Werkvorm: werken met prenten. Je vertelt een verhaal waarbij naar aanleiding van prenten wordt uitgebeeld.
Wanneer jij een prent laat zien zitten de kinderen waar ze zijn, verspreid in het lokaal. Dit voorkomt overbodig lopen naar stoelen of banken.
Print de lesopzet inclusief prenten.
Tip: print het bestand dubbelzijdig en bij voorkeur op A3-formaat af, als je de prent aan de kinderen laat zien kan je aan de achterkant de lesinhoud lezen.
Warming up:
De kinderen staan verspreid in het lokaal.
Inleiding: Deze les gaat over poppen.
Spelvraag 1: wat voor soort poppen bestaan er allemaal? (laat een aantal antwoorden klassikaal uitspelen).
Suggesties: teddyberen, clownspoppen, balletpoppen, stoere spierballenpoppen.
Prent 1: de Fee.
Vertellen: vertel over Gepetto, de poppenmaker in het dorp. Dat hij zo alleen is en daarom veel poppen heeft gemaakt waarvan hij hoopt dat het ooit echte mensenkinderen worden. Vertel ook dat er een fee komt . Ze brengt ze tot leven maar maakt ze alleen tot echte kinderen als ze heel goed luisteren, gehoorzamen.
Uitbeelden wat jij vertelt (vertelpantomime): in het lokaal liggen, de fee tovert, beweeg langzaam je vingers, je hoofd, sta houterig op, wees blij.
Vertellen: de poppen willen iets doen dat echte kinderen ook leuk vinden om te doen.
Spelvraag 2: wat vinden echte kinderen leuk om te doen? (laat één antwoord klassikaal uitspelen).
Suggesties: dansen, lekker snoepen, sporten, spelen met speelgoed.
Prent 2: poppen op school.
Vertellen: vertel dat Gepetto zijn poppen wel naar school stuurt, ze moeten leren goed te luisteren en er is vast veel te beleven op school.
Spelvraag 3: wat doen de poppen allemaal op school? (laat een aantal antwoorden klassikaal uitspelen).
Suggesties: gymmen, rekenen, ze leren letters, schoolzwemmen.
Vertellen: vertel dat de poppen helemaal niet zo goed luisteren, Gepetto had gezegd dat ze meteen thuis moeten komen na school, maar ze zitten in het park. Daar worden ze meegenomen door Stromboli, die heeft namelijk een poppentheater. Vertel dat ze in het poppentheater een show geven.
Prent 3: de poppenshow.
Spelvraag 4: wat kunnen de poppen allemaal? (laat een aantal antwoorden klassikaal uitspelen).
Suggesties: rare gezichten trekken, zingen, instrumenten bespelen, dansen.
Vertellen: vertel dat het zo’n succes is dat Stromboli ze niet meer kwijt wil en ze opsluit. Hadden ze nou maar naar Gepetto geluisterd, nu worden ze nooit echte kinderen!
Uitbeelden wat jij vertelt (vertelpantomime): zitten op de grond in een kooi. Dan horen jullie gerommel, het is Gepetto! Hij maakt de kooi open, juich heel zachtjes. Sluip de kooi uit, veilig naar de banken.
Vertellen: vertel dat Gepetto boos is: jullie kunnen geen echte kinderen worden als jullie niet goed naar me luisteren! De poppen vinden het heel erg maar zijn het de volgende dag alweer vergeten. In het park na schooltijd vraagt een koetsier of ze meegaan naar kermiseiland, het is maar een klein stukje met de boot. Nou, dat willen de poppen wel!
Uitbeelden op de banken wat jij vertelt (vertelpantomime): in de boot. De poppen roeien mee, wauw wat een golven! Maar dan ineens schrikken ze: een zwarte vlek in het water! Snel, doe je handen en voeten binnen boord (voeten van de vloer).
Vertellen: de koetsier lacht: ons watermonster doet niks hoor, als je maar in de boot blijft. Kijk, daar is het eiland!
Prent 4: kermiseiland.
Vertellen: kermiseiland is fantastisch! Een pretpark waar je kan doen en eten wat je maar wil. En er zijn ook andere kinderen, en ezels!
Spelvraag 5: wat kan je allemaal doen in zo’n groot pretpark? (laat een aantal antwoorden klassikaal uitspelen).
Suggesties: spelen in een speeltuin, zitten in de achtbaan, ballengooien, suikerspinnen eten.
Uitbeelden wat jij vertelt (vertelpantomime): de poppen gaan steeds meer op ezels lijken, dat is raar! Ze gaan op vier ezelbenen lopen en maken ezelgeluiden. Zouden die ezels vroeger misschien kinderen geweest zijn?
Vertellen: iedereen gaat zitten. Vertel dat de poppen horen dat Gepetto hun achterna is gereisd en in het water is gesprongen om ze te redden voordat ze in ezels veranderen. Maar er zwemt een monster in het water!! Vertel dat de poppen direct in het water springen en zien dat Gepetto bijna wordt opgegeten! Er is nog maar één rotsspleet waar hij door kan ontsnappen!
Prent 5: Gepetto redden.
Uitbeelden wat jij vertelt (vertelpantomime): ze zwemmen en zwemmen, ze duwen tegen het monster, ze kriebelen het monster onder zijn buik. Ze zwemmen naar Gepetto en gaan tussen hem en het monster in zwemmen zodat Gepetto kan ontsnappen.
Vertellen (de kinderen liggen in het lokaal). Vertel dat de poppen zijn aangespoeld op het strand en niet meer bewegen. Gepetto is heel verdrietig, al zijn popjes verdronken en nu is hij weer alleen. Vertel ook dat de fee verschijnt en zegt dat de poppen heel slecht hebben geluisterd, maar wel Gepetto hebben gered en toen niet alleen maar aan zichzelf dachten. De fee vindt dat zo goed dat ze de poppen toch in kinderen verandert.
Prent 6: de Fee helpt.
Uitbeelden wat jij vertelt (vertelpantomime): blijf liggen, beweeg je vingers, open je ogen, kijk verbaasd naar je handen, die zijn niet van hout meer! Kijk naar elkaar, jullie zijn echte mensenkinderen geworden! Juichen en dansen!
Vertellen: iedereen gaat op de banken zitten. Vertel dat Gepetto nu een huis vol kinderen heeft en iedereen nog lang en gelukkig leeft.
Einde.







