Werkvorm(en): acteerspel.
Activiteit: De kinderen verzinnen een fantasievol Pietenverhaal en presenteren dat aan elkaar.
Vooraf: kleur de pietengezichtjes van de opdrachtkaarten.
Benodigdheden: pietenmutsen (ongeveer 5), een mijter, eventueel paardenoren.
Opmerking: Dramaland maakt deze les omdat kinderen met dit vraagstuk in aanraking komen, het is geen standpunt voor of tegen welke kleur van Piet dan ook.
Er is nog een Sinterklaas les (tableaus) voor groep 7: klik hier om die te bekijken
Inleiding.
De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat jullie in deze les gaan acteren. Benadruk dat je bij acteerspel duidelijk moet spreken en vanuit houding en gebaar moet spelen.
Warming up klassikaal.
De groep staat verspreid in het lokaal.
Instructie: Je krijgt spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met een klasgenoot. Piet moet het avondeten bereiden:
Spelopdrachten: Piet plukt tomaten van een struik, daarna gaat hij met meel in de weer dat stuift verschrikkelijk! Hij stampt de tomaten, wat een troep! Hij doet de tomatensaus op de pizzabodem en strooit met kaas, overal zitten kaasstukjes in zijn haar, dan pakt hij een hand vol kruiden en strooit die vrolijk over de pizza.
Hij kijkt in de spiegel en moet lachen…
Geef kinderen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen.
Warming up tweetallen.
De groep zit in tweetallen in het lokaal op de grond, ze bepalen wie A is en wie B.
Instructie: Jullie krijgen spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met andere tweetallen. Je moet er bij praten. Er zijn 100 soorten Pieten, we maken er 1000 van.
A je bent een kind, B is een Piet die is ingehuurd als oppas. Het kind wil steeds van alles doen: dingen maken of klusjes bijvoorbeeld, Piet gehoorzaamd maar maakt er een zooitje van. Als Piet één klusje heeft gedaan heb je een nieuwe Piet uitgevonden en wisselen jullie van rol.
Doe dit een keer voor met een kind voordat de kinderen in tweetallen aan de slag gaan. Jij bent een Piet, het kind geeft een klus om samen het konijnenhok te verschonen. Ren als een dolle achter het denkbeeldig konijn aan. Je hebt daarna een nieuwe Piet uitgevonden: konijnenpiet.
De kinderen gaan staan, verzinnen verder zelf hun spelsituaties en wisselen zo lang om totdat je aangeeft dat ze op hun plek mogen gaan zitten.
Kern.
De groep zit in hoefijzeropstelling.
Instructie: Het Sinterklaasjournaal staat bekend om zijn fantasierijke verhaallijnen, bijvoorbeeld over de kleur van Piet. Jullie maken ook zo’n verhaal, de kleur staat op je opdrachtkaart afgebeeld. In Sinterklaasjournaal logica spelen jullie een verhaal hoe Piet bijvoorbeeld paars is geworden.
Bespreek kort de aandachtspunten die op de opdrachtkaarten staan. Maak maximaal vijf werkgroepen en deel de opdrachtkaarten uit. Geef ze een kleine 10 minuten de tijd om te repeteren, applaudisseer na iedere uitvoering en bespreek kort na.
Wist je dat onder het klassenmenu een link staat naar het leerkrachtscherm? Hier vind je allerlei ondersteunde informatie.
Advies gebruik pictogrammen Acteerspel »
Pictogrammen zijn in deze methode cruciaal om te gebruiken, het zijn je aandachtspunten: je bespreekt er op na en je leert je kinderen op zowel actief als receptief niveau wat bij de kunstvorm theater van belang is. Kijk voor de toepassing van die pictogrammen op deze pagina.
We willen je graag adviseren welke pictogrammen je zou kunnen gebruiken. Let op, voor de leeftijdsgroep waar jij mee werkt zijn dat hooguit 2/3/4 pictogrammen: je wil je kinderen niet overvragen.
Welke pictogrammen passen bij deze les?
Denk aan je mimiek
Ga niet voor elkaar staan
Niet door elkaar praten.
Niet met je rug naar het publiek toe staan.
Speel met gebaren.
Speel vanuit lichaamshouding.
Speel in het midden van het spelvlak.
Spreek verstaanbaar.
Er is nog een andere werkwijze (toepassing 2), die kun je hier bekijken.
Nabespreken van een presentatie bij drama »
Een nabespreking van een presentatie bij drama bestaat uit 3 aspecten:
1: De opdracht. Bijvoorbeeld: Waar gaat dit feest over?
2: Iets dat het competente gevoel stimuleert, zoals een publiekscompliment. Bijvoorbeeld: ‘Publiek, benoem een sterk moment uit deze presentatie’.
3: Het spel. Dit doe je naar aanleiding van pictogrammen (aandachtspunten). Onderaan het klassenmenu staat een link naar het leerkrachtscherm, daar staan de pictogrammen. Je kan ze daar ook uitprinten. Zonder het werken met aandachtspunten verklein je de kans op spelontwikkeling en inzicht, het is dus erg belangrijk om de pictogrammen te gebruiken. Voorbeeldvraag: ‘Waar was er sprake van een heldere gezichtsuitdrukking?’
Behandel op tempo deze 3 aspecten. Wil je vakdidactisch correct nabespreken maak dan een notitie op je lesopzet voordat je de les geeft.
Wil je iets kwijt over deze les?
Een aanvulling, idee, opmerking over deze les? Heb je een foutje gezien, of wil je ons laten weten hoe de les is gegaan: vul onderstaand formulier in. We zijn blij met iedere reactie, het helpt ons om de kwaliteit te waarborgen die je van ons gewend bent.