Creëer en Leer DRAMA

Previous Next
  • Dramalessen per groep
    • Dramalessen voor groep 1
    • Dramalessen voor groep 2
    • Dramalessen voor groep 3
    • Dramalessen voor groep 4
    • Dramalessen voor groep 5
    • Dramalessen voor groep 6
    • Dramalessen voor groep 7
    • Dramalessen voor groep 8
  • Abonnementen
    • Abonnementen
  • Trainingen
  • Gratis lessen
  • Een dramamethode kiezen
  • Contact

Fout griezelsprookje.

  • 09/09/2017
  • Holger
  • · Groep 5

Werkvorm(en): acteerspel.
Activiteit: De kinderen verzinnen een griezelvariant op een sprookje en presenteren dat aan elkaar.
Benodigdheden: eventueel hoofddeksels.
Print les + opdrachtkaarten

Er is nog een les met griezelthema voor deze groep, klik hier om die te bekijken.

Inleiding.
De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat jullie in deze les gaan acteren. Benadruk dat je bij acteerspel duidelijk moet spreken en vanuit houding en gebaar moet spelen.

Warming up 1: tweetallen.
De groep zit in tweetallen in het lokaal op de grond, ze bepalen wie A is en wie B.
Instructie: Jullie krijgen spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met andere tweetallen. A is een interviewer en B een slechterik uit een sprookje. De interviewer stelt vragen over hobby’s en de slechterik blijkt van hele leuke dingen te houden en niet zo slecht te zijn als iedereen denkt.

Doe dit een keer voor met een kind voordat de kinderen in tweetallen aan de slag gaan. Kies een kind dat vragen aan jou stelt, jij bent bijvoorbeeld de Gemene Heks maar je houdt van dieren en het Wereld Natuurfonds en Freek Vonk. De kinderen gaan staan, verzinnen verder zelf hun spelsituaties en wisselen zo lang om totdat je aangeeft dat ze op hun plek mogen gaan zitten.

De kinderen wachten na iedere opdracht totdat jij de volgende opdracht geeft.

Warming up 2: tweetallen.
De groep zit in tweetallen in het lokaal op de grond, ze bepalen wie A is en wie B.
Instructie: Jullie krijgen spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met andere tweetallen. Je moet er bij praten, achtervolgingen en duwen zijn verboden.

A is Roodkapje B is de Wolf, Roodkapje doet heel naar tegen de Wolf die vindt dat niet leuk.
B is Hans of Grietje klopt bij B de Heks aan, die is heel aardig maar het kind gooit haar toch in de oven.
A is de prins B is Assepoester en die dwingt de prins met haar te trouwen terwijl hij niet wil en zij niet leuk is.
B is een biggetje A is de Wolf, B blaast tot je grote verdriet je huisje omver: waar moet je nou wonen?

De kinderen wachten na iedere opdracht totdat jij de volgende opdracht geeft.

Kern.
De groep zit in hoefijzeropstelling.
Instructie: Jullie krijgen zo in werkgroepen de opdracht om een sprookje net even anders te spelen: de griezelige slechterik is iemand anders dan je gewend bent. Want stel je voor dat Assepoester heel gemeen zou zijn en de stiefzussen heel lief en zielig, dan wordt het een heel ander verhaal. Lees de opdrachtkaart goed, daarop staat wat je gaat doen.

Bespreek kort de aandachtspunten die op de opdrachtkaarten staan. Maak maximaal vijf werkgroepen en deel de opdrachtkaarten uit. Geef ze een kleine 10 minuten de tijd om te repeteren, applaudisseer na iedere uitvoering en bespreek kort na.

Extra informatie:
Op de pagina waar deze les op staat beschreven staat informatie over hoe je presentaties nabespreekt bij drama.
Ook staan er adviezen over welke pictogrammen je kan uitprinten om de speltechniek te bespreken met je leerlingen.

Wist je dat onder het klassenmenu en rechts in beeld een link staat naar het leerkrachtscherm? Hier vind je allerlei ondersteunde informatie.

Advies gebruik pictogrammen Acteerspel »

Pictogrammen zijn in deze methode cruciaal om te gebruiken, het zijn je aandachtspunten: je bespreekt er op na en je leert je kinderen op zowel actief als receptief niveau wat bij de kunstvorm theater van belang is. Kijk voor de toepassing van die pictogrammen op deze pagina.
We willen je graag adviseren welke pictogrammen je zou kunnen gebruiken. Let op, voor de leeftijdsgroep waar jij mee werkt zijn dat hooguit 2/3/4 pictogrammen: je wil je kinderen niet overvragen.

Welke pictogrammen passen bij deze les?
Denk aan je mimiek
Ga niet voor elkaar staan
Niet door elkaar praten.
Niet met je rug naar het publiek toe staan.
Speel met gebaren.
Speel vanuit lichaamshouding.
Speel in het midden van het spelvlak.
Spreek verstaanbaar.
Er is nog een andere werkwijze (toepassing 2), die kun je hier bekijken.

Nabespreken van een presentatie bij drama »

Een nabespreking van een presentatie bij drama bestaat uit 3 aspecten:
1: De opdracht. Bijvoorbeeld: Waar gaat dit feest over?
2: Iets dat het competente gevoel stimuleert, zoals een publiekscompliment. Bijvoorbeeld: ‘Publiek, benoem een sterk moment uit deze presentatie’.
3: Het spel. Dit doe je naar aanleiding van pictogrammen (aandachtspunten). Onderaan het klassenmenu staat een link naar het leerkrachtscherm, daar staan de pictogrammen. Je kan ze daar ook uitprinten. Zonder het werken met aandachtspunten verklein je de kans op spelontwikkeling en inzicht, het is dus erg belangrijk om de pictogrammen te gebruiken. Voorbeeldvraag: ‘Waar was er sprake van een heldere gezichtsuitdrukking?’

Behandel op tempo deze 3 aspecten. Wil je vakdidactisch correct nabespreken maak dan een notitie op je lesopzet voordat je de les geeft.

Wil je iets kwijt over deze les?
Een aanvulling, idee, opmerking over deze les? Heb je een foutje gezien, of wil je ons laten weten hoe de les is gegaan: vul onderstaand formulier in. We zijn blij met iedere reactie, het helpt ons om de kwaliteit te waarborgen die je van ons gewend bent.
Bijlage 1: (dit voorbeeld zit niet bij de opdrachten dus je kunt het klassikaal bespreken).

Griezelspeurtocht.

  • 09/09/2017
  • Holger
  • · Groep 6

Werkvorm(en): vertelpantomime.
Vertelpantomime: één speler vertelt een verhaal, de rest beeldt synchroon aan dat verhaal uit zonder daarbij geluid te maken.
Activiteit: de kinderen verzinnen een griezelig vertelpantomime en presenteren die aan elkaar.
Benodigdheden: voor jou een pen en papier om dingen te noteren, 5 pennen voor 5 groepjes.
Opmerking: deze les duurt 45-60 minuten.
Print lesopzet

Er zijn nog meer griezellesen voor groep 6: ‘Griezels, maar dan echt’ en ‘Griezeldobbel’.

Inleiding.
Bespreek met je groep dat jullie vandaag gaan griezelen en dat ze daarbij aspecten gebruiken uit bestaande verhalen (boeken, films, tv series). Jullie gaan dus dingen lenen uit bestaande verhalen.

Bespreek kort wat ze uit bestaande griezelverhalen leuk vinden en kies daar één aspect uit.
Toelichting: dat kan een soort monster, een locatie, een object dus van alles zijn.

Noteer dat bij fase 3.

Warming up klassikaal individueel:
De kinderen staan verspreid door het lokaal.
Instructie: Ik vertel een verhaal, speel dat gelijk mee zonder contact te maken met een klasgenoot.

Je vertelt nu improviserend het volgende.
Fase 1: vertel over opstaan: wakker worden, uitrekken, ontbijten enzovoorts. Eindig op de fiets naar school.
Fase 2: vertel dat het schoolkind onderweg iets hoort….
Fase 3: betrek het aspect uit de voorbespreking bij je vertelpantomime.
Fase 4: vertel dat het schoolkind opgelucht ademhaalt en doorfietst naar school.

Warming up tweetallen.
De groep zitten in tweetallen in het lokaal op de grond, ze bepalen wie a is en wie b.
Instructie: A, je gaat zo een verhaal vertellen en B gaat dat synchroon (gelijktijdig dus) uitbeelden aan wat jij vertelt. Twee aandachtspunten:
1: je vertelt de gedachtes ook.
2: je vertelt met geluiden.

Doe dit een keer voor met twee kinderen voordat de kinderen in tweetallen aan de slag gaan. Kies twee kinderen voor Dracula en Grootmoeder en vertel een verhaal. De kinderen spelen het synchroon aan jouw vertelling uit:

Fase 1: vertel dat Graaf Dracula (een vampier) in zijn koelkast kijkt en niks te eten heeft, hij gaat op jacht. Ondertussen zit Grootmoeder te breien en broodjes te eten.
Fase 2: vertel dat hij aanklopt bij Grootmoeder en haar bijt. Grootmoeder verzet zich nog met haar breinaalden maar het is te laat.
Fase 3: vertel dat oma net knoflook had gegeten, op de broodjes zat knoflookboter! Graaf Dracula krijgt een enorme jeukaanval, want vampiers kunnen niet tegen knoflook.

De kinderen gaan in tweetallen staan en wachten op de opdracht.

Opdracht 1: vertel ‘Een dag uit het leven van een griezelfiguur dat je kent uit een boek of film’: wat denkt en doet hij/zij zoal de hele dag? Laat dingen fout gaan enzovoorts.

Wissel van verteller en speler.

Opdracht 2: vertel ‘de Geheime hobby van….’: kies een griezelfiguur die je kent uit een boek of film en vertel over hoe hij/zij een onverwachte hobby beoefent.

Kern.
De groep zit in hoefijzeropstelling.
Instructie: Jullie krijgen zo in werkgroepen de opdracht om een vertelpantomime te maken. Je verwerkt daar iets in wat je kent uit en griezelverhaal (film, boek, tv). Dat kan een ding (object) zijn, een plek (locatie) een rol of activiteit. Je speelt dus niet een bestaand verhaal na maar leent er een onderdeel uit. Je krijgt een werkblad en een pen om korte steekwoorden op te schrijven.

Bespreek kort de aandachtspunten op de werkbladen. Maak maximaal vijf werkgroepen en deel de werkbladen en een pen uit. Geef ze een kleine 10 minuten de tijd om te repeteren, let op dat ze niet te lang schrijven en praten. Applaudisseer na iedere uitvoering en bespreek kort na.

Wist je dat onder het klassenmenu en rechts in beeld een link staat naar het leerkrachtscherm? Hier vind je allerlei ondersteunde informatie.

Griezelschattig

  • 09/09/2017
  • Holger
  • · Groep 7

Werkvorm(en): acteerspel.
Activiteit: De kinderen verzinnen een verhaal waarbij bestaande schattige tv-figuurtjes veranderen in griezels en presenteren dat aan elkaar.
Opmerking: in de leskern zijn opdrachten voor tv-figuurtjes gegeven, als je wil dat kinderen die zelf kiezen maak dat deel van de opdracht dan onleesbaar en pas je instructie aan.
Print les + opdrachtkaarten

Er zijn meer lessen met een griezelthema voor groep 7: kijk ook naar ‘Griezelen'(hoorspel) en ‘Griezelfoto’s met een verhaal’ (tableaus).

Inleiding.
De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat jullie in deze les gaan acteren. Benadruk dat je bij acteerspel duidelijk moet spreken en vanuit houding en gebaar moet spelen.

Warming up 1: tweetallen.
De groep zit in tweetallen in het lokaal op de grond, ze bepalen wie A is en wie B.
Instructie: Eén van jullie gaat staan, de ander blijft zitten. Als je staat speel je een tv-figuurtje uit een kinderprogramma dat je vroeger keek. Je moet daar bij praten maar het gaat om het acteerwerk dus het moet ook zonder de tekst te raden zijn. Als het is geraden wissel je, dat doe je totdat ik zeg dat jullie mogen stoppen.

Doe dit een keer voor met een kind voordat de kinderen in tweetallen aan de slag gaan. Vraag aan een kind om te raden wat je speelt, bijvoorbeeld: huppel en zing het liedje van de Smurfen. Wissel daarna om en vraag applaus voor het kind dat het voorbeeld met jou heeft gespeeld.
De kinderen gaan staan, verzinnen verder zelf hun spelsituaties en wisselen zo lang om totdat je aangeeft dat ze op hun plek mogen gaan zitten.

Warming up 2: tweetallen.
De groep zit in tweetallen in het lokaal op de grond, ze bepalen wie A is en wie B.
Instructie: Jullie krijgen spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met andere tweetallen. Je moet er bij praten. We gaan straks die schattige figuurtjes van vroeger omtoveren tot kleine monsters, dat doe je d.m.v. ‘transformatie’ van de ene vorm (de lieve vorm) fysiek te schakelen naar de andere vorm (de monstervorm).

Doe dit een keer voor voordat de kinderen in tweetallen aan de slag gaan. Speel die vrolijke Smurf die je eerder speelde, stop en schakel fysiek (verkrampte handen, mimiek, kromme rug) en zing je liedje kwaadaardig. De kinderen gaan staan, verzinnen verder zelf hun spelsituaties en wisselen zo lang om totdat je aangeeft dat ze op hun plek mogen gaan zitten.

Tijd over? Laat ze in tweetallen één tv-figuur kiezen die ze transformeren tot monsters en laat het ze van elkaar raden. Dus tweetallen raden van elkaar welk figuur ze tot monsters transformeren.

Kern.
De groep zit in hoefijzeropstelling.
Instructie: Een beroemde griezelfilm is ‘Chucky’ waarin een schattige pop een moordenaar blijkt te zijn. Jullie gaan een verhaal maken gebaseerd op dat idee: het schattigste tv of filmfiguurtje blijkt de slechterik te zijn van jullie griezelverhaal.

Bespreek kort de aandachtspunten die op de opdrachtkaarten staan. Maak maximaal vijf werkgroepen en deel de opdrachtkaarten uit. Geef ze een kleine 10 minuten de tijd om te repeteren, applaudisseer na iedere uitvoering en bespreek kort na.

Wist je dat onder het klassenmenu en in het rechter menu een link staat naar het leerkrachtscherm? Hier vind je allerlei ondersteunde informatie.

Advies gebruik pictogrammen Acteerspel »

Pictogrammen zijn in deze methode cruciaal om te gebruiken, het zijn je aandachtspunten: je bespreekt er op na en je leert je kinderen op zowel actief als receptief niveau wat bij de kunstvorm theater van belang is. Kijk voor de toepassing van die pictogrammen op deze pagina.
We willen je graag adviseren welke pictogrammen je zou kunnen gebruiken. Let op, voor de leeftijdsgroep waar jij mee werkt zijn dat hooguit 2/3/4 pictogrammen: je wil je kinderen niet overvragen.

Welke pictogrammen passen bij deze les?
Denk aan je mimiek
Ga niet voor elkaar staan
Niet door elkaar praten.
Niet met je rug naar het publiek toe staan.
Speel met gebaren.
Speel vanuit lichaamshouding.
Speel in het midden van het spelvlak.
Spreek verstaanbaar.
Er is nog een andere werkwijze (toepassing 2), die kun je hier bekijken.

Nabespreken van een presentatie bij drama »

Een nabespreking van een presentatie bij drama bestaat uit 3 aspecten:
1: De opdracht. Bijvoorbeeld: Waar gaat dit feest over?
2: Iets dat het competente gevoel stimuleert, zoals een publiekscompliment. Bijvoorbeeld: ‘Publiek, benoem een sterk moment uit deze presentatie’.
3: Het spel. Dit doe je naar aanleiding van pictogrammen (aandachtspunten). Onderaan het klassenmenu staat een link naar het leerkrachtscherm, daar staan de pictogrammen. Je kan ze daar ook uitprinten. Zonder het werken met aandachtspunten verklein je de kans op spelontwikkeling en inzicht, het is dus erg belangrijk om de pictogrammen te gebruiken. Voorbeeldvraag: ‘Waar was er sprake van een heldere gezichtsuitdrukking?’

Behandel op tempo deze 3 aspecten. Wil je vakdidactisch correct nabespreken maak dan een notitie op je lesopzet voordat je de les geeft.

Wil je iets kwijt over deze les?
Een aanvulling, idee, opmerking over deze les? Heb je een foutje gezien, of wil je ons laten weten hoe de les is gegaan: vul onderstaand formulier in. We zijn blij met iedere reactie, het helpt ons om de kwaliteit te waarborgen die je van ons gewend bent.

Verhuisbericht

  • 29/04/2017
  • Holger
  • · Uncategorized

Beste gebruiker,

Deze methode gaat verhuizen, hiervoor hoef jij verder niets te doen maar het is belangrijk om te weten.
Waarom: het systeem waarin we werken is niet meer zo hip en we verhuizen naar de modernste site voor onderwijs uit het kunstzinnig cluster: laat maar leren.nl
Het voordeel voor jou is dat alles sneller verloopt, stabieler en overzichtelijker is en zaken zoals een bericht dat je abonnement afloopt automatisch gebeurt. Meer service en gemak voor hetzelfde geld.
De verhuizing gebeurt voor jou zo effectief mogelijk.

Wanneer: we gaan ervoor om het nog dit kalenderjaar in orde te krijgen. Zodra bekend is per wanneer de methode gaat verhuizen wordt dat duidelijk bekend gemaakt op de site zelf dus je merkt het vanzelf.

Heb je vragen over onze verhuizing? Neem contact met ons op via het contactformulier.

MvG

Holger de Nooij

PS: Omdat deze methode onderdeel wordt van ‘Laat maar Leren’ betekent dat abonnementhouders van die site die bijvoorbeeld beeldende vorming (Laat maar Zien) hebben makkelijk lessen kan clusteren op thema. Zo krijg je meer eenheid in je cultuuronderwijs.

Panda’s zijn leuk!

  • 16/04/2017
  • Holger
  • · Groep 3

Werkvorm(en): acteerspel.
Activiteit: De kinderen verzinnen een grappige panda scene en presenteren dat aan elkaar.
Benodigdheden: twee panda hoofddeksels (zie hieronder).

hoofddeksel knippen »

Informatie: in april 2017 kwamen de panda’s Wu Wen en Xing Ya naar Nederland, onder veel media belangstelling. Veel kinderen bleken in de ban van de Panda te zijn, vandaar dat iedere groep een panda dramales heeft.
Print panda hoofddeksel
Print les + opdrachtkaarten

Inleiding.
De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat jullie in deze les gaan acteren. Benadruk dat je bij acteerspel duidelijk moet spreken en vanuit houding en gebaar moet spelen.

Warming up klassikaal.
De groep staat verspreid in het lokaal.
Instructie: Je krijgt spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met een klasgenoot.

Spelopdrachten: je ligt te luieren in de zon, je eet je lievelingseten, je speelt met je favoriete speelgoed, je zwaait naar je fans.

Geef kinderen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen.

Warming up tweetallen.
De groep zit in tweetallen in het lokaal op de grond, ze bepalen wie A is en wie B.
Instructie: Jullie krijgen spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met andere tweetallen. Je moet er bij praten.

A is de panda, B de verzorger: de verzorger gaat de panda een kunstje leren.
B is de panda, A de verzorger: de verzorger gaat de panda eten geven.
A is de panda, B de verzorger: de verzorger gaat met de panda spelen.
B is de panda, A de verzorger: de verzorger gaat het verblijf van de panda schoonmaken en wil dat hij daarbij helpt.

De kinderen gaan staan en beelden de opdrachten uit. Ze wachten na iedere opdracht totdat jij de volgende opdracht geeft.

Kern.
De groep zit in hoefijzeropstelling.
Instructie: Jullie krijgen zo in werkgroepen de opdracht om een scene te maken in drie stappen.
[vraag een kind op de spelvloer en zet het een pandahoed op, de panda zit op de grond]
Stap 1 is dat de mensen in het verhaal de panda’s leuk vinden maar de panda’s doen niks bijzonders.
Stap 2 is dat de mensen weglopen. Als ze dat doen halen de panda’s iets raars uit [bespreek met het pandakind wat het zou kunnen doen: dansje, kunstje, kattekwaad, gekke gezichten trekken, wat dan ook].
Stap 3 is dat de mensen snel omdraaien maar dat de panda’s doen alsof er niks aan de hand is: ze zitten rustig te eten [beeld dit uit en vraag applaus voor het pandakind].

Je groepje krijgt een plek waar het verhaal zich afspeelt, ik bepaal wie de panda’s spelen in jullie verhaal.

Bespreek kort de afbeelding op de opdrachtkaart. Maak maximaal vijf werkgroepen en deel de opdrachtkaarten uit, geef daarbij aan welke twee kinderen de panda’s spelen. Geef ze ongeveer 7 minuten de tijd om te repeteren, applaudisseer na iedere uitvoering en bespreek kort na.

Wist je dat onder het klassenmenu een link staat naar het leerkrachtscherm? Hier vind je allerlei ondersteunde informatie.

Panda jabber

  • 16/04/2017
  • Holger
  • · Groep 4

Werkvorm(en): jabbertalk.
Activiteit: de kinderen spelen een stuk na van het verhuis avontuur van de beroemde panda’s en presenteren dat aan elkaar in fantasietaal.
Benodigdheden: twee panda hoofddeksels (zie hieronder)

hoofddeksel knippen »

Opmerking: jabbertalk is een ander woord voor ‘fantasietaal’, begeleid het met een accent op non verbaliteit (gezichtsuitdrukking, gebaar enzovoorts). Zoek voor voorbeelden op you tube bijvoorbeeld onder ‘Pingu’ en beluister ‘Vlieg met me mee’ (Paul de Leeuw). Er is geen vaste taalvorm, alles kan en mag.
Print panda hoofddeksel
Print de les

Inleiding.
De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat jullie in deze les met jabbertalk aan de slag gaan. Speel ter illustratie van de werkvorm alsof je met je hond speelt, een stok weggooit en dat de hond niet meer terugkomt.

Warming up tweetallen.
De groep zit in tweetallen in het lokaal op de grond, ze bepalen wie A is en wie B.
Instructie: Jullie gaan ook in fantasietaal praten, de opdrachten gaan over verschillende dieren. 

B nodigt A uit om mee te gaan om de hond uit te laten.
A nodigt B uit om mee te gaan met paardrijden.
B nodigt A uit om mee te gaan naar de kinderboerderij.
A vraagt B mee te helpen het konijnenhok schoon te maken.

Doe dit een keer voor met een kind voordat de kinderen in tweetallen aan de slag gaan. De kinderen gaan staan, verzinnen verder zelf hun spelsituaties en wisselen zo lang om totdat je aangeeft dat ze op hun plek mogen gaan zitten.

Warming up viertallen.
De groep zit in tweetallen in het lokaal op de grond, ze bepalen wie tweetal A is en wie tweetal B.

Instructie: De panda’s Wu Wen en Xing Ya waren in april 2017 de beroemdste dieren van Nederland. Ze werden van China naar Nederland vervoerd en wonen nu in een Nederlandse dierentuin. Niemand weet wat panda’s vinden of denken, maar jullie krijgen zo in de opdracht om ze in jabbertalk te laten praten,. Er zijn ook verzorgers in het verhaal, mensen en panda’s kunnen elkaar niet verstaan maar praten onderling wel met elkaar.

Opdrachten:
• Tweetal A speelt de panda’s en mogen met elkaar praten, tweetal B speelt de Chinese verzorgers en mogen met elkaar praten: de verzorgers vertellen de panda’s dat ze naar Nederland gaan verhuizen. De panda’s verstaan ze niet.
• Tweetal B speelt de panda’s en mogen met elkaar praten, tweetal A speelt de verzorgers en mogen met elkaar praten: De verzorgers zitten met de panda’s in het vliegtuig, wat vinden de panda’s daarvan?
• Tweetal A speelt de panda’s en mogen met elkaar praten, tweetal B speelt de verzorgers en mogen met elkaar praten: de verzorgers brengen de panda’s eten.
• Tweetal B speelt de panda’s, tweetal A speelt twee koeien, iedereen verstaat elkaar: in Nederland maken de panda’s en de koeien kennis met elkaar in de dierentuin.

De kinderen gaan staan, en spelen zo lang door totdat je aangeeft dat er een volgende opdracht komt of dat ze op hun plek mogen gaan zitten.

Kern.
De groep zit in hoefijzeropstelling
Instructie: Jullie krijgen zo in werkgroepen de opdracht om een stukje van het verhuis avontuur na te spelen van onze twee panda’s. De dieren verstaan de mensen wel maar kunnen niet met ze praten, net als in animatiefilms.

Bespreek kort de aandachtspunten op de opdrachtkaarten. Maak werkgroepen en deel de opdrachtkaarten uit. Geef ze een kleine 10 minuten de tijd om te repeteren, applaudisseer na iedere uitvoering en bespreek kort na.

Wist je dat onder het klassenmenu een link staat naar het leerkrachtscherm? Hier vind je allerlei ondersteunde informatie.

Panda fantasieverhalen

  • 15/04/2017
  • Holger
  • · Groep 2

Werkvorm: teacher in role. Teacher in role is een werkvorm waarbij je schakelt tussen vetteller en speler. Wanneer je vertelt zet je af en toe een hoofddeksel op en speelt een rol.

Tips voor teacher in role »

Teacher in role is echt dolle pret om te doen, je helpt jezelf door op de volgende zaken te letten.
A: kies voor iedere rol een herkenbare houding (breed voor de ene rol, krom voor de andere. Dit helpt jezelf en het publiek bij het onderscheid maken tussen de rollen.
B: zorg dat beide rollen een ander hoofddeksel dragen, dit stimuleert de inleving.
C: maak je geen zorgen. Je hoeft echt geen goede speler te zijn voor deze werkvorm, doorgaans gaan kleuters er makkelijk in mee.

Benodigdheden: voor alle kinderen een panda hoofddeksel, een pet voor jou als nieuwe verzorger.
Print de lesopzet
Print panda hoofddeksel

hoofddeksel knippen »

Informatie: in april 2017 kwamen de panda’s Wu Wen en Xing Ya naar Nederland, onder veel media belangstelling. Veel kinderen bleken in de ban van de Panda te zijn, vandaar dat iedere groep een panda dramales heeft. In deze les mogen kinderen hun fantasie de vrije loop laten, de panda’s zijn superhelden en kunnen alles.
Tip: vertel zonder papier in je handen, print de spiekbrief uit en hang die ergens neer zodat je je handen vrij hebt.

Warming up:
De kinderen staan verspreid door het lokaal.
Instructie: Ik ga jullie een verhaal vertellen en daar komen de volgende dieren in voor: pandaberen. Die komen uit China.

Spelvraag: Welke dieren wonen volgens jou ook in China? (laat een aantal antwoorden klassikaal uitspelen).
Suggesties: apen, dolfijnen, mooie vogels, aparte kikkers.

Stap 1: Ik ben jullie nieuwe verzorger.
De kinderen zitten verspreid door het lokaal op de grond met hun panda-hoofddeksel op.
Vertel dat de panda’s in China wonen, in een dierentuin waar ze goed worden verzorgd.

Spelvraag: Hoe leven de panda’s daar, wat doen ze zoal? (laat een aantal antwoorden klassikaal uitspelen).
Suggesties: slapen, spelen, eten.

Vertel: er komt een Nederlandse verzorger die jullie mee gaat nemen naar Nederland.
Zet pet op, als verzorger: wees blij ze te zien, aai er een paar, zeg dat ze mooi zijn, geef ze te eten.

In het echt gebeurde er dit (speel het uit): de panda’s liggen te eten. Ze begrijpen niet wat ze gaan doen.
Maar als we er een mooi, spannend, leuk pandaverhaal van zouden maken: wat zou een goed fantasie idee zijn?
Bepaal welke van de suggesties jullie gaan uitbeelden als klas, kies een fantasierijke uit.
Suggestie: de panda’s zijn blij, gaan met de verzorger spelen, doen een dansje enzovoorts. Vraag ook wat jij als verzorger moet doen in het fantasieverhaal.

Stap 2: Ze zitten in het vliegtuig
De kinderen zitten verspreid door het lokaal op de grond met hun panda-hoofddeksel op.
Vertel dat de panda’s in kisten in het vliegtuig zitten.

Spelvraag: Wat deden de panda’s in het vliegtuig, de reis duurde heel lang (laat een aantal antwoorden klassikaal uitspelen).
Suggesties: slapen, spelen, eten.

Zet pet op, als verzorger: we gaan bijna stijgen, zitten jullie lekker in je kist, spannend en leuk dat jullie met mij mee komen, geef ze te eten.

In het echt gebeurde er dit (speel het uit): de panda’s liggen te eten. Ze begrijpen niet wat ze gaan doen.

Maar als we er een mooi, spannend, leuk pandaverhaal van zouden maken: wat zou een goed fantasie idee zijn? Wat doen ze in ons fantasieverhaal in het vliegtuig?
Bepaal welke van de suggesties jullie gaan uitbeelden als klas, kies een fantasierijke uit.
Suggestie: de panda’s lopen door het vliegtuig, sturen, drinken kopjes thee enzovoorts. Vraag ook wat jij als verzorger moet doen in het fantasieverhaal.

Stap 3: Ze zitten in de vrachtwagen
De kinderen zitten verspreid door het lokaal op de grond met hun panda-hoofddeksel op.
Vertel dat de panda’s in de vrachtauto zitten.

Spelvraag: Wat deden de panda’s in de vrachtauto, de reis duurde heel lang (laat een aantal antwoorden klassikaal uitspelen).
Suggesties: slapen, spelen, eten.

Zet pet op, als verzorger: we zijn in Nederland, eerst willen de cameramensen van de TV jullie heel graag zien en daarna gaan we naar jullie Nederlandse huis!

In het echt gebeurde er dit (speel het uit): de panda’s liggen te eten. Ze begrijpen niet wat er aan de hand is.

Maar als we er een mooi, spannend, leuk pandaverhaal van zouden maken: wat zou een goed fantasie idee zijn? Wat doen ze als de cameramensen ze filmen?
Bepaal welke van de suggesties jullie gaan uitbeelden als klas, kies een fantasierijke uit.
Suggestie: ze doen rare kunstjes, dansjes enzovoorts.

En in de vrachtauto op weg naar de dierentuin?
Suggestie: ze stappen uit, gaan op avontuur, gaan tanken, Nederland bekijken enzovoorts.

Stap 4: Welkom in jullie nieuwe huis!
De kinderen zitten verspreid door het lokaal op de grond met hun panda-hoofddeksel op.
Vertel dat de panda’s in hun nieuwe huis zijn aangekomen.

Spelvraag: Wat deden de panda’s in de Nederlandse dierentuin? (laat een aantal antwoorden klassikaal uitspelen).
Suggesties: slapen, spelen, eten.

Zet pet op, als verzorger: welkom in Nederland, hier kunnen jullie wonen, eten, slapen, zwemmen. Fijn dat jullie er zijn!

In het echt gebeurde er dit (speel het uit): de panda’s liggen te eten. Ze begrijpen niet echt wat er aan de hand is.

Maar als we er een mooi, spannend, leuk pandaverhaal van zouden maken: wat zou een goed fantasie idee zijn? Wat doen ze als verzogers ’s avonds naar huis zijn?
Bepaal welke van de suggesties jullie gaan uitbeelden als klas, kies een fantasierijke uit.
Suggestie: klimmen over het hek en gaan kennismaken met de andere dieren, naar de speeltuin, naar het restaurant….

Einde.
Vertel: dat de panda’s de volgende ochtend heerlijk liggen te slapen in hun nieuwe Nederlandse huis.
Zet pet op, als verzorger: zo, het lijkt wel alsof jullie een feestje gehad hebben gisteravond! Fijn dat jullie bij ons in Nederland zijn, jullie zijn een stel bijzondere beertjes!

Extra informatie:
In het lerarenscherm staan didactische tips voor o.a. deze werkvorm. Je kunt een link naar het scherm vinden in het rechter menu als je een les hebt aangeklikt en onder aan het klassenmenu van groep 1 en 2.

Wat vinden Wu Wen en Xing Ya?

  • 15/04/2017
  • Holger
  • · Groep 5

Werkvorm(en): Nasynchronisatie.
Activiteit: De kinderen verzinnen een nagesynchroniseerde scène over de panda’s Wu Wen en Xing Ya en presenteren dat aan elkaar.
Benodigdheden: Opdrachtkaarten, panda hoofddeksels.
Opmerking: Bij nasynchronisatie verwoordt de ene speler (de stemacteur) de tekst en gedachten van de andere speler (de spelacteur). Het staat ook bekend als ‘dubbing’.
Voor aandachtspunten bekijk de pictogrammen in het leerkrachtenscherm.
Print deze les
Print panda hoofddeksel

hoofddeksel knippen »

Inleiding.
De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat jullie in deze les gaan nasynchroniseren. Als je een DVD afspeelt zie je in het menu vaak verschillende talen staan, in al die landen zijn acteurs bezig geweest om stem te geven aan de rollen die meespelen. Ter illustratie doe je een stukje voor: kies twee kinderen die je een korte spelopdracht geeft, jij gaat uit het beeld van het publiek staan en doet de stemmen van beide kinderen. Geef hen beiden een panda hoofddeksel.
Spelopdracht: de twee panda’s Wu Wen en Xing Ya zitten lekker sloom bamboe te eten. Wu besluit om te ontsnappen uit de dierentuin, Xing is te sloom om mee te doen maar helpt later toch. Op de helft van hun avontuur vallen ze in slaap.

Warming up 1 tweetallen: losse oefeningen.
De groep staat in tweetallen in het lokaal, ze bepalen wie de stemkant doet en wie de spelkant, na iedere opdracht wisselen ze.
Instructie voor de spelacteurs:
Je zingt een liedje (bijvoorbeeld ‘poesje mauw’)
Je eet knapperige wortels
Je drinkt een glas water, als je bijna klaar bent verslik je jezelf
Je bent aan het koken maar er komt een wolk peper vrij en je moet niezen.

Geef kinderen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen.

Warming up 2 tweetallen: situaties.
De groep staat in tweetallen in het lokaal, ze bepalen wie eerst de stemkant doet en wie de spelkant, na iedere opdracht wisselen ze.
Instructie voor de spelacteurs:
Je bent een dierverzorger en je moet poep scheppen.
Je bent een luie panda, als ik in mijn handen klap besluit je een kunstje te doen voor de dierentuinbezoekers.
Je bent in de dierentuin een geitje aan het voeren, als ik in mijn handen klap bijt het geitje in je vinger.
Je bent in de dierentuin bij de apen aan het kijken, als ik in mijn handen klap laat een aap ineens een boer en je moet keihard lachen.

Geef kinderen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen.

Kern.
De groep zit in hoefijzeropstelling.
Instructie: De panda’s Wu Wen en Xing Ya waren in april 2017 de beroemdste dieren van Nederland. Ze werden van China naar Nederland vervoerd en wonen nu in een Nederlandse dierentuin. Niemand weet wat panda’s vinden of denken, maar jullie krijgen zo in werkgroepen de opdracht om van hun verhuisavontuur een verhaaltje te maken waarin we dat juist wel te weten komen. De panda’s hebben dus ook een stem, de mensen kunnen ze echter niet verstaan (net als in animatiefilms).

Bespreek kort de aandachtspunten op de opdrachtkaarten en maak werkgroepen:

Optie 1: Maak 3 of 4 grote werkgroepen waarvan de ene helft van de werkgroep de stemmen doet en de andere helft het mimespel.

Optie 2: Maak 5 kleinere groepen. Tijdens de presentatie:
Groep 1 doet de stemmen van groep 5.
Groep 2 doet de stemmen van groep 1.
Groep 3 doet de stemmen van groep 2.
Groep 4 doet de stemmen van groep 3.
Groep 5 doet de stemmen van groep 4.

Van tevoren vertelt de spelende groep in één zin de clou van hun presentatie aan de nasynchroniserende groep

Tijdens de uitvoering zitten de stemacteurs bij elkaar aan één van de zijkanten van het publiek. Dus niet in het zicht op het spelvlak.

Nabespreken van een presentatie bij drama »

Een nabespreking van een presentatie bij drama bestaat uit 3 aspecten:
1: De opdracht. Bijvoorbeeld: Waar gaat dit feest over?
2: Iets dat het competente gevoel stimuleert, zoals een publiekscompliment. Bijvoorbeeld: ‘Publiek, benoem een sterk moment uit deze presentatie’.
3: Het spel. Dit doe je naar aanleiding van pictogrammen (aandachtspunten). Onderaan het klassenmenu staat een link naar het leerkrachtscherm, daar staan de pictogrammen. Je kan ze daar ook uitprinten. Zonder het werken met aandachtspunten verklein je de kans op spelontwikkeling en inzicht, het is dus erg belangrijk om de pictogrammen te gebruiken. Voorbeeldvraag: ‘Waar was er sprake van een heldere gezichtsuitdrukking?’

Behandel op tempo deze 3 aspecten. Wil je vakdidactisch correct nabespreken maak dan een notitie op je lesopzet voordat je de les geeft.

Wil je iets kwijt over deze les?
Een aanvulling, idee, opmerking over deze les? Heb je een foutje gezien, of wil je ons laten weten hoe de les is gegaan: vul onderstaand formulier in. We zijn blij met iedere reactie, het helpt ons om de kwaliteit te waarborgen die je van ons gewend bent.

Wist je dat onder het klassenmenu en in het menu rechts een link staat naar het leerkrachtscherm? Hier vind je allerlei ondersteunde informatie.

Ondeugende panda’s

  • 15/04/2017
  • Holger
  • · Groep 6 · Uncategorized

Werkvorm(en): Nasynchronisatie.
Activiteit: De kinderen verzinnen een nagesynchroniseerde scène over en presenteren dat aan elkaar.
Benodigdheden: twee panda hoofddeksels (zie hieronder)

hoofddeksel knippen »

Opmerking: Bij nasynchronisatie verwoordt de ene speler (de stemacteur) de tekst en gedachten van de andere speler (de spelacteur). Het staat ook bekend als ‘dubbing’.
Voor aandachtspunt bekijk de pictogrammen in het leerkrachtenscherm.
Print les
Print panda hoofddeksel

Inleiding.
De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat jullie in deze les gaan nasynchroniseren. Als je een DVD afspeelt zie je in het menu vaak verschillende talen staan, in al die landen zijn acteurs bezig geweest om stem te geven aan de rollen die meespelen. Ter illustratie doe je een stukje voor: kies twee kinderen die je een korte spelopdracht geeft, jij gaat uit het beeld van het publiek staan en doet de stem van kind B.
Spelopdracht: A is de hond, B is het baasje en van jou doe ik de stem. De hond luistert eerst nog heel goed. Als ik een teken geef plas je op de grond, jullie zijn in huis.

Warming up 1 tweetallen: losse oefeningen.
De groep staat in tweetallen in het lokaal, ze bepalen wie de stemkant doet en wie de spelkant, na iedere opdracht wisselen ze. De kinderen herhalen hun spel zo lang tot jij de volgende opdracht geeft.

Instructie voor de spelacteurs: je kijkt naar de panda’s en maakt af en toe ontroerde geluidjes, je moet lachen bij de apen, je schrikt omdat een tijger tegen de kooi aan springt, je bent bang bij het vogelspinnenhok, het stinkt bij het hok van de lynx.

Geef kinderen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen.

Warming up 2 tweetallen: situaties.
De groep staat in tweetallen in het lokaal, ze bepalen wie eerst de stemkant doet en wie de spelkant, na iedere opdracht wisselen ze.

Instructie voor de spelacteurs:
Je aait een konijn, maar bent allergisch en moet steeds niezen.
Je voert een vis, als ik een teken geef springt de vis uit de kom en je probeert hem te pakken.
Je kijkt tv, als ik een teken geef is de vogelspin van je broertje ontsnapt en je probeert hem te vangen.
Je zit onder een boom, als ik een teken geef merk je dat je in een mierenhoop zit.

Geef kinderen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen.

Kern.
De groep zit in hoefijzeropstelling.
Instructie: De panda’s Wu Wen en Xing Ya waren in april 2017 de beroemdste dieren van Nederland. Ze werden van China naar Nederland vervoerd in 4 stappen. Jullie krijgen zo in werkgroepen de opdracht om van één van die stappen een verhaal te maken waarin de panda’s erg ondeugend zijn.

Bespreek kort de aandachtspunten op de opdrachtkaarten en maak werkgroepen:

Optie 1: Maak 3 of 4 grote werkgroepen waarvan de ene helft van de werkgroep de stemmen doet en de andere helft het mimespel.

Optie 2: Maak 4 groepen. Tijdens de presentatie:
Groep 1 doet de stemmen van groep 4.
Groep 2 doet de stemmen van groep 1.
Groep 3 doet de stemmen van groep 2.
Groep 4 doet de stemmen van groep 3.

Van tevoren vertelt de spelende groep in één zin de clou van hun presentatie aan de nasynchroniserende groep

Tijdens de uitvoering zitten de stemacteurs bij elkaar aan één van de zijkanten van het publiek. Dus niet in het zicht op het spelvlak.

Nabespreken van een presentatie bij drama »

Een nabespreking van een presentatie bij drama bestaat uit 3 aspecten:
1: De opdracht. Bijvoorbeeld: Waar gaat dit feest over?
2: Iets dat het competente gevoel stimuleert, zoals een publiekscompliment. Bijvoorbeeld: ‘Publiek, benoem een sterk moment uit deze presentatie’.
3: Het spel. Dit doe je naar aanleiding van pictogrammen (aandachtspunten). Onderaan het klassenmenu staat een link naar het leerkrachtscherm, daar staan de pictogrammen. Je kan ze daar ook uitprinten. Zonder het werken met aandachtspunten verklein je de kans op spelontwikkeling en inzicht, het is dus erg belangrijk om de pictogrammen te gebruiken. Voorbeeldvraag: ‘Waar was er sprake van een heldere gezichtsuitdrukking?’

Behandel op tempo deze 3 aspecten. Wil je vakdidactisch correct nabespreken maak dan een notitie op je lesopzet voordat je de les geeft.

Wil je iets kwijt over deze les?
Een aanvulling, idee, opmerking over deze les? Heb je een foutje gezien, of wil je ons laten weten hoe de les is gegaan: vul onderstaand formulier in. We zijn blij met iedere reactie, het helpt ons om de kwaliteit te waarborgen die je van ons gewend bent.

Wist je dat onder het klassenmenu en in het rechter menu een link staat naar het leerkrachtscherm? Hier vind je allerlei ondersteunde informatie.

Panda in tha house

  • 15/04/2017
  • Holger
  • · Uncategorized

Werkvorm(en): acteerspel.
Activiteit: De kinderen verzinnen presentaties waarin mensen de karaktereigenschappen hebben van pandaberen en presenteren dat aan elkaar.
Benodigdheden: het helpt als er hoedjes/petjes beschikbaar zijn maar deze les kan ook zonder.
Opmerking: kinderen spelen dus geen pandabeer.
Print les + opdrachtkaarten

Inleiding.
De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat jullie in deze les gaan acteren. Benadruk dat je bij acteerspel duidelijk moet spreken en vanuit houding en gebaar moet spelen.

Warming up klassikaal.
De groep staat verspreid in het lokaal.
Instructie: Je krijgt spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met een klasgenoot. De oefening gaat over karaktereigenschappen.

Spelopdrachten:
Je bent een tuinman (laat ze even uitbeelden) en je bent opvliegerig.
Je bent vrachtwagenchauffeur (laat ze even uitbeelden) en je bent humoristisch.
Je bent circusclown (laat ze even uitbeelden) en je bent ernstig.
Je bent politieagent (laat ze even uitbeelden) en je bent angstig.

Warming up tweetallen.
De groep zit in tweetallen in het lokaal op de grond, ze bepalen wie A is en wie B.
Instructie: Aan dieren worden karaktereigenschappen toegekend, één van jullie krijgt een dier/karaktereigenschap. Je speelt wel een mens, je tegenspeler speelt in de situatie mee.

A, je bent een jonge hond (karaktereigenschap: speels), dit is jullie spelsituatie: B je bent ziek en komt bij A, de dokter.
B, je bent een dolfijn (karaktereigenschap: vrolijk), dit is jullie spelsituatie: A je werkt in een winkel en betrapt B bij het stelen van snoepjes.
A, je bent een uil (karaktereigenschap: serieus), dit is jullie spelsituatie:  A je bent bevriend met B en jullie zijn in een pretpark.
B, je bent een panda (karaktereigenschap: lui), dit is jullie spelsituatie: B je bent de ober, A je bent klant in het restaurant en je hebt een klacht over het eten.

De kinderen gaan staan, en spelen door totdat je aangeeft dat de volgende opdracht eraan komt of dat ze op hun plek mogen gaan zitten.

Kern.
De groep zit in hoefijzeropstelling.
Instructie: In april 2017 kwamen de panda’s Wu Wen en Xing Ya naar Nederland onder veel media aandacht. We vinden panda’s schattig, maar stel je voor dat mensen dezelfde eigenschappen zouden hebben als panda’s…

Bespreek kort de aandachtspunten die op de opdrachtkaarten staan. Maak maximaal vijf werkgroepen en deel de opdrachtkaarten uit. Geef ze een kleine 10 minuten de tijd om te repeteren, applaudisseer na iedere uitvoering en bespreek kort na.

Wist je dat onder het klassenmenu en in het rechter menu een link staat naar het leerkrachtscherm? Hier vind je allerlei ondersteunde informatie.

Advies gebruik pictogrammen Acteerspel »

Pictogrammen zijn in deze methode cruciaal om te gebruiken, het zijn je aandachtspunten: je bespreekt er op na en je leert je kinderen op zowel actief als receptief niveau wat bij de kunstvorm theater van belang is. Kijk voor de toepassing van die pictogrammen op deze pagina.
We willen je graag adviseren welke pictogrammen je zou kunnen gebruiken. Let op, voor de leeftijdsgroep waar jij mee werkt zijn dat hooguit 2/3/4 pictogrammen: je wil je kinderen niet overvragen.

<span style=”color: #ffff00;”>Welke pictogrammen passen bij deze les?</span>
<a href=”https://dramamethode.nl/dramapdf/pictogramkaarten/denk_aan_je_mimiek_a4.pdf”>Denk aan je mimiek</a>
<a href=”https://dramamethode.nl/dramapdf/pictogramkaarten/ga_niet_voor_elkaar_staan.pdf”>Ga niet voor elkaar staan</a>
<a href=”https://dramamethode.nl/dramapdf/pictogramkaarten/niet_door_elkaar_praten_a4.pdf”>Niet door elkaar praten.</a>
<a href=”https://dramamethode.nl/dramapdf/pictogramkaarten/niet_met_je_rug_naar_het_publiek_staan_a4.pdf”>Niet met je rug naar het publiek toe staan.</a>
<a href=”https://dramamethode.nl/dramapdf/pictogramkaarten/speel_met_gebaren.pdf”>Speel met gebaren.</a>
<a href=”https://dramamethode.nl/dramapdf/pictogramkaarten/speel_vanuit_lichaamshouding.pdf”>Speel vanuit lichaamshouding.</a>
<a href=”https://dramamethode.nl/dramapdf/pictogramkaarten/speel_in_het_midden_van_het_spelvlak.pdf”>Speel in het midden van het spelvlak.</a>
<a href=”https://dramamethode.nl/dramapdf/pictogramkaarten/spreek_verstaanbaar_a4.pdf”>Spreek verstaanbaar.</a>
Er is nog een andere werkwijze (toepassing 2), die kun je <a href=”https://dramamethode.nl/2974/lk-scherm-pistogramkaarten/”>hier</a> bekijken.

Nabespreken van een presentatie bij drama »

Een nabespreking van een presentatie bij drama bestaat uit 3 aspecten:
1: De <strong>opdracht.</strong> Bijvoorbeeld: <em>Waar gaat dit feest over?</em>
2: Iets dat het <strong>competente gevoel</strong> stimuleert, zoals een publiekscompliment. Bijvoorbeeld: <em>‘Publiek, benoem een sterk moment uit deze presentatie’.</em>
3: Het <strong>spel</strong>. Dit doe je naar aanleiding van pictogrammen (aandachtspunten). Onderaan het klassenmenu staat een link naar het <a href=”https://dramamethode.nl/2964/leerkrachtenscherm-groep-3-8/”>leerkrachtscherm</a>, daar staan de <a href=”https://dramamethode.nl/2974/lk-scherm-pistogramkaarten/”>pictogrammen</a>. Je kan ze daar ook uitprinten. Zonder het werken met aandachtspunten verklein je de kans op spelontwikkeling en inzicht, het is dus erg belangrijk om de pictogrammen te gebruiken. Voorbeeldvraag: <em>‘Waar was er sprake van een heldere gezichtsuitdrukking?’</em>

Behandel op tempo deze 3 aspecten. Wil je vakdidactisch correct nabespreken maak dan een notitie op je lesopzet voordat je de les geeft.

<span style=”color: #ffff00;”><strong>Wil je iets kwijt over deze les?</strong></span>
Een aanvulling, idee, opmerking over deze les? Heb je een foutje gezien, of wil je ons laten weten hoe de les is gegaan: vul onderstaand formulier in. We zijn blij met iedere reactie, het helpt ons om de kwaliteit te waarborgen die je van ons gewend bent.

Page 6 of 61« 1 … 4 5 6 7 8 … 61 »

Dramaland

  • Twitter
  • Facebook

Designed by Luke McDonald & Powered by WordPress