Creëer en Leer DRAMA

Previous Next
  • Dramalessen per groep
    • Dramalessen voor groep 1
    • Dramalessen voor groep 2
    • Dramalessen voor groep 3
    • Dramalessen voor groep 4
    • Dramalessen voor groep 5
    • Dramalessen voor groep 6
    • Dramalessen voor groep 7
    • Dramalessen voor groep 8
  • Abonnementen
    • Abonnementen
  • Trainingen
  • Gratis lessen
  • Een dramamethode kiezen
  • Contact

Groep 4: Bomen

  • 18/08/2013
  • Holger
  • · Groep 4

Werkvorm(en): jabbertalk.
Opmerking: jabbertalk is een ander woord voor ‘fantasietaal’, begeleid het met een accent op non verbaliteit (gezichtsuitdrukking, gebaar enzovoorts).  Zoek voor voorbeelden op you tube bijvoorbeeld onder ‘Pingu’ en beluister ‘Vlieg met me mee’ (Paul de Leeuw). Er is geen vaste taalvorm, alles kan en mag.
Print lesopzet + opdrachtkaarten

Inleiding.
De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat jullie in deze les met jabbertalk aan de slag gaan. Speel ter illustratie van de werkvorm alsof je een boom aan het omhakken bent, het lukt niet, dan leun je uitgeput tegen de denkbeeldige boom die dan alsnog omvalt.

Warming up tweetallen.
De groep zit in tweetallen in het lokaal op de grond. Instructie: Jullie krijgen een opdracht waarbij je zoveel mogelijk moet jabberen, als je een paar tellen niks hebt gezegd moet je proberen door te praten.

Opdrachten.
Jullie proberen een kaars aan te steken met een lucifer, maar dat mislukt steeds.
Jullie willen je omgehakte boom in de auto vervoeren, dat is niet makkelijk.
Jullie tuigen de kerstboom op en zingen in jabbertalk een kerstliedje.
Jullie bouwen een vlot van hout en varen weg.

De kinderen gaan staan en spelen door  totdat je aangeeft dat er een nieuwe opdracht komt. Dan mogen ze gaan zitten waar ze op dat moment in het lokaal zijn.

Warming up viertallen.
De tweetallen gaan bij het dichtstbijzijnde tweetal zitten, ze bepalen wie tweetal A is en wie tweetal B.

Instructie: Tweetal A gaat de houtsnijwinkel van tweetal B in en maakt in jabbertalk duidelijk wat ze van hout gemaakt willen hebben. Tweetal B gaat zagen en timmeren en maakt dat, daarna rekenen jullie af.

Doe dit een keer voor met een kind voordat de kinderen in tweetallen aan de slag gaan. Doe de deur open en bestel in jabberaal een houten speelauto. Stimuleer het kind om de auto te maken en reken daarna af, vergeet het applaus voor je tegenspeler niet. De kinderen gaan staan, verzinnen verder zelf hun spelsituaties en wisselen zo lang om totdat je aangeeft dat ze op hun plek mogen gaan zitten.

Kern.
De groep zit in hoefijzeropstelling
Instructie: Jullie krijgen een boom op je opdrachtkaart en wat je met die boom gaat doen. In jabbertaal maken jullie een verhaaltje waarin je met die boom aan de slag gaat.

Opdrachten: Populier  (klompen), Apenbroodboom (touw e.d.), Ceder (roeiboot), Dennenboom (papier), Larix (slee/eskimo’s).

Maak werkgroepen, deel de opdrachtkaarten uit.

Extra informatie.
Mocht je het leuk vinden kun je na afloop wat extra informatie geven:
Populier  (klompen): klompen worden ook wel van wilgenhout gemaakt.
Apenbroodboom (touw e.d.):  vrijwel alles van de boom wordt gebruikt. De zaden gegeten, schillen als brandstof gebruikt en zelfs als tabak, en van het boomschors  maakt men dus kleding en touw.
Ceder (roeiboot): De grootste boten waren meer dan 20 meter lang.
Dennenboom (papier): papier kan worden gemaakt van natuurlijke grondstoffen zoals riet, bamboe of hout, of door hergebruik van materialen zoals oude kleding of oud papier. Het woord papier komt van de Cyperus papyrus, een cypergrassoort die in Egypte langs de Nijl groeit.
Larix (slee/eskimo’s): voordat er hout werd verhandeld werd er alleen drijfhout gebruikt door de ekimo’s (vóór 1721). In hun gebied groeien geen bomen.

Video – Noodweer – groep 5

  • 23/07/2013
  • Holger
  • · Groep 5 · Video

Eindmusical fase 1

  • 09/06/2013
  • Holger
  • · Groep 8

Welkom in de startfase.
Je hebt nog niets, toch eindgt dit is een fantastische eindshow dat bij jou en je groep past.

Eindmusical startpagina

  • 09/06/2013
  • Holger
  • · Groep 8

Beste collega,
Leuk dat je met je groep samen de eindmusical gaat maken! Twijfels? Heel normaal want je gaat iets nieuws doen, maar deze module helpt je door de belangrijkste stappen heen. Heb je vragen of behoefte aan bepaalde informatie maak dan gebruik van het contactformulier onder aan deze pagina.

Fase 1: de opstarfase.
Fase 2: de verzamelfase.
Fase 3: de repetitiefase.
Fase 4: vastleggen en organiseren.
Fase 5: generale en uitvoering.

Dit zijn aparte pagina’s, lees ze door het kan zijn dat je bepaalde informatie niet gebruikt of eerder nodig hebt. Dat is het fijne van zelf zoiets maken: je hebt recht je eigen stijl hierin te ontwikkelen.

Ik voel me zo…

  • 20/05/2013
  • Holger
  • · Groep 4

Werkvorm(en): Nasynchronisatie.
Activiteit: De kinderen verzinnen een nagesynchroniseerde scène waar emoties in voorkomen en presenteren dat aan elkaar.

Lid van ‘Laat maar zien’? »

Deze les sluit aan bij de les: ‘Ik voel me zo…’ (gr 3-4)

 Opmerking: Bij nasynchronisatie verwoordt de ene speler (de stemacteur) de tekst en gedachten van de andere speler (de spelacteur). Het staat ook bekend als ‘dubbing’.
Print les + opdrachtkaarten

Inleiding.
De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat jullie in deze les gaan nasynchroniseren. Als je een DVD afspeelt zie je in het menu vaak verschillende talen staan, in al die landen zijn acteurs bezig geweest om stem te geven aan de rollen die meespelen. Ter illustratie doe je een stukje voor: kies een kind die je een korte spelopdracht geeft, jij gaat uit het beeld van het publiek staan en doet de stem van dat kind.

Spelopdracht: ‘Je doet een cadeautje open en er zit een konijn in: je lievelingsdier! Je bent superblij en knuffelt hem. Maar dan bijt het konijn in je vinger: dat doet pijn. Je moet huilen en doet een pleister op je zere vinger’.

Warming up 1 tweetallen: losse oefeningen.
De groep staat in tweetallen in het lokaal, ze bepalen wie de stemkant doet en wie de spelkant, na iedere opdracht wisselen ze.
Instructie voor de spelacteurs: je zingt een vrolijk liedje,  je bijt in een citroen,  je krijgt een huilbui,  je doet een vrolijk dansje.

Geef kinderen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen.

Warming up 2 tweetallen: situaties.
De groep staat in tweetallen in het lokaal, ze bepalen wie de stemkant doet en wie de spelkant, na iedere opdracht wisselen ze.
Instructie voor de spelacteurs: je loopt op zolder (en je bent bang), je mag niet mee naar het circus (en bent boos), je lievelingsknuffel is kapot (en je bent verdrietig),  je eet je lievelingssnoep (en bent gelukkig), je komt aan na 10 km hardlopen (en bent uitgeput).

Geef kinderen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen.

Kern.
De groep zit in hoefijzeropstelling.
Instructie: Jullie krijgen zo in werkgroepen de opdracht om een verhaal te maken met 3 duidelijke gevoelens: emoties. Je krijgt straks een cijfer, zo kan je zien welke rol je speelt. Let op: je mag niet praten, een ander groepje gaat jullie stemmen doen.

Bespreek kort de aandachtspunten op de opdrachtkaarten en maak werkgroepen. Zie de bijlage voor een voorbeeldopdracht.

Opdrachten: voetbal, pretpark, bioscoop, verjaardag, restaurant.

Maak 5 groepen en zet ze in het lokaal. Als je de opdrachtkaarten uitdeelt geef je ieder kind een cijfer van 1-6, op de opdrachtkaart zoeken ze op welke rol ze hebben. Laat ze ongeveer 8 minuten zelfstandig repeteren, zet ze daarna terug in hoefijzeropstelling.
Let op: de teams moeten bij elkaar zitten.

Instructie: Zorg dat je straks stil bent als een groepje zijn werk presenteert, en hard klapt na afloop. Ieder groepje gaat straks de stemmen doen van een ander groepje.

Zet groepje 1 op de spelvloer, groepje 5 gaat hun stemmen doen. Het gaat het snelst wanneer jij de stemverdeling bepaalt, maar schat zelf in hoe je dat wil organiseren. De stemgroep moet het onderwerp en de rolverdeling weten om te kunnen nasynchroniseren.

Schema stemgroep-spelgroep:
Groep 5 doet de stem van groep 1.
Groep 4 doet de stem van groep 2.
Groep 2 doet de stem van groep 3.
Groep 3 doet de stem van groep 4.
Groep 1 doet de stem van groep 5.

Overzicht thema’s en rollen:
Groep 1: Voetbal (rollen: kinderen).
Groep 2: Pretpark (rollen: kaartverkoper, kinderen ).
Groep 3: Bioscoop (rollen: kaartverkoper, kinderen ).
Groep 4: Verjaardag (rollen: jarige, kinderen ).
Groep 5:  Restaurant (rollen: koks, ober, brandweer).

Video groep 6: Koningsdag

  • 19/05/2013
  • Holger
  • · Groep 6 · Video

Video groep 4: WA heeft pech!

  • 19/05/2013
  • Holger
  • · Groep 4 · Video

Video groep 3: het personeel van de Koning

  • 19/05/2013
  • Holger
  • · Groep 3 · Video

Droom maar lekker verder

  • 19/05/2013
  • Holger
  • · Groep 7

Werkvorm(en): hoorspel.
Activiteit: De kinderen maken een hoorspel van een toekomstdroom, en presenteren die aan elkaar. 

Lid van ‘Laat maar zien’? »

Deze les sluit aan bij de les: ‘Droom maar lekker verder’ van de methode ‘Laat maar zien’ (beeldende vorming).

Benodigdheden: kinderen kunnen kleine objecten gebruiken om geluiden mee te maken.
Opmerking: tijdens de uitvoering van de hoorspelen zit het publiek met de rug naar de spelers toe. Je kunt de spelers ook achter een scherm o.i.d. plaatsen.
Print lesopzet + opdrachtkaarten

Inleiding.
De groep zit in een kring op stoelen. Vertel dat de dramales over hoorspel gaat. Vertel wat een hoorspel is, dat het een geluidenverhaal betreft dat vooral vroeger voor de radio werd gemaakt. Op de website die bij deze methode hoort is een link opgenomen waarmee je een filmpje over hoorspel aan je kinderen kan laten zien. Als je dit wil, doe het dan voorafgaand aan de les. Ook kun je een fragment van een hoorspel laten horen (van een Efteling-cd bijvoorbeeld), en geef vooral met eigen stemimitatie een indruk waar je naartoe wil.

Inventariseer welke geluiden kinderen met hun stem kunnen imiteren en doe dat meteen klassikaal. Als er dierengeluiden worden gemaakt hou dan voor ogen dat dieren geen letters kennen (een hond zegt niet ‘waf’ of ‘blaf’).

Warming up klassikaal: Dolby surround.
De groep zit in een kring op stoelen. Ze zitten met de handen voor de ogen, een kwart van de groep staat verspreid door het lokaal en maakt geluiden n.a.v. een thema. Die geluiden bereiden ze niet voor, het is geen uitgewerkte presentatie. Op jouw teken stoppen ze daar mee, het publiek applaudisseert en raadt om welk thema het gaat. Je kunt de uitvoerende groep kinderen kort op de gang instrueren, staat de situatie dat niet toe dan staan de opdrachten ook in de bijlage. Deel die dan uit, ze mogen er één minuut naar kijken (deze opdracht moet spontaan blijven).

Opdrachten: een popidool (voor, tijdens en na een concert), de held (voor tijdens en na een redding), rijkdom (lopend door jullie kasteel: wat heb je allemaal?) en wereldkampioenen (tijdens een sportwedstrijd, winnen, uitreiking beker en medailles).

Warming up tweetallen.
De groep staat in tweetallen in het lokaal, ze bepalen wie a is en wie b.
Instructie: Om beurten sluiten jullie je ogen terwijl de ander een vraag krijgt om een bepaald geluid bij te maken. Je mag pas raden als de ander stopt met het geluid, dit is een belangrijke regel. De geluidenmaker geeft eigenlijk antwoord met geluid, je antwoord mag lekker fantasierijk zijn.

B sluit de ogen, A: welk instrument zou je willen kunnen  bespelen?
A sluit de ogen, B: wat zou je willen hebben?
B sluit de ogen, A: wat wil je later worden?
A sluit de ogen, B: waar zou je naartoe willen op vakantie?
B sluit de ogen, A: welk dier zou je als huisdier willen hebben?
A sluit de ogen, B: wat zou je ooit nog eens willen doen?

Kern.
De groep zit in hoefijzeropstelling.
Instructie: Jullie krijgen zo in werkgroepen de opdracht om een hoorspel te maken waarin een dagdroom centraal staat. Een z.g. luchtkasteel: iets dat onbereikbaar is… of misschien ook niet?

Bespreek kort de aandachtspunten op het werkblad en maak werkgroepen. Loop dan langs en deel de werkbladen uit.

Dramaland slide 14

  • 10/05/2013
  • Holger
  • · Hero Slides
Page 21 of 61« 1 … 19 20 21 22 23 … 61 »

Dramaland

  • Twitter
  • Facebook

Designed by Luke McDonald & Powered by WordPress