Werkvorm(en): acteerspel
Activiteit: De kinderen beelden beroepen uit en presenteren die in werkgroepen aan elkaar.
Opmerking: plan deze les niet aan het begin van het schooljaar, vaak komt het maken van presentaties in groep 3 na de herfstvakantie beter tot z’n recht.
Print de lesopzet.
Inleiding.
De groep zit in hoefijzeropstelling. Je vertelt dat het deze les zal gaan over beroepen die anderen helpen.
Warming up klassikaal.
De groep staat verspreid in het lokaal
Instructie: Je krijgt zo een spelopdracht, voer die uit zonder contact te maken met klasgenoten.
Handelingen: je repareert de straat, je repareert een auto, je bent een tandarts, je bent een dierendokter, je tilt een zware verhuisdoos op.
Warming up tweetallen.
De groep staat in tweetallen in het lokaal, ze bepalen wie A is en wie B.
Instructie: Jullie krijgen straks de spelopdracht dat de één naar de ander toe moet lopen om zich te laten helpen. Daar moet je bij praten. Verzin iets waar je hulp bij nodig hebt: er is iets kapot, er moet iets in huis gebeuren (bijvoorbeeld iets schilderen), je moet iets zwaars tillen…
Doe dit een keer voor met een kind voordat de kinderen in tweetallen aan de slag gaan. Ga naar een kind toe en zeg bijvoorbeeld: ‘Dokter ik heb me met een hamer op m’n duim geslagen, kunt u mij helpen?’.
De kinderen verzinnen verder zelf hun spelsituaties.
Kern.
De groep zit in hoefijzeropstelling.
Instructie: Jullie krijgen zo in een werkgroep een ‘helpend’ beroep, je gaat dat zo instuderen dat het publiek straks snapt wat jullie opdracht is.
Verdeel de groep in vier, hooguit vijf werkgroepen en laat ze zo ver mogelijk van elkaar af zitten. Vermeld eventueel nogmaals dat ze moeten praten bij deze opdracht. Loop dan langs en geef ze mondeling de beroepen door.
Opdrachten: dierendokter, ziekenhuispersoneel, brandweer, schoonmakers en eventueel reddingswerkers.
Licht de beroepen eventueel mondeling kort toe. Laat ze zelfstandig ruim vijf minuten oefenen waarna ze het aan elkaar mogen presenteren. Geef iedere werkgroep applaus en bespreek het kort na.
Advies gebruik pictogrammen Acteerspel »
Pictogrammen zijn in deze methode cruciaal om te gebruiken, het zijn je aandachtspunten: je bespreekt er op na en je leert je kinderen op zowel actief als receptief niveau wat bij de kunstvorm theater van belang is. Kijk voor de toepassing van die pictogrammen op deze pagina.
We willen je graag adviseren welke pictogrammen je zou kunnen gebruiken. Let op, voor de leeftijdsgroep waar jij mee werkt zijn dat hooguit 2 pictogrammen: je wil je kinderen niet overvragen.
Welke pictogrammen passen bij deze les?
Denk aan je mimiek
Ga niet voor elkaar staan
Niet door elkaar praten.
Niet met je rug naar het publiek toe staan.
Speel met gebaren.
Speel vanuit lichaamshouding.
Speel in het midden van het spelvlak.
Spreek verstaanbaar.
Er is nog een andere werkwijze (toepassing 2), die kun je hier bekijken.
Nabespreken van een presentatie bij drama »
Een nabespreking van een presentatie bij drama bestaat uit 3 aspecten:
1: De opdracht. Bijvoorbeeld: Over welk beroep ging deze presentatie?
2: Iets dat het competente gevoel stimuleert, zoals een publiekscompliment. Bijvoorbeeld: ‘Publiek, benoem een sterk moment uit deze presentatie’.
3: Het spel. Dit doe je naar aanleiding van pictogrammen (aandachtspunten).
Onderaan het klassenmenu staat een link naar het leerkrachtscherm, daar staan verdere didactische adviezen.
Behandel op tempo deze 3 aspecten. Wil je vakdidactisch correct nabespreken maak dan een notitie op je lesopzet voordat je de les geeft.
Wil je iets kwijt over deze les?
Een aanvulling, idee, opmerking over deze les? Heb je een foutje gezien, of wil je ons laten weten hoe de les is gegaan: vul onderstaand formulier in. We zijn blij met iedere reactie, het helpt ons om de kwaliteit te waarborgen die je van ons gewend bent.