Ik voel me zo…

Werkvorm(en): Nasynchronisatie.
Activiteit: De kinderen verzinnen een nagesynchroniseerde scène waar emoties in voorkomen en presenteren dat aan elkaar.

Lid van ‘Laat maar zien’? »

Deze les sluit aan bij de les: ‘Ik voel me zo…’ (gr 3-4)

 Opmerking: Bij nasynchronisatie verwoordt de ene speler (de stemacteur) de tekst en gedachten van de andere speler (de spelacteur). Het staat ook bekend als ‘dubbing’.
Print les + opdrachtkaarten

Inleiding.
De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat jullie in deze les gaan nasynchroniseren. Als je een DVD afspeelt zie je in het menu vaak verschillende talen staan, in al die landen zijn acteurs bezig geweest om stem te geven aan de rollen die meespelen. Ter illustratie doe je een stukje voor: kies een kind die je een korte spelopdracht geeft, jij gaat uit het beeld van het publiek staan en doet de stem van dat kind.

Spelopdracht: ‘Je doet een cadeautje open en er zit een konijn in: je lievelingsdier! Je bent superblij en knuffelt hem. Maar dan bijt het konijn in je vinger: dat doet pijn. Je moet huilen en doet een pleister op je zere vinger’.

Warming up 1 tweetallen: losse oefeningen.
De groep staat in tweetallen in het lokaal, ze bepalen wie de stemkant doet en wie de spelkant, na iedere opdracht wisselen ze.
Instructie voor de spelacteurs: je zingt een vrolijk liedje,  je bijt in een citroen,  je krijgt een huilbui,  je doet een vrolijk dansje.

Geef kinderen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen.

Warming up 2 tweetallen: situaties.
De groep staat in tweetallen in het lokaal, ze bepalen wie de stemkant doet en wie de spelkant, na iedere opdracht wisselen ze.
Instructie voor de spelacteurs: je loopt op zolder (en je bent bang), je mag niet mee naar het circus (en bent boos), je lievelingsknuffel is kapot (en je bent verdrietig),  je eet je lievelingssnoep (en bent gelukkig), je komt aan na 10 km hardlopen (en bent uitgeput).

Geef kinderen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen.

Kern.
De groep zit in hoefijzeropstelling.
Instructie: Jullie krijgen zo in werkgroepen de opdracht om een verhaal te maken met 3 duidelijke gevoelens: emoties. Je krijgt straks een cijfer, zo kan je zien welke rol je speelt. Let op: je mag niet praten, een ander groepje gaat jullie stemmen doen.

Bespreek kort de aandachtspunten op de opdrachtkaarten en maak werkgroepen. Zie de bijlage voor een voorbeeldopdracht.

Opdrachten: voetbal, pretpark, bioscoop, verjaardag, restaurant.

Maak 5 groepen en zet ze in het lokaal. Als je de opdrachtkaarten uitdeelt geef je ieder kind een cijfer van 1-6, op de opdrachtkaart zoeken ze op welke rol ze hebben. Laat ze ongeveer 8 minuten zelfstandig repeteren, zet ze daarna terug in hoefijzeropstelling.
Let op: de teams moeten bij elkaar zitten.

Instructie: Zorg dat je straks stil bent als een groepje zijn werk presenteert, en hard klapt na afloop. Ieder groepje gaat straks de stemmen doen van een ander groepje.

Zet groepje 1 op de spelvloer, groepje 5 gaat hun stemmen doen. Het gaat het snelst wanneer jij de stemverdeling bepaalt, maar schat zelf in hoe je dat wil organiseren. De stemgroep moet het onderwerp en de rolverdeling weten om te kunnen nasynchroniseren.

Schema stemgroep-spelgroep:
Groep 5 doet de stem van groep 1.
Groep 4 doet de stem van groep 2.
Groep 2 doet de stem van groep 3.
Groep 3 doet de stem van groep 4.
Groep 1 doet de stem van groep 5.

Overzicht thema’s en rollen:
Groep 1: Voetbal (rollen: kinderen).
Groep 2: Pretpark (rollen: kaartverkoper, kinderen ).
Groep 3: Bioscoop (rollen: kaartverkoper, kinderen ).
Groep 4: Verjaardag (rollen: jarige, kinderen ).
Groep 5:  Restaurant (rollen: koks, ober, brandweer).

Nee, hè! Willem Alexander heeft pech…

Werkvorm(en): acteerspel.
Activiteit: De kinderen verzinnen een groot avontuur waarbij Willem Alexander al z’n kwaliteiten moet inzetten om op tijd bij zijn kroning te zijn en presenteren dat aan elkaar.
Benodigdheden: een kroon (eventueel knippen van karton), een wit overhemd met een medaille er op.
Opmerking: de resultaten uit deze les kunnen achter elkaar als weeksluiting worden opgevoerd.
Print lesopzet + opdrachtkaarten
Drama TV

Inleiding.
De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat zkh Willem Alexander in 2013 als koning werd ingehuldigd: een feestdag waarbij heel Nederland betrokken was en waarvan de beelden over de hele wereld zijn gegaan.
Vertel ook dat jullie in deze les gaan acteren. Benadruk dat je bij acteerspel duidelijk moet spreken en vanuit houding en gebaar moet spelen.

Warming up klassikaal: dingen die Willem Alexander graag doet.
De groep staat verspreid in het lokaal.
Instructie: Je krijgt spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met een klasgenoot.

Spelopdrachten:  je vliegt in een vliegtuig, je vaart op een zeilschip, je rijdt op een paard,  je schaatst, je zwemt onder water.

Geef kinderen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen.

Warming up tweetallen: Willem Alexander helpt.
De groep zit in tweetallen in het lokaal op de grond, ze bepalen wie A is en wie B.
Instructie: Jullie krijgt spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met andere tweetallen. Je moet er bij praten.

De kinderen gaan staan:
A is Willem Alexander op een paard. B is verdwaald, je mag een stuk meerijden.
B is Willem Alexander in een boot, A is aan het verdrinken en wordt gered.
A is Willem Alexander in een duikpak, B heeft een gouden bal in het water laten vallen.
B is Willem Alexander op schaatsen, A is in een wak gevallen.

Kern.
De groep zit in hoefijzeropstelling.
Instructie: Jullie krijgen zo in werkgroepen de opdracht om een stukje verhaal in te studeren. Willem Alexander heeft de op de dag van de inhuldiging grote pech, maar gelukkig kan hij veel. Alle verhaaltjes bij elkaar vormen één groot verhaal. Lees de opdrachtkaart rustig door en studeer het in.

Bespreek kort de aandachtspunten op de opdrachtkaarten, verdeel de groep in maximaal 5 werkgroepen en verdeel de opdrachtkaarten. Na afloop van iedere presentatie volgt applaus en een (korte) nabespreking.