Creëer en Leer DRAMA

Previous Next
  • Dramalessen per groep
    • Dramalessen voor groep 1
    • Dramalessen voor groep 2
    • Dramalessen voor groep 3
    • Dramalessen voor groep 4
    • Dramalessen voor groep 5
    • Dramalessen voor groep 6
    • Dramalessen voor groep 7
    • Dramalessen voor groep 8
  • Abonnementen
    • Abonnementen
  • Trainingen
  • Gratis lessen
  • Een dramamethode kiezen
  • Contact

Vraag basisschool abonnement aan

  • 08/05/2012
  • Holger
  • · Uncategorized

Stap 1: vul onderstaand formulier in.
Stap 2: maak het desbetreffende bedrag over o.v.v. je gekozen gebruikersnaam en naam van de school.

Bankrekeningnummer: 144787237 (Rabobank Utrecht)
T.n.v: Dramaland te Utrecht.

Je krijgt je wachtwoord per email toegestuurd, met dat wachtwoord kun je inloggen op deze website en gebruik maken van je abonnement. Het wachtwoord kan je zelf wijzigen wanneer je abonnement is geactiveerd.

Drama op het rooster

  • 05/05/2012
  • Holger
  • · Uncategorized

Zoals je bij missie en visie kan zien onderseunt Dramaland de leerkracht op zeven verschillende manieren. Deels voor alle leerkrachten en deels voor wie daar voor kiest. Dichterbij het niveau van een vakleerkracht kan een methode niet komen, maar dan blijft het vraagstuk over hoe je een vak in je bestaande lesrooster kan krijgen.

Lesbeschijvingen

  • 05/05/2012
  • Holger
  • · Uncategorized

Een lesbeschrijving moet doelmatig zijn: overzichtelijk en effectief.
Een vlekkeloze organisatie draagt bij aan een competent gevoel van jou, de leerkracht. Een vak dat zich afspeelt in een klassensituatie vergelijkbaar met bijvoorbeeld bewegingsonderwijs (open ruimte, geen stoelen en tafels) is gebaat bij zo min mogelijk ruis. Die randvoorwaarden haal je uit een lesbeschrijving waarin duidelijk wordt waar de kinderen zich het beste kunnen bevinden, in welke opstelling ze zitten enzovoorts. De korte omschrijving van de instructie helpt je kort en effectief te zijn, waardoor het lestempo hoog blijft en de kinderen actief.
Na een aantal lessen herken niet alleen jij de systematiek hierin, de kinderen gaan als vanzelf mee in je organisatie.

Helder en overzichtelijk voor jou en je kinderen.
De achtergrond van de auteur (vakdocent drama in het basisonderwijs, opleidingsdocent aan een pabo, auteur van vakdidactische publicaties) ligt hieraan ten grondslag.

Kijk bij de samples voor voorbeelden van lesbeschrijvingen.Watch movie online Rings (2017)

Koppeling BEVO

  • 04/05/2012
  • Holger
  • · Uncategorized

Lid van ‘Laat maar zien’? »

Deze les sluit aan bij de les: ” van de methode ‘Laat maar zien’ (beeldende vorming). Klik op het logo om rechtstreeks naar de les te gaan. klik om naar beeldend onderwijs te gaan

Leerkrachtschermen

  • 02/05/2012
  • Holger
  • · Uncategorized

Voor abonneehouders zijn twee pagina’s aangemaakt waarin je rustig je kennis van de vakdidactiek kan ophalen. De ene pagina is voor leerkrachten die lesgeven in groep 1-2, de andere pagina is voor de leerkrachten die lesgeven in groep 3-8.

Op die pagina’s staan onder andere vakdidactische tips die ervoor zorgen dat je dramalessen succesvol zijn.

Ook vind je een korte beschrijving van de werkvormen en hun begeleidingsaspecten.

 

 

Spoilers met praktische informatie over de werkvorm

  • 02/05/2012
  • Holger
  • · Uncategorized

Wat zijn spoilers?
Een spoiler is een uitklapscherm, je herkent het wanneer je dit in beeld ziet.

Show »

Okee, je hebt door hoe het werkt.

Dramaland maakt vooral in de kleuterlessen gebruik hiervan om je de mogelijkheid te geven meer over de werkvorm of vakdidactiek te weten te komen voordat je de les geeft.

Waarom spoilers?
Dramaland is een methode voor alle leerkrachten, ook voor de leerkrachten met weinig of geen ervaring in het geven van drama. Het gebruik van dit ‘uitklapsysteem’ is prettig omdat er niet hele lappen tekst op de pagina verschijnen. De leerkracht met veel ervaring in het geven van drama kan de spoilers overslaan.

De informatie van de spoilers staat niet in de lesopzetten, dit om de uitgeprinte lessen zo overzichtelijk mogelijk te houden.
Dramaland maakt op deze wijze gebruik van de mogelijkheden die een digitale methode biedt: dynamisch en informatief.

Op vakantie

  • 02/05/2012
  • Holger
  • · Groep 2

Werkvorm: uitbeeldspel.
Uitbeeldspel is de meest vrijblijvende vorm van doen-alsof-spel. Het doel is om tot uitbeelden te komen, of daar bijvoorbeeld wel of geen geluid bij wordt gemaakt is niet zo van belang, en naar eigen inzicht van de leerkracht. Uitbeeldspel gaat over het uitbeelden van begrippen, zonder dat er sprake is van een verhaallijn.
Aanwijzing spelvraag.

Show »

Kleur het spel in, daarmee bedoelen we dat je niet alleen de vraag stelt en de antwoorden laat uitbeelden, maar het spel daar omheen ook meepakt.

Dus niet zo: Jij:‘ Op wat voor plekken kun je slapen als je op vakantie bent?’. Kind antwoordt: ‘In een tent’. . Jij: ‘Goed zo, in een tent. Kruip maar in je tent en doe alsof je slaapt’.

Maar zo: Jij:‘ Op wat voor plekken kun je slapen als je op vakantie bent?’. Kind antwoordt: ‘In een tent’. . Jij: ‘Goed zo, in een tent. Zoek maar een mooi plekje, pak je tent maar uit, die heeft stokken, en sla de tentharingen maar in de grond, doe de rits maar open…’. Enzovoorts.

Hiermee stimuleer je de het voorstellingsvermogen en de woordenschat van de kinderen.

Print de lesopzet inclusief spiekbrief.
Tip: print de spiekbrief uit en hang die ergens in het zicht zodat je je handen vrij hebt.

Inleiding.
Vertel dat deze les over gaat op vakantie gaan gaat.
Tip: je kunt wel met de kinderen een voorgesprek houden maar drama is een actief vak dus hou het kort. Daarnaast komen de begrippen die met dit thema samenhangen tijdens de les uitvoerig aan bod.

De kinderen staan verspreid in het lokaal.

Opdracht 1: tas inpakken.
Spelvraag: Wat pak je in als je op vakantie gaat?
Suggesties: tandenborstel, knuffel, sokken, laarzen, speelgoed, snoepjes.

Doe ze in een denkbeeldige koffer.

Opdracht 2: op reis.
Spelvraag: Op welke manieren kan je eigenlijk op reis?
Suggesties: op de fiets, met de auto, met de bus, met de trein, met de boot, met het vliegtuig.

Opdracht 3: vakantiebed.
Spelvraag: Op wat voor plekken kun je slapen als je op vakantie bent?
Suggesties:  in een tent, in een hotel, op een schip, in een vakantiehuisje.

Beeld van iedere plek de bijzonderheden uit.

Opdracht 4: dingen om te doen.
Spelvraag: Wat doe je als je op vakantie bent?
Suggesties:  uit eten, zwemmen, naar een pretpark, naar een dierentuin…

Opdracht 5: binnendingen.
Spelvraag:  Wat kan je eigenlijk binnen doen als het buiten slecht weer is?
Suggesties:  met je speelgoed spelen, helpen met koken, knutselen, je verkleden…

Opdracht 6: buitendingen.
Spelvraag: Wat zijn leuke dingen om buiten te doen als je vakantie hebt?
Suggesties:  spelen met een bal, fietsen, spelen met waterpistolen, een zandkasteel maken…

Opdracht 7: buitenlands eten.
Spelvraag: Op vakantie eet je vaak ook buitenlands eten. Wie kent er buitenlands eten?
Suggesties:  Chinees eten, spaghetti, sushi, pizza, kebab, couscous.

De kinderen zitten verspreid door het lokaal.

Afsluiting:
Instructie: Doe je ogen dicht. Aan het einde van de terugreis doe je je ogen open – doe je ogen maar open – en je bent weer bij je eigen huis. Vanavond slaap je eindelijk weer in je eigen bedje. Kom maar in de rij staan… enzovoorts.

Spiekbrief. Deze symbolen staan in je spiekbrief:

In het kasteel

  • 01/05/2012
  • Holger
  • · Groep 2

Werkvorm: uitbeeldspel.
Uitbeeldspel is de meest vrijblijvende vorm van doen-alsof-spel. Het doel is om tot uitbeelden te komen, of daar bijvoorbeeld wel of geen geluid bij wordt gemaakt is niet zo van belang, en naar eigen inzicht van de leerkracht. Uitbeeldspel gaat over het uitbeelden van begrippen, zonder dat er sprake is van een verhaallijn.
Aanwijzing spelvraag.

Show »

Kleur het spel in, daarmee bedoelen we dat je niet alleen de vraag stelt en de antwoorden laat uitbeelden, maar het spel daar omheen ook meepakt.

Dus niet zo:
Jij: ‘Welke artiesten komen naar het kasteel om de koning te vermaken?’.
Kind antwoordt: ‘Clowns’.
Jij: ‘Goed zo, doe maar een clown na allemaal!’.

Maar zo:
Jij: ‘Welke artiesten komen naar het kasteel om de koning te vermaken?’.
Kind antwoordt: ‘Clowns’.
Jij: ‘Goed zo, doe een clowns neus op, doe flapschoenen aan,  maak een grote rode mond met schmink, trek eens een raar gezicht’. Enzovoorts.

Hiermee stimuleer je de het voorstellingsvermogen en de woordenschat van de kinderen.

Benodigdheden: eventueel een feestmuziekje voor het laatste lesonderdeel.
Print de lesopzet inclusief spiekbrief.
Tip: print de spiekbrief op A3-formaat uit en hang die ergens in het zicht zodat je je handen vrij hebt.

Inleiding.
Vertel dat deze les over het begrip kasteel gaat.
Tip: je kunt wel met de kinderen een voorgesprek houden maar drama is een actief vak dus hou het kort. Daarnaast komen de begrippen die met dit thema samenhangen tijdens de les uitvoerig aan bod.

De kinderen staan verspreid in het lokaal.

Opdracht 1: Een kasteel bouwen.
Spelvraag: Hoe bouw je een kasteel?
Suggesties:  Slotgracht graven, metselen, zagen, timmeren van de brug.

Opdracht 2: De boer zorgt voor eten.
Spelvraag: Wat doet de boer om eten te kunnen brengen bij het kasteel?
Suggesties:  Kippen voeren, eieren rapen, koeien melken.

Opdracht 3: De artiesten zorgen voor vermaak.
Spelvraag: Welke artiesten komen naar het kasteel om de koning te vermaken?
Suggesties:  Dansers en danseressen, clowns, acrobaten (doe kunstjes), zangers en zangeressen, muziekanten.

Opdracht 4: De ridders zorgen voor veiligheid.
Spelvraag: Wat doen ridders?
Suggesties:  Ze oefenen met paardrijden, ze maken hun zwaarden scherp, ze schieten met pijl en boog, ze trainen hun spierballen.

Opdracht 5: De koks bereiden het eten.
Spelvraag: Hoe bereiden de koks het eten voor de Koninklijke familie?
Suggesties:  Ze snijden groenten, ze kneden het deeg, ze proeven de soep, ze bakken de pannenkoeken.

Opdracht 6: De Koninklijke familie zorgt voor het land.
Spelvraag: Hoe doet de Koninklijke familie?
Suggesties:  Ze drinken deftig thee, ze wuiven naar het volk, ze rijden in een koets, ze begroeten elkaar vriendelijk, ze knikken met hun hoofd, ze lopen heel deftig.

Afsluiting:
Jij coacht: Alle mensen van het kasteel komen samen voor een groot feest. Kies wie je het leukste lijkt om nog een keer uit te beelden: een artiest, een boer, een ridder, een kok of iemand van de Koninklijke familie.
Klassikaal spelen:  de kinderen mogen even vrij spelen als de rol die ze het leukst vonden in deze les. Je kunt hier een vrolijk feestmuziekje bij draaien.

Deze symbolen staan in je spiekbrief:

Jarig!

  • 01/05/2012
  • Holger
  • · Groep 1

Titel: Jarig!
Werkvorm: uitbeeldspel. Uitbeeldspel is de meest vrijblijvende vorm van doen-alsof-spel. Het doel is om tot uitbeelden te komen, of daar bijvoorbeeld wel of geen geluid bij wordt gemaakt is niet zo van belang, en naar eigen inzicht van de leerkracht. Uitbeeldspel gaat over het uitbeelden van begrippen, zonder dat er sprake is van een verhaallijn.
Aanwijzing spelvraag.

Show »

Kleur het spel in, daarmee bedoelen we dat je niet alleen de vraag stelt en de antwoorden laat uitbeelden, maar het spel daar omheen ook meepakt.

Dus niet zo:
Jij: ‘Wat zijn  leuke dingen om met je vrienden te doen als je jarig bent?’.
Kind: ‘Zwemmen’.
Jij: ‘Goed zo, doe allemaal maar alsof je in het zwembad bent’.

Maar zo:
Jij: ‘Wat zijn  leuke dingen om met je vrienden te doen als je jarig bent?’.
Kind: ‘Zwemmen’.
Jij: ‘Goed zo, zwemmen. Doe maar alsof  je je zwemtas inpakt –wat neem je mee? – we kopen een kaartje voor het zwembad, kleed jezelf om, eerst douchen, loop maar naar het zwembad…’. Enzovoorts.

Hiermee stimuleer je de het voorstellingsvermogen en de woordenschat van de kinderen.

Print de lesopzet inclusief spiekbrief.  Tip: print de spiekbrief uit en hang die ergens in het zicht zodat je je handen vrij hebt.

Inleiding.
Vertel dat deze les over jarig zijn gaat.
Tip: je kunt wel met de kinderen een voorgesprek houden maar drama is een actief vak dus hou het kort. Daarnaast komen de begrippen die met dit thema samenhangen tijdens de les uitvoerig aan bod.

De kinderen staan verspreid in het lokaal.

Opdracht 1: mooie kleren aan.
Jij coacht: Trek je verjaardagskleren aan, hoe loop je als je netjes bent aangekleed?

De kinderen zitten verspreid in het lokaal.

Opdracht 2: de deurbel gaat.
Jij coacht: Bel bij elkaar aan en feliciteer elkaar met je verjaardag.
Voordoen: Bel denkbeeldig bij een kind aan en feliciteer hem hartelijk.

Opdracht 3: cadeaus uitpakken.
Jij coacht: Pak cadeaus uit en speel er mee, let goed op de opdrachten.
Suggesties:  cadeaus met wielen, cadeaus met een gezicht, cadeaus waar geluid uit komt, cadeaus waar je mee kan bouwen, het aller-leukste cadeautje dat je kan verzinnen.

Opdracht 4: leuke dingen doen.
Spelvraag: Wat zijn  leuke dingen om met je vrienden te doen als je jarig bent?
Suggesties:  zwemmen, bowlen, spelletjes, dansen, knutselen, verkleden.

Opdracht 5: eten.
Spelvraag:. Wat is nou verjaardagseten, echt lekker eten?
Suggesties: pannenkoeken, patat, pasta, pizza.

Opdracht 6: mooie dromen.
Spelvraag: Na zo’n fijne dag heb je vast mooie dromen. Wat is nou echt fijn om over te dromen?

Afsluiting:
Jij coacht: Doe je ogen maar open, wrijf maar in je ogen, rek je uit. Je bent weer in de klas, kom maar in de rij, enzovoorts.

Spiekbrief. Deze symbolen staan in je spiekbrief:

Groep 1 Uit logeren

  • 01/05/2012
  • Holger
  • · Groep 1 · Uncategorized

Titel: Uit logeren.
Werkvorm: uitbeeldspel. Uitbeeldspel is de meest vrijblijvende vorm van doen-alsof-spel. Het doel is om tot uitbeelden te komen, of daar bijvoorbeeld wel of geen geluid bij wordt gemaakt is niet zo van belang, en naar eigen inzicht van de leerkracht. Uitbeeldspel gaat over het uitbeelden van begrippen, zonder dat er sprake is van een verhaallijn.

Print de lesopzet inclusief spiekbrief.
Tip: print de spiekbrief uit en hang die ergens in het zicht zodat je je handen vrij hebt.
Let op: kijk in je startscherm voor de betekenis van de term ‘spelvraag’.

Aanwijzing spelvraag.

Show »

Kleur het spel in, daarmee bedoelen we dat je niet alleen de vraag stelt en de antwoorden laat uitbeelden, maar het spel daar omheen ook meepakt.

Dus niet zo: Jij: ‘Op welke manieren kan je eigenlijk op reis?’. Kind antwoordt: ‘Met de auto’. Jij: ‘Goed zo, met de auto. Rij maar een stukje in de auto’.

Maar zo: Jij: ‘Op welke manieren kan je eigenlijk op reis?’. Kind antwoordt: ‘Met de auto’. Jij: ‘Goed zo, met de auto. Pak je zware logeertas, loop maar naar de auto, til hem maar in de kofferbak, deur open, vergeet je riem niet vast te doen hè!’. Enzovoorts.

Hiermee stimuleer je de het voorstellingsvermogen en de woordenschat van de kinderen.

Inleiding. Vertel dat deze les over logeren gaat. Tip: je kunt wel met de kinderen een voorgesprek houden maar drama is een actief vak dus hou het kort. Daarnaast komen de begrippen die met dit thema samenhangen tijdens de les uitvoerig aan bod.

De kinderen staan verspreid in het lokaal.

Opdracht 1:  inpakken.
Spelvraag:  Wat neem je mee als je uit logeren gaat?
Suggesties:  tandenborstel, knuffel, sokken, laarzen, speelgoed, snoepjes.

Doe ze in een denkbeeldige koffer.

Opdracht 2: de reis.
Spelvraag: Op welke manieren kan je eigenlijk op reis?
Suggesties:  op de fiets, met de auto, met de bus, met de trein, met de boot, met het vliegtuig.

Oefening: de kinderen zitten in een lange rij twee aan twee op de grond naar jou toe gedraaid. Vertel dat jullie in het vliegtuig zitten. Pak een denkbeeldige stuurknuppel beet en zeg dat jullie opstijgen, leun iets naar achteren en stimuleer ze dat ook te doen. Beweeg de stuurknuppel naar rechts en stimuleer ze met je mee naar rechts te bewegen zonder hun plek te verlaten. Deze bewegingsoefening doen ze zittend op de grond, jij blijft staan zodat je voor iedereen te zien bent. Het is een groot succes wanneer je ze binnen de fantasie stimuleert: ‘Zwaai maar naar de mensen op de grond. Wie wil er iets te drinken? Kijk een vogel!’ enzovoorts.

Opdracht 3: dingen om te doen.
Spelvraag: Wat zijn leuke dingen om te doen als je ergens uit te logeren bent?
Suggesties:  spelen met de speelgoedkist, de hond uitlaten, helpen met koken, naar de dierentuin, een hut bouwen.

Opdracht 4: eten.
Spelvraag: Uit logeren is best speciaal. Wat is nou speciaal eten, echt lekker eten?
Suggesties: pannenkoeken, patat, pasta, pizza.

Opdracht 5: naar bed.
Spelvraag: Als je naar bed toe gaat, wat moet je dan allemaal doen?
Suggesties:  tas uitpakken, uitkleden, pyjama aantrekken, knuffel in bed leggen, tanden poetsen, in bed kruipen.

Opdracht 6: mooie dromen.
Spelvraag: Na zo’n fijne dag heb je vast mooie dromen. Wat is nou echt fijn om over te dromen?

Afsluiting:
Instructie: Doe je ogen maar open, wrijf maar in je ogen, rek je uit. Je bent weer in de klas, kom maar in de rij, enzovoorts.

Spiekbrief.
Deze symbolen staan in je spiekbrief:

Page 38 of 61« 1 … 36 37 38 39 40 … 61 »

Dramaland

  • Twitter
  • Facebook

Designed by Luke McDonald & Powered by WordPress