Werkvorm(en): vertelpantomime.
Activiteit: De kinderen verzinnen een vertelpantomime over de kroningsdag en presenteren dat aan elkaar.
Benodigdheden: een kroon (eventueel van karton) voor het kind dat Willem Alexander speelt, 5 pennen (voor iedere werkgroep één).
Print lesopzet + werkbladen
Drama TV
Inleiding.
De groep zit in hoefijzeropstelling. De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat deze les over de inhuldiging van Willem Alexander gaat die in 2013 plaatsvond: een feestdag waarbij heel Nederland betrokken was en waarvan de beelden over de hele wereld zijn gegaan. Vertel dat jullie in deze les pantomime gaan spelen. Speel ter illustratie van de werkvorm alsof je een duikbril opzet en onderwater duikt. Vraag daarna naar de betekenis van je spel en vertel dat Willem Alexander graag duikt. Vermeld dat je bij deze werkvorm niet mag praten en geen echte spullen mag gebruiken.
Warming up klassikaal: hobby’s en sporten van Willem Alexander.
De groep staat verspreid in het lokaal.
Instructie: Je krijgt straks spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met een klasgenoot.
Spelopdrachten: je zadelt je paard op en rijdt een stuk, je bindt je schaatsen onder en schaatst een stuk, je bestuurt een vliegtuig, je komt na een marathon als eerste over de finishlijn, je tennist.
Geef kinderen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen.
Warming up tweetallen: vertelpantomime.
De groep zitten in tweetallen in het lokaal op de grond, ze bepalen wie a is en wie b.
Instructie: In een vertelpantomime speelt de speler dat wat de ander vertelt.
Doe dit een keer voor met een kind voordat de kinderen in tweetallen aan de slag gaan. Geef het kind de kroon, hij is Willem Alexander. Vertel het volgende:
Willem Alexander zit ’s avonds laat de krant te lezen, vertel dat hij een verdacht geluid hoort en op onderzoek uitgaat, vertel dat hij een schaduw ziet wegglippen naar de keuken, dat Willem Alexander met een karatesprong de keuken binnenkomt en moet lachen: Amalia kon niet slapen en zit met haar hand in de koekjestrommel.
De tweetallen gaan staan.
A vertelt, B is Willem Alexander: het avontuur tijdens het paardrijden.
B vertelt, A is Willem Alexander: het avontuur tijdens het schaatsen.
A vertelt, B is Willem Alexander: het avontuur tijdens de safari.
B vertelt, A is Willem Alexander: het avontuur tijdens het zeilen.
Extra feestelijk: als je voor ieder tweetal één kroon hebt (knippen/nieten).
Kern.
De groep zit in hoefijzeropstelling.
Instructie: Jullie krijgen zo in werkgroepen de opdracht om een vertelpantomime te maken over de kroningsdag in 2013: ieder groepje heeft een deel van de dag. Jullie krijgen kort de tijd om het werkblad in te vullen, doe dat in steekwoorden (je hoeft de zinnen niet uit te schrijven). Ga daarna snel oefenen. Eén van jullie vertelt het verhaal, de anderen beelden het tegelijkertijd uit.
Bespreek kort de aandachtspunten op de werkbladen, verdeel de groep in maximaal 5 werkgroepen en deel de werkbladen uit. Laat de vertelpantomimes op volgorde uitvoeren. Na afloop van iedere presentatie volgt applaus en een (korte) nabespreking.