Werkvorm(en): acteerspel.
Activiteit: De kinderen verzinnen een verhaal over de kindversie van een superheld(in) en presenteren dat aan elkaar.
Benodigdheden: het is prettig wanneer kinderen in deze les gebruik mogen maken van basismateriaal ter illustratie van hun superkrachten. Pittenzakjes, touw, een lap stof…
Opmerking: in de presentaties mogen niet meer dan vijf aanvalsbewegingen zitten om te voorkomen dat het één en al vechten en stoeien wordt.
Print les + opdrachtkaarten
Inleiding.
De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat jullie in deze les gaan acteren. Benadruk dat je bij acteerspel duidelijk moet spreken en vanuit houding en gebaar moet spelen.
Warming up tweetallen: rolinterview.
De groep zit in tweetallen in het lokaal op de grond, ze bepalen wie A is en wie B.
Instructie: A je interviewt B zonder dat je weet welke superheld B heeft gekozen, langzaam probeer je erachter te komen welke held het is.
Doe dit een keer voor met een kind voordat de kinderen in tweetallen aan de slag gaan. De kinderen gaan staan, en wisselen wanneer het eerste interview is geweest.
Warming up tweetallen help!
De groep zit in tweetallen in het lokaal op de grond, ze bepalen wie A is en wie B.
Instructie: A je roept de hulp in van Superheld B. Bel bij B aan en zeg: help + je probleem. B verzint een superkracht die goed bij het probleem past en lost het probleem op. Jullie gaan zo lang door tot in zeg dat je mag gaan zitten.
Doe dit een keer voor met een kind voordat de kinderen in tweetallen aan de slag gaan. Bel bij een kind aan en zeg: ‘Help, mijn katje zit in de boom en durft er niet meer uit. Stimuleer het kind je te helpen en bedankt het na afloop. De kinderen gaan staan, verzinnen verder zelf hun spelsituaties en wisselen zo lang om totdat je aangeeft dat ze op hun plek mogen gaan zitten.
Kern.
De groep zit in hoefijzeropstelling.
Instructie: Superhelden waren vroeger natuurlijk ook kinderen. Jullie gaan een presentatie maken over de kindversie van een superheld. Daarbij mag je natuurlijk je fantasie gebruiken dus dingen toevoegen. Hoe zijn ze er bijvoorbeeld achter gekomen dat ze speciale krachten hebben? Wat vonden hun schoolvriendjes daarvan? Sommige opdrachten hebben heldinnen, andere hebben helden en sommige groepjes mogen kiezen tussen een jongensversie of meisjesversie. Let op: er wordt veel gevochten in superheldverhalen, in je presentatie mag niet meer dan 5 aanvalsbewegingen (slaan of schieten of iets dergelijks) zitten.
Opdrachten: Superman of Supergirl, de HULK, Spiderman of Spidergirl, Wonder woman, Black Panther en als reserve: Cat Woman.
Bespreek kort de aandachtspunten die op de opdrachtkaarten staan. Maak maximaal vijf werkgroepen en deel de opdrachtkaarten uit. Geef ze een kleine 10 minuten de tijd om te repeteren, applaudisseer na iedere uitvoering en bespreek kort na.
Wist je dat onder het klassenmenu en in het rechter menu een link staat naar het leerkrachtscherm? Hier vind je allerlei ondersteunde informatie.
Advies gebruik pictogrammen Acteerspel »
Pictogrammen zijn in deze methode cruciaal om te gebruiken, het zijn je aandachtspunten: je bespreekt er op na en je leert je kinderen op zowel actief als receptief niveau wat bij de kunstvorm theater van belang is. Kijk voor de toepassing van die pictogrammen op deze pagina.
We willen je graag adviseren welke pictogrammen je zou kunnen gebruiken. Let op, voor de leeftijdsgroep waar jij mee werkt zijn dat hooguit 2/3/4 pictogrammen: je wil je kinderen niet overvragen.
Welke pictogrammen passen bij deze les?
Denk aan je mimiek
Ga niet voor elkaar staan
Niet door elkaar praten.
Niet met je rug naar het publiek toe staan.
Speel met gebaren.
Speel vanuit lichaamshouding.
Speel in het midden van het spelvlak.
Spreek verstaanbaar.
Er is nog een andere werkwijze (toepassing 2), die kun je hier bekijken.
Nabespreken van een presentatie bij drama »
Een nabespreking van een presentatie bij drama bestaat uit 3 aspecten:
1: De opdracht. Bijvoorbeeld: Waar gaat dit feest over?
2: Iets dat het competente gevoel stimuleert, zoals een publiekscompliment. Bijvoorbeeld: ‘Publiek, benoem een sterk moment uit deze presentatie’.
3: Het spel. Dit doe je naar aanleiding van pictogrammen (aandachtspunten). Onderaan het klassenmenu staat een link naar het leerkrachtscherm, daar staan de pictogrammen. Je kan ze daar ook uitprinten. Zonder het werken met aandachtspunten verklein je de kans op spelontwikkeling en inzicht, het is dus erg belangrijk om de pictogrammen te gebruiken. Voorbeeldvraag: ‘Waar was er sprake van een heldere gezichtsuitdrukking?’
Behandel op tempo deze 3 aspecten. Wil je vakdidactisch correct nabespreken maak dan een notitie op je lesopzet voordat je de les geeft.
Wil je iets kwijt over deze les?
Een aanvulling, idee, opmerking over deze les? Heb je een foutje gezien, of wil je ons laten weten hoe de les is gegaan: vul onderstaand formulier in. We zijn blij met iedere reactie, het helpt ons om de kwaliteit te waarborgen die je van ons gewend bent.