Creëer en Leer DRAMA
Previous Next
  • Dramalessen per groep
    • Dramalessen voor groep 1
    • Dramalessen voor groep 2
    • Dramalessen voor groep 3
    • Dramalessen voor groep 4
    • Dramalessen voor groep 5
    • Dramalessen voor groep 6
    • Dramalessen voor groep 7
    • Dramalessen voor groep 8
  • Abonnementen
    • Abonnementen
  • Trainingen
  • Gratis lessen
  • Een dramamethode kiezen
  • Contact

Griezels, maar dan echt.

Werkvorm(en): jabbertalk.
Opmerking: jabbertalk is een ander woord voor ‘fantasietaal’, begeleid het met een accent op non verbaliteit (gezichtsuitdrukking, gebaar enzovoorts). Er is geen vaste taalvorm, alles kan en mag. Zoek voor voorbeelden op you tube bijvoorbeeld onder ‘Pingu’ en beluister ‘Vlieg met me mee’ (Paul de Leeuw).  Maak gebruik van drama-tv.
Print les + opdrachten

Er zijn nog meer griezellesen voor groep 6: ‘Griezeldobbel’ en ‘Griezelspeurtocht’.

Inleiding.
De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat jullie in deze les met jabbertalk aan de slag gaan. Speel ter illustratie van de werkvorm alsof je ’s ochtends je tanden staat te poetsen, ineens zie je een muis. Je bent in paniek maar als jij naar je toe loopt vind je de muis heel lief. Vergeet niet in jabbertaal te praten.

Warming up tweetallen: praten.
De groep zitten in tweetallen in het lokaal op de grond, ze bepalen wie a is en wie b.

Instructie: Kun je in jabbertaal een echt gesprek voeren? A begint een verhaal in jabbertaal over het spannendste moment van een tekenfilm of sprookje. B mag in jabbertaal terugpraten maar moet er vooral achter zien te komen om welke film of om welk verhaal het gaat. Er moet een slechterik in voorkomen. Belangrijk: b mag het pas raden als a klaar is met vertellen.  Daarna wisselen jullie en vertelt b een verhaal met een slechterik.

Doe dit een keer voor voordat de kinderen in tweetallen aan de slag gaan. Vertel bijvoorbeeld het deel uit Roodkapje waarin ze de Wolf aanspreekt op zijn grote handen, oren enzovoorts (‘Om je beter te kunnen opeten!’).

De kinderen wisselen zo lang van verteller totdat je naar de volgende warming up opdracht gaat.

Warming up tweetallen: scènes.
De groep zit in tweetallen in het lokaal op de grond, ze bepalen wie A is en wie B.

Instructie:  Van een gesprek naar een scene. Jullie krijgen een situatie met een slechterik, zorg dat je in jabbertaal met elkaar blijft praten.

A is een geitje, je praat met B (de wolf) die achter de deur staat en naar binnen wil.
B is een Biggetje, A (de wolf) wil naar binnen. Als dat niet lukt blaast hij je huisje omver.
A is Hans of Grietje, B de heks. Je moet van de heks allemaal taarten opeten.
B is Sneeuwwitje A de heks. De heks smeert Sneeuwwitje en vergiftigde appel aan.

De kinderen gaan staan en wachten op hun spelsituaties. Tijdens de instructie kun je hen tussendoor op de grond laten zitten zodat ze rustig kunnen luisteren.

Kern.
De groep zit in hoefijzeropstelling.

Instructie: Stel je voor je loopt ’s ochtends naar school en komt oog in oog te staan met een (bekende) slechterik. Jullie verzinnen een verhaal met de griezel die op je opdrachtkaart staat. Het stappenplan helpt je om een opgebouwd verhaal te maken.

Bespreek kort de aandachtspunten van de opdrachtkaart. Maak werkgroepen en deel de opdrachtkaarten uit.
Opdrachten: de stiefmoeder uit Assepoester, Dr Heinz Doofenschmirtz, Kapitein Haak, Cruella de Ville,  Gargamel.

Account

  • Inloggen

Over Dramaland

  • Visie en missie
  • Pictogramkaarten
  • Cultureel erfgoed in Dramaland
  • Drama TV
  • Zelf lessen aanmaken
  • Lessen kiezen
  • Opdrachtkaarten
  • Het lokaal
  • Auteursinformatie
  • Kerndoelen
  • Jaarrooster

Dramaland

  • Twitter
  • Facebook

Designed by Luke McDonald & Powered by WordPress