Werkvorm(en): acteerspel.
Activiteit: De kinderen verzinnen een presentatie over soorten post en presenteren dat aan elkaar.
Print lesopzet en opdrachtkaarten.
Inleiding.
De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat jullie in deze les gaan acteren. Benadruk dat je bij acteerspel duidelijk moet spreken en vanuit houding en gebaar moet spelen.
Warming up klassikaal.
De groep staat verspreid in het lokaal.
Instructie: Je krijgt straks spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met een klasgenoot. Je mag geluid maken.
Spelopdrachten: je opent een brief waarin staat dat je geld hebt gewonnen, je opent een brief waarin staat dat je beste vriend(in) gaat verhuizen, je opent een pakketje met een beschimmelde stinkboterham, je opent een pakketje met een spelcomputer.
Geef kinderen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen.
Warming up tweetallen.
De groep zit in tweetallen in het lokaal op de grond, ze bepalen wie A is en wie B.
Instructie: Jullie krijgen zo opdrachten om post te versturen aan elkaar. Je moet er geluid bij maken.
• A typt hardop een email aan B, B typt hardop een email terug.
• B is de postbode en levert een pakketje af bij A. A pakt het uit waar B bij is.
• Jullie zijn twee ridders. A schrijft hardop een uitnodiging en verstuurt die per pijl en boog naar B. B schrijft hardop een antwoord en verstuurt die op dezelfde manier terug.
Geef kinderen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen.
Kern.
De groep zit in hoefijzeropstelling
Instructie: Jullie krijgen zo in werkgroepen de opdracht om een verhaaltje te verzinnen over een soort post. Dat kan een brief, boodschap of pakket zijn. Je moet er bij praten.
Opdrachten: post per postduif, levering van een wasmachine, post per rooksignaal, post per postbode, luchtpost.
Maak werkgroepen en deel de opdrachtkaarten uit. Hou er rekening mee dat je sommige opdrachten mondeling zal moeten toelichten (rooksignalen bijvoorbeeld zal niet bekend zijn). Geef niet meer dan tien minuten oefentijd en laat de resultaten presenteren. Sluit iedere presentatie af met een applaus en een korte nabespreking.
Acteren: speel met grote gebaren en duidelijke gezichtsuitdrukkingen, praat luid en duidelijk.
Voorkom het uitbeelden van geweld.
Advies gebruik pictogrammen Acteerspel »
Pictogrammen zijn in deze methode cruciaal om te gebruiken, het zijn je aandachtspunten: je bespreekt er op na en je leert je kinderen op zowel actief als receptief niveau wat bij de kunstvorm theater van belang is. Kijk voor de toepassing van die pictogrammen op deze pagina.
We willen je graag adviseren welke pictogrammen je zou kunnen gebruiken. Let op, voor de leeftijdsgroep waar jij mee werkt zijn dat hooguit 2 pictogrammen: je wil je kinderen niet overvragen.
Welke pictogrammen passen bij deze les?
Denk aan je mimiek
Ga niet voor elkaar staan
Niet door elkaar praten.
Niet met je rug naar het publiek toe staan.
Speel met gebaren.
Speel vanuit lichaamshouding.
Speel in het midden van het spelvlak.
Spreek verstaanbaar.
Er is nog een andere werkwijze (toepassing 2), die kun je hier bekijken.
Nabespreken van een presentatie bij drama »
Een nabespreking van een presentatie bij drama bestaat uit 3 aspecten:
1: De opdracht. Bijvoorbeeld: Over wat voor soort post ging deze presentatie?
2: Iets dat het competente gevoel stimuleert, zoals een publiekscompliment. Bijvoorbeeld: ‘Publiek, benoem een sterk moment uit deze presentatie’.
3: Het spel. Dit doe je naar aanleiding van pictogrammen (aandachtspunten).
Onderaan het klassenmenu staat een link naar het leerkrachtscherm, daar staan verdere didactische adviezen.
Behandel op tempo deze 3 aspecten. Wil je vakdidactisch correct nabespreken maak dan een notitie op je lesopzet voordat je de les geeft.
Wil je iets kwijt over deze les?
Een aanvulling, idee, opmerking over deze les? Heb je een foutje gezien, of wil je ons laten weten hoe de les is gegaan: vul onderstaand formulier in. We zijn blij met iedere reactie, het helpt ons om de kwaliteit te waarborgen die je van ons gewend bent.