Groep: 7-8
Werkvorm(en): acteerspel.
Activiteit: De kinderen verzinnen een droom voor ons land en presenteren dat aan elkaar.
Benodigdheden: een klein instrument om de overgang van realiteit naar droom aan te geven. Een xylofoon bijvoorbeeld maar het kan ook triangel of ander klein instrument zijn.
Print lesopzet + opdrachten
Inleiding.
De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat jullie in deze les gaan acteren. Benadruk dat je bij acteerspel duidelijk moet spreken en vanuit houding en gebaar moet spelen.
Warming up klassikaal.
De groep staat verspreid in het lokaal.
Instructie: Je krijgt spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met een klasgenoot.
Spelopdrachten: je laat je hond uit (hij doet zijn behoefte), je zit in de auto en iemand steekt vlak voor je over, je bent een straatartiest, je eet een zakje snoep helemaal leeg (! Kijk wat ze met het denkbeeldige zakje doen), je bent aan het tafeltennissen.
Geef kinderen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen.
Warming up tweetallen.
De groep zit in tweetallen in het lokaal op de grond, ze bepalen wie A is en wie B.
Instructie: Jullie krijgen spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met andere tweetallen. Je moet er bij praten.
Doe dit een keer voor met een kind voordat de kinderen in tweetallen aan de slag gaan. Vertel dat jij met je koptelefoon naar muziek luistert, het kind wil de weg weten naar het station. Speel eerst alsof je het kind niet hoort en erg schrikt. Vertel daarna waar het station ligt. De kinderen gaan staan en wachten op de opdrachten.
A is een straatmuzikant, B geniet en zingt spontaan mee.
B is een straatveger, A heeft net zijn bakje patat op.
A is een kind dat zich verveelt, B is een politieagent en heeft een bal in de auto.
B is chagrijnig, A is opgewekt en vrolijkt B op.
Geef aan dat ze op hun plek mogen gaan zitten.
Kern.
De groep zit in hoefijzeropstelling.
Instructie: Nederland is gevraagd om een droom voor ons land in te sturen. Daar aan kan Willem Alexander zien wat wij als volk belangrijk vinden. Dat kan hem inspireren een goede koning te zijn. Jullie verzinnen ook zo’n droom en spelen die uit. Jullie spelen eerst de situatie voordat die droom werkelijkheid is, en daarna als die droom werkelijkheid is geworden. Op de opdrachtkaart staan tips waar je over zou kunnen dromen maar je mag natuurlijk ook iets anders dromen.
Bespreek kort de aandachtspunten op de opdrachtkaarten, verdeel de groep in maximaal 5 werkgroepen en verdeel de opdrachtkaarten. Na afloop van iedere presentatie volgt applaus en een (korte) nabespreking.