Creëer en Leer DRAMA
Previous Next
  • Dramalessen per groep
    • Dramalessen voor groep 1
    • Dramalessen voor groep 2
    • Dramalessen voor groep 3
    • Dramalessen voor groep 4
    • Dramalessen voor groep 5
    • Dramalessen voor groep 6
    • Dramalessen voor groep 7
    • Dramalessen voor groep 8
  • Abonnementen
    • Abonnementen
  • Trainingen
  • Gratis lessen
  • Een dramamethode kiezen
  • Contact

Griezelfoto’s met een verhaal

  • 25/10/2015
  • Holger
  • · Groep 7

Werkvorm(en): tableaus met verteller.
Activiteit: de kinderen verzinnen tableaus van een en presenteren die aan elkaar.
Benodigdheden: een fluitje o.i.d. om het spel te ‘bevriezen’. Eventueel één pen per werkgroep om aantekeningen te kunnen maken.
Opmerking: het voordeel van deze werkvorm in combinatie met dit thema is dat kinderen griezeldingen kunnen verzinnen die lastig uit te beelden zijn wanneer je ze bijvoorbeeld acteert. Ook past ‘vertellen’ goed bij griezelen, beter dan bijvoorbeeld grommend achter je klasgenoten aanrennen.
Voorbereiding: voer een voorgesprek waarin je vijf onderwerpen noteert n.a.v. de vraag wat de kinderen zelf eng vinden. Die noteer je op de werkbladen (je komt op waarschijnlijk op onderwerpen als inbrekers, spinnen, verdwalen, geesten…). Wil je dit niet dan noteer je de titels die in de lesopzet als suggestie worden gegeven.

Print les + opdrachten

Er zijn meer lessen met een griezelthema voor groep 7: kijk ook naar ‘Griezelen'(hoorspel) en ”Griezelschattig'(acteerspel).

Inleiding.
De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat jullie in deze les tableaus gaan maken, z.g. ‘levende foto’s’. Ga ter illustratie als standbeeld staan, bijvoorbeeld als iemand die in angst aan het gillen is.

Warming up tweetallen.
De groep zit in tweetallen in het lokaal op de grond, ze bepalen wie A is en wie B.
Instructie: Geesten, spoken, monster, bepaalde dieren en andere dingen waar mensen bang voor zijn. A speelt een griezelfiguur (denk aan film, boeken, sprookjes), B  je klapt in je handen waardoor A ‘bevriest’: verandert in een levend standbeeld. B je raadt om welk griezelfiguur het en daarna wisselen jullie. Let op: na het bevriesmoment mag er geen beweging meer in zitten.

Geef eventueel zelf een voorbeeld hiervan met een kind, laat kinderen raden wat het kind in tableau weergeeft. De tweetallen gaan staan, verzinnen verder zelf hun spelsituaties en wisselen zo lang om totdat je aangeeft dat ze op hun plek mogen gaan zitten.

Warming up drietallen: griezelstrip.
De groep zit in drietallen in het lokaal op de grond, ze bepalen wie A, B en wie C is. Kies daarna twee kinderen die je assisteren.

Instructie: Dat wat we nu in drietallen gaan doen is ook de teamopdracht hierna: één iemand vertelt, de anderen zijn de bijbehorende foto’s.
Ik ben A: dat wat A vertelt zetten B en C om in tableau. Blijf staan tot A met het volgende klaar is, als hij klapt gaan jullie in het volgende tableau staan. Let op: er mag geen beweging in de standbeelden zitten, en A moet een griezelverhaal vertellen.

Vertellen
1 B heeft net boodschappen gedaan en loopt over straat. Hij heeft het idee dat hij wordt achtervolgt. C loopt er een stuk achter.
Klap in je handen, de twee kinderen gaan in tableau 1 staan totdat jij weer in je handen klapt.
2 B raakt in paniek: wat moet hij doen? Je leest regelmatig van kinderen die worden aangevallen door vampiers of zombies. C kan hem bijna aanraken…
Klap in je handen, de twee kinderen gaan in tableau 2 staan totdat jij weer in je handen klapt.
3 ‘Gelukkig heb ik een stok bij me’ denkt B, hij draait zich om en steekt C met de stok.
Klap in je handen, de twee kinderen gaan in tableau 3 staan totdat jij weer in je handen klapt.
4 ‘Je bent je wisselgeld vergeten’ zegt C. B kijkt in de ogen van de kassamedewerker van de supermarkt.

De kinderen gaan staan, verzinnen verder zelf hun spelsituaties en wisselen zo lang om totdat je aangeeft dat ze op hun plek mogen gaan zitten.

Kern.
De groep zit in hoefijzeropstelling.
Instructie: Jullie krijgen zo in werkgroepen de opdracht om een griezelverhaal te vertellen in 4 tableaus (foto’s) Een speler van iedere werkgroep vervult weer de rol van verteller, de werkvorm is dezelfde is die we net hebben uitgeprobeerd: één kind vertelt bij een tableau, klapt in de handen, het volgende tableau gaat staan en de verteller gaat verder met zijn verhaal, klapt weer in zijn handen enzovoorts.

Bespreek kort de aandachtspunten op de werkbladen, met name het vertellen met dialogen is belangrijk. Maak werkgroepen en deel de werkbladen uit. Eventueel per groepje een pen om kort aantekeningen te maken. Geef ze een kleine 10 minuten de tijd om te repeteren,
Blijf tijdens de uitvoering dicht bij het vertellende kind. Na iedere presentatie volgt een applaus en een korte nabespreking.

Suggesties: als je het voorgesprek niet wil doen maak een keuze uit de volgende titels en noteer daar vijf van op de werkbladen*: ‘Verdwaald!’, ‘Het geluid in de Nacht’, ‘Vals alarm’ (of toch niet?), ‘Daar beweegt iets’, ‘Het laatste huis in de straat’, ‘Wraak op de Pesters’, ‘Stemmen op Zolder’, ‘de Schaduw in de Spiegel’, ‘Halloweensnoep, maar niet heus’, ‘de Oppas’, ‘Op zoek naar Dracula’.

* het idee erachter is dat jij zelf bepaalt wat bij jou en je groep past. Je kunt dus ook zelf titels verzinnen.

Advies gebruik pictogrammen tableaus »

Pictogrammen zijn in deze methode cruciaal om te gebruiken, het zijn je aandachtspunten: je bespreekt er op na en je leert je kinderen op zowel actief als receptief niveau wat bij de kunstvorm theater van belang is. Kijk voor de toepassing van die pictogrammen op deze pagina.
We willen je graag adviseren welke pictogrammen je zou kunnen gebruiken. Let op, voor de leeftijdsgroep waar jij mee werkt zijn dat hooguit 2 pictogrammen: je wil je kinderen niet overvragen.

Welke pictogrammen passen bij deze les?
<a

Tableaus: Sta helemaal stil.
<ahref=”https://dramamethode.nl/dramapdf/pictogramkaarten/denk_aan_je_mimiek_a4.pdf”>Denk aan je mimiek
Ga niet voor elkaar staan
Niet met je rug naar het publiek toe staan.
Speel met gebaren.
Speel vanuit lichaamshouding.
Speel in het midden van het spelvlak.

Er is nog een andere werkwijze (toepassing 2), die kun je hier bekijken.

Nabespreken van een presentatie bij drama »

Een nabespreking van een presentatie bij drama bestaat uit 3 aspecten:

1: De opdracht. Bijvoorbeeld: Waar zijn ze bang voor in deze presentatie?
2: Iets dat het competente gevoel stimuleert, zoals een publiekscompliment. Bijvoorbeeld: ‘Publiek, benoem een sterk moment uit deze presentatie’.
3: Het spel. Dit doe je naar aanleiding van pictogrammen (aandachtspunten).

Onderaan het klassenmenu staat een link naar het leerkrachtscherm, daar staan verdere didactische adviezen.

Behandel op tempo deze 3 aspecten. Wil je vakdidactisch correct nabespreken maak dan een notitie op je lesopzet voordat je de les geeft.

Wil je iets kwijt over deze les?
Een aanvulling, idee, opmerking over deze les? Heb je een foutje gezien, of wil je ons laten weten hoe de les is gegaan: vul onderstaand formulier in. We zijn blij met iedere reactie, het helpt ons om de kwaliteit te waarborgen die je van ons gewend bent.

« Prev Next »

Leerkrachtscherm

Leerkrachtscherm

Dramaland

  • Twitter
  • Facebook

Designed by Luke McDonald & Powered by WordPress