordat de kinderen in tweetallen aan de slag gaan. De kinderen gaan staan, verzinnen verder zelf hun spelsituaties en wisselen zo lang om totdat je aangeeft dat ze op hun plek mogen gaan zitten.

Geef kinderen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen voor je op het fluitje blaast.
Tips voor kinderen die het niet weten en naar je toe komen: bakker, barman (herbergier), herder, visser, kleermaker, pottenbakker, molenaar, smid, soldaat en tollenaar.

Kern.
De groep zit in hoefijzeropstelling.
Instructie: Jullie krijgen zo in werkgroepen de opdracht om een deel van het kerstverhaal om te zetten in 3 tableaus. Eén speler van iedere werkgroep vervult de rol van verteller.

Geef hier een voorbeeld van. Kies vier kinderen uit en vertel hoe ze moeten staan. Vertel dan improviserend Sneeuwwitje (zie lesopzet), als je in je handen klapt leg je het volgende tableau uit en gaan ze daar snel in staan zodat je door kan gaan met vertellen.

Bespreek kort de aandachtspunten op de werkbladen, maak werkgroepen en deel de werkbladen/pennen uit. Geef ze een 10 minuten de tijd om te repeteren, de verteller moet zelf het verteldeel hardop oefenen met dialogen.
Blijf tijdens de uitvoering dicht bij het vertellende kind. Na iedere presentatie volgt een applaus en een korte nabespreking.

Advies gebruik pictogrammen tableaus »

Pictogrammen zijn in deze methode cruciaal om te gebruiken, het zijn je aandachtspunten: je bespreekt er op na en je leert je kinderen op zowel actief als receptief niveau wat bij de kunstvorm theater van belang is. Kijk voor de toepassing van die pictogrammen op deze pagina.
We willen je graag adviseren welke pictogrammen je zou kunnen gebruiken. Let op, voor de leeftijdsgroep waar jij mee werkt zijn dat hooguit 2 pictogrammen: je wil je kinderen niet overvragen.

Welke pictogrammen passen bij deze les?
<a

Tableaus: Sta helemaal stil.
href=”https://dramamethode.nl/dramapdf/pictogramkaarten/denk_aan_je_mimiek_a4.pdf”>Denk aan je mimiek
Ga niet voor elkaar staan
Niet met je rug naar het publiek toe staan.
Speel met gebaren.
Speel vanuit lichaamshouding.
Speel in het midden van het spelvlak.

Er is nog een andere werkwijze (toepassing 2), die kun je hier bekijken.

Nabespreken van een presentatie bij drama »

Een nabespreking van een presentatie bij drama bestaat uit 3 aspecten:

1: De opdracht. Bijvoorbeeld: Waar zijn ze bang voor in deze presentatie?
2: Iets dat het competente gevoel stimuleert, zoals een publiekscompliment. Bijvoorbeeld: ‘Publiek, benoem een sterk moment uit deze presentatie’.
3: Het spel. Dit doe je naar aanleiding van pictogrammen (aandachtspunten).

Onderaan het klassenmenu staat een link naar het leerkrachtscherm, daar staan verdere didactische adviezen.

Behandel op tempo deze 3 aspecten. Wil je vakdidactisch correct nabespreken maak dan een notitie op je lesopzet voordat je de les geeft.

Wil je iets kwijt over deze les?
Een aanvulling, idee, opmerking over deze les? Heb je een foutje gezien, of wil je ons laten weten hoe de les is gegaan: vul onderstaand formulier in. We zijn blij met iedere reactie, het helpt ons om de kwaliteit te waarborgen die je van ons gewend bent.

Sportieve dieren

  • 04/10/2015
  • Holger
  • · Groep 6

Werkvorm(en): pantomime.
Activiteit: De kinderen verzinnen een pantomimepresentatie over een dierensport en presenteren dat aan elkaar.
Opmerking: na afloop kun je de sporten eventueel op internet laten opzoeken, er zitten spectaculaire filmfragmenten tussen.

Print les + opdrachten

Inleiding.
De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat jullie in deze les pantomime gaan spelen. Speel ter illustratie van de werkvorm alsof je een konijnenhok verschoont.
Vermeld dat je bij deze werkvorm niet mag praten en geen echte spullen mag gebruiken.

Warming up klassikaal.
De groep staat verspreid in het lokaal.
Instructie: Je krijgt straks spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met een klasgenoot.
Dieren verzorgen: slang, tijger, vogelspin, goudvis en paard.

Geef kinderen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen.

Warming up tweetallen.
De groep zitten in tweetallen in het lokaal op de grond, ze bepalen wie a is en wie b.
Instructie: A je bent de winkelier van een dierenwinkel, B je komt een bepaald dier kopen. Alleen in pantomime mag je niet praten, en je mag het dier niet nadoen. Gaat dat lukken?

Doe dit een keer voor met een kind voordat de kinderen in tweetallen aan de slag gaan. Kies een kind uit als winkelier, kom zijn winkel binnen en doe alsof je een olifant aait (zo geef je vorm en grootte aan) / schoonmaakt met een tuinslang / nootjes geeft. Het kind haalt een olifant als hij je begrijpt, jullie rekenen af.
De kinderen gaan staan, verzinnen verder zelf hun spelsituaties en wisselen zo lang om totdat je aangeeft dat ze op hun plek mogen gaan zitten.

Kern.
De groep zit in hoefijzeropstelling.
Instructie: Jullie krijgen zo in werkgroepen de opdracht om een pantomimepresentatie te maken over een dierensport. Alle opdrachten zijn, hoe vreemd misschien ook, bestaande dierensporten.

Opdrachten: Schapenhonden, olifantenpolo, springconcours met konijnen, kamelenrace, pig olympics.

Bespreek kort de aandachtspunten op de opdrachtkaarten. Maak maximaal vijf werkgroepen en deel de opdrachtkaarten uit. Geef ze een kleine 10 minuten de tijd om te repeteren, applaudisseer na iedere uitvoering en bespreek kort na.

Nabespreken van een presentatie bij drama »

Een nabespreking van een presentatie bij drama bestaat uit 3 aspecten:
1: De opdracht. Bijvoorbeeld: Waar gaat dit feest over?
2: Iets dat het competente gevoel stimuleert, zoals een publiekscompliment. Bijvoorbeeld: ‘Publiek, benoem een sterk moment uit deze presentatie’.
3: Het spel. Dit doe je naar aanleiding van pictogrammen (aandachtspunten). Onderaan het klassenmenu staat een link naar het leerkrachtscherm, daar staan de pictogrammen. Je kan ze daar ook uitprinten. Zonder het werken met aandachtspunten verklein je de kans op spelontwikkeling en inzicht, het is dus erg belangrijk om de pictogrammen te gebruiken. Voorbeeldvraag: ‘Waar was er sprake van een heldere gezichtsuitdrukking?’

Behandel op tempo deze 3 aspecten. Wil je vakdidactisch correct nabespreken maak dan een notitie op je lesopzet voordat je de les geeft.

Wil je iets kwijt over deze les?
Een aanvulling, idee, opmerking over deze les? Heb je een foutje gezien, of wil je ons laten weten hoe de les is gegaan: vul onderstaand formulier in. We zijn blij met iedere reactie, het helpt ons om de kwaliteit te waarborgen die je van ons gewend bent.

Dierenmix

  • 28/09/2015
  • Holger
  • · Groep 4

Werkvorm(en): combinatiespel / acteerspel
Activiteit: De kinderen verzinnen een verhaal waarin een mix van twee dieren centraal staat en presenteren dat aan elkaar.
Benodigdheden: twee hoeden o.i.d. om kaartjes uit te trekken.
Voorbereiden: doe de eerste 5 kaartjes (aap, olifant, krab, neushoorn, egel) in de ene hoed, de tweede 5 kaartjes in de andere hoed.
Opmerking: let op, de beschrijving van de kernopdrachten verschilt per groepje zodat er steeds andere presentaties ontstaan.

Print les + opdrachten

Inleiding.
De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat jullie in deze les aan combinatiespel gaan doen. Speel ter illustratie bijvoorbeeld dat je je kip uitlaat (‘kip’ gecombineerd met het werkwoord ‘uitlaten’).

Warming up klassikaal.
De groep staat verspreid in het lokaal.
Instructie: Je krijgt straks spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met een klasgenoot.

Spelopdrachten: ga rijden op je zeepaard, laat je olifant uit, geef je vleermuis te eten, speel met je zeehond.

Geef kinderen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen.

Warming up tweetallen.
De groep staat in tweetallen in het lokaal, ze bepalen wie A is en wie B.
Instructie: A mixt twee dieren, bijvoorbeeld een zeehond en een varken: dan krijg je een zeevarken. B, je werkt bij een dierenwinkel, A komt zijn gemixte dier bij jou kopen. Leg A uit hoe hij het dier moet verzorgen en doe dingen voor bij het dier zodat A weet wat hij moet doen.

Doe dit een keer voor met een kind voordat de kinderen in tweetallen aan de slag gaan. Vraag of het kind een Hijger bij je bestelt (kruising tussen een hond en een tijger) en haal die uit zijn hok: laat zien dat je goed moet uitkijken bij het aaien want hij bijt, dat hij heel goed is tegen katten en muizen, heel lief is voor kinderen en het huis bewaakt. Doe ook voor hoe je de Hijger voert.
De kinderen gaan staan, verzinnen verder zelf hun spelsituaties en wisselen zo lang om totdat je aangeeft dat ze op hun plek mogen gaan zitten.

Kern.
De groep zit in hoefijzeropstelling
Instructie: Jullie krijgen zo in werkgroepen de opdracht om twee dieren uit deze hoeden te trekken. Daar maken jullie een verhaal mee waarin de eigenaar van het dier bezoek krijgt en uitleg geeft over het dier. Wat je precies moet doen staat op de opdrachtkaart. Er zijn drie soorten rollen: baas, dier en bezoek.

Bespreek kort de aandachtspunten op de opdrachtkaarten. Maak werkgroepen en deel de opdrachtkaarten uit. Geef ze een kleine 10 minuten de tijd om te repeteren, applaudisseer na iedere uitvoering en bespreek kort na.

Rolverdeling: wanneer kinderen niet in staat zijn zelfstandig de rollen te verdelen (wat in groep 4 nog mag), loop na het uitdelen van de opdrachtkaarten rond en verdeel de rollen door ze als volgt aan te wijzen: dier, baas, bezoek, dier, baas, bezoek…

Wist je dat onder het klassenmenu een link staat naar het leerkrachtscherm? Hier vind je allerlei ondersteunde informatie.

Nabespreken van een presentatie bij drama »

Een nabespreking van een presentatie bij drama bestaat uit 3 aspecten:
1: De opdracht. Bijvoorbeeld: Waar gaat dit feest over?
2: Iets dat het competente gevoel stimuleert, zoals een publiekscompliment. Bijvoorbeeld: ‘Publiek, benoem een sterk moment uit deze presentatie’.
3: Het spel. Dit doe je naar aanleiding van pictogrammen (aandachtspunten). Onderaan het klassenmenu staat een link naar het leerkrachtscherm, daar staan de pictogrammen. Je kan ze daar ook uitprinten. Zonder het werken met aandachtspunten verklein je de kans op spelontwikkeling en inzicht, het is dus erg belangrijk om de pictogrammen te gebruiken. Voorbeeldvraag: ‘Waar was er sprake van een heldere gezichtsuitdrukking?’

Behandel op tempo deze 3 aspecten. Wil je vakdidactisch correct nabespreken maak dan een notitie op je lesopzet voordat je de les geeft.

Wil je iets kwijt over deze les?
Een aanvulling, idee, opmerking over deze les? Heb je een foutje gezien, of wil je ons laten weten hoe de les is gegaan: vul onderstaand formulier in. We zijn blij met iedere reactie, het helpt ons om de kwaliteit te waarborgen die je van ons gewend bent.

Beestachtig goed!

  • 26/09/2015
  • Holger
  • · Groep 7

Werkvorm(en): acteerspel.
Activiteit: De kinderen verzinnen een presentatie rond op dieren geïnspireerde mensen en presenteren dat aan elkaar.

Print les + opdrachtkaarten

Inleiding.
De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat jullie in deze les gaan acteren. Benadruk dat je bij acteerspel duidelijk moet spreken en vanuit houding en gebaar moet spelen.

Warming up klassikaal.
De groep staat verspreid in het lokaal.
Instructie: Je krijgt spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met een klasgenoot.

Spelopdrachten: je probeert een vis uit het water te pakken met je handen, je probeert een noot open te krijgen zonder notenkraker, je tilt een rotsblok op, je loopt langs een modderpoel en hebt zin om er doorheen te rollen, onder water blaas je lucht uit.

Geef kinderen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen.

Warming up tweetallen.
De groep zit in tweetallen in het lokaal op de grond, ze bepalen wie A is en wie B.
Instructie: Jullie krijgen spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met andere tweetallen. Je moet er bij praten. A neemt een dier in zijn hoofd, het dier bepaalt je motoriek en je stem een beetje. B doet hetzelfde, en doet open wanneer A aanbelt. Jullie hebben een klusafspraak: er moet iets gemaakt of gerepareerd worden.

Doe dit een keer voor met een kind voordat de kinderen in tweetallen aan de slag gaan. Kies een kind en neem bijvoorbeeld een langzame sterke beer in gedachten. Doe de deur voor het kind open en ga samen bijvoorbeeld behangen. De kinderen gaan staan, verzinnen verder zelf hun spelsituaties en wisselen zo lang om totdat je aangeeft dat ze op hun plek mogen gaan zitten.

Tips voor kinderen zonder inspiratie: toilet ontstoppen, vloertegels leggen, muurtje metselen, deur verven, raam vervangen, tuinieren.

Kern.
De groep zit in hoefijzeropstelling.
Instructie: Jullie krijgen zo in werkgroepen de opdracht om een verhaal te verzinnen over bijzondere mensen, jullie baseren je spel op de diersoort die op de opdrachtkaart staat. Je huis moet er in voor komen maar als je diersoort onder de grond woont dan staat jullie mensenhuis dus onder de grond. Je kunt je praten wat aanpassen of er kinderen in verwerken als dat jullie dier verduidelijkt. Maar: leg het er niet te dik bovenop.

Opdrachten: koeien, apen, pinguïns, mollen, vogels.

Bespreek kort de aandachtspunten die op de opdrachtkaarten staan. Maak maximaal vijf werkgroepen en deel de opdrachtkaarten uit. Geef ze een kleine 10 minuten de tijd om te repeteren, applaudisseer na iedere uitvoering en bespreek kort na.

Wist je dat onder het klassenmenu een link staat naar het leerkrachtscherm? Hier vind je allerlei ondersteunde informatie.

Advies gebruik pictogrammen Acteerspel »

Pictogrammen zijn in deze methode cruciaal om te gebruiken, het zijn je aandachtspunten: je bespreekt er op na en je leert je kinderen op zowel actief als receptief niveau wat bij de kunstvorm theater van belang is. Kijk voor de toepassing van die pictogrammen op deze pagina.
We willen je graag adviseren welke pictogrammen je zou kunnen gebruiken. Let op, voor de leeftijdsgroep waar jij mee werkt zijn dat hooguit 2/3/4 pictogrammen: je wil je kinderen niet overvragen.

Welke pictogrammen passen bij deze les?
Denk aan je mimiek
Ga niet voor elkaar staan
Niet door elkaar praten.
Niet met je rug naar het publiek toe staan.
Speel met gebaren.
Speel vanuit lichaamshouding.
Speel in het midden van het spelvlak.
Spreek verstaanbaar.
Er is nog een andere werkwijze (toepassing 2), die kun je hier bekijken.

Nabespreken van een presentatie bij drama »

Een nabespreking van een presentatie bij drama bestaat uit 3 aspecten:
1: De opdracht. Bijvoorbeeld: Waar gaat dit feest over?
2: Iets dat het competente gevoel stimuleert, zoals een publiekscompliment. Bijvoorbeeld: ‘Publiek, benoem een sterk moment uit deze presentatie’.
3: Het spel. Dit doe je naar aanleiding van pictogrammen (aandachtspunten). Onderaan het klassenmenu staat een link naar het leerkrachtscherm, daar staan de pictogrammen. Je kan ze daar ook uitprinten. Zonder het werken met aandachtspunten verklein je de kans op spelontwikkeling en inzicht, het is dus erg belangrijk om de pictogrammen te gebruiken. Voorbeeldvraag: ‘Waar was er sprake van een heldere gezichtsuitdrukking?’

Behandel op tempo deze 3 aspecten. Wil je vakdidactisch correct nabespreken maak dan een notitie op je lesopzet voordat je de les geeft.

Wil je iets kwijt over deze les?
Een aanvulling, idee, opmerking over deze les? Heb je een foutje gezien, of wil je ons laten weten hoe de les is gegaan: vul onderstaand formulier in. We zijn blij met iedere reactie, het helpt ons om de kwaliteit te waarborgen die je van ons gewend bent.

Page 9 of 61« 1 … 7 8 9 10 11 … 61 »

Dramaland

  • Twitter
  • Facebook

Designed by Luke McDonald & Powered by WordPress