Gebruikersreactie

Leuk dat je op Dramaland wil reageren.
Wij verzamelen een periode gebruikersreacties en zullen die als er genoeg zijn publiceren op deze website.

Wil je reageren maar je weet niet waarover: denk aan bijvoorbeeld de volgende punten.

Wat vind je van de thema’s?
Voorbereidingstijd?
Gebruikersvriendelijk?
Actueel (bijv kinderboekenweek, grote wereldevenementen).
Wat vinden je kinderen van de lessen?
Drama TV?

Watch Rings (2017) Movie Online Streaming & Download

WATCH NOW


Quality : HD
Title : Rings
Director : F. Javier Gutiérrez.
Writer :
Release : 2017-02-01
Language : English.
Runtime : 117 min.
Genre : Horror.

Synopsis :
Rings is a movie genre Horror, was released in February 1, 2017. F. Javier Gutiérrez was directed this movie and starring by Matilda Anna Ingrid Lutz. This movie tell story about Julia becomes worried about her boyfriend, Holt when he explores the dark urban legend of a mysterious videotape said to kill the watcher seven days after viewing. She sacrifices herself to save her boyfriend and in doing so makes a horrifying discovery: there is a “movie within the movie” that no one has ever seen before.

WATCH NOW

Stappenplan erfgoed drama

Lees vóór gebruik de gebruikersvoorwaarden »

Dramaland behoudt het publicatierecht, dat wil zeggen dat je de les die je creëert niet openbaar mag maken zonder schriftelijke toestemming van de uitegever van deze methhode. De les is gemaakt in het didactisch model van Dramaland en wordt na beoordeling en eventuele tekstuele aanpassingen gedeeld met andere gebruikers van deze methode. Op de erfgoedlessen is auteursrecht van toepassing zoals beschreven onderaan deze pagina.

Stap 1: kies of je een les wil geven over een ontstaansgeschiedenis of rond een biografie.
Ontstaansgeschiedenis, bijvoorbeeld van een molen, een stad, een object, een begrip, een nationaal monument enzovoorts.
Biografie betreft uiteraard het leven van een persoon, bijvoorbeeld iemand uit de de canon van de geschiedenis.

Stap 2: kies een speltechniek.
Acteerspel: toneelspel waarbij wordt gesproken.
Pantomime: toneelspel zonder materiaal en geluid, vijf werkgroepen vormen gezamenlijk een doorlopend verhaal.
Tableaus met verteller: de kinderen maken stilstaande beelden van het onderwerp, één kind uit iedere werkgroep vertelt er bij.

Stap 3: orden de lesinhoud.
Hieronder staat je voorbereiding beschreven, doe die in word. Je hebt zes keuzemogelijkheden.

Biografie met acteerspel. »

Om een biografieles te geven met acteerspelmoet je het volgende voorbereiden.

Eigen voorbeeld: om duidelijk te maken wat acteerspel is speel je de hoofdpersoon die iets doet of beleeft, je praat daar bij.

Warming up klassikaal: verzin ongeveer zes handelingen die met de hoofdpersoon samenhangen. Met de tijd waarin hij leefde, het beroep dat hij had, een belangrijke gebeurtenis uit zijn leven enzovoorts.

Warming up tweetallen: wat je met een kind gaat voordoen in de uitleg. Jij belt aan bij het kind die de hoofdpersoon speelt. Je bereidt voor wie je bent (iemand uit die tijd) en wat je van de hoofdpersoon wil (waarom bel je aan?).

Kernopdracht biografie in vijf hoofdstukken: beschrijf de biografie van de hoofdpersoon in vijf delen. Iedere werkgroep maakt van dat deel een presentatie.

Twee aandachtspunten:
1: Beperk je tot vijf kernmomenten uit het leven van de hoofdpersoon, situaties in plaats van een periode. Advies daarbij is om het als volgt in te delen: een situatie uit de jeugd (1), een situatie uit de start van de loopbaan (2), een hoogtepunt uit het professionele leven (3), een betekenisvol moment uit het persoonlijke leven (4) en een betekenisvol moment uit de laatste fase van het leven (5). Vanzelfsprekend hoeft deze indeling niet, het is maar een advies.
2: Beschrijf de rollen die bij de situaties horen en geef daarbij wat handelingen aan.

Voorbeeld:

Groepje 3: Vincent van Gogh.
Beschrijving: Vincent verhuist naar Parijs waar hij veel tijd in cafés doorbrengt. De brieven van zijn broer beantwoordt hij niet meer en in de kroeg maakt hij vaak ruzie. Op een dag ontmoet hij in de kroeg een andere beroemde schilder, Paul Gauguin.

Rollen: Vincent die ruzie maakt en praat, de kroegbaas schenkt bier en bemoeit zich met de ruzie, vrouw die voor hem wil poseren, vrouw waar hij ruzie mee krijgt, Gauguin waar hij kennis mee maakt en schilderijen van bekijkt.

Ontstaansgeschiedenis met acteerspel. »

Om een acteerles over de ontstaansgeschiedenis van een cultureel erfgoed fenomeen te geven moet je het volgende voorbereiden.

Eigen voorbeeld: om duidelijk te maken wat acteerspel is speel je een persoon die met het erfgoed fenomeen te maken heeft, je praat daar bij.

Warming up klassikaal: verzin ongeveer zes handelingen die met het erfgoed fenomeen samenhangen. Met de tijd waarin het ontstond, de beroepen die daar mee samenhangen, andere handelingen, een belangrijke gebeurtenis, enzovoorts.

Uitleg warming up tweetallen: verzin wat jij in de uitleg van de oefening gaat voordoen met een kind. Jij belt bij het kind aan met een mededeling, opdracht of uitnodiging die samenhangt met het onderwerp van de les (het cultureel erfgoed fenomeen). Beschrijf wie je speelt (de rol) en de reden waarom je aanbelt.

Kernopdracht ontstaansgeschiedenis in vijf hoofdstukken: beschrijf de geschiedenis van het cultureel erfgoed fenomeen in vijf delen. Probeer er situaties van te maken zodat het voor de kinderen speelbaar wordt. Hier volgt een advies voor een mogelijke indeling: de situatie voordat je ondewerp bestond en de behoefte die daar uit is voortgekomen (1). De startsituatie van je onderwerp: dat kan dus van alles zijn, van de bouw, de uitvinding, de aankoop enzovoorts (2). Zoek de tragiek op, het drama omtrent het onderwerp. Iets dat betekenisvol is geweest (3). Zoek naar het succesverhaal, wanneer was je onderwerp in zijn of haar meest succesvolle periode? (4). Het heden: hoe staat het er nu voor? Hoe wordt het vandaag de dag gebruikt, in welke zin is het belangrijk voor ons? (5).

Beschrijf niet te uitvoerig want de kinderen moeten het ook nog lezen natuurlijk: kort en overzichtelijk, want als het goed is heb je het in de klas over dit onderwerp gehad.
Let op: voor ieder groepje beschrijf je de rollen, dit scheelt overlegtijd.

Voorbeeld.

De Pietersenmolen.
Het dorp had grote ruzie met het dorp aan de andere kant van de rivier. De twee burgemeesters staan regelmatig tegen elkaar te schreeuwen. Op een dag brandt de molen af, het hele dorp helpt met blussen. Er ontstaat honger in het dorp want er kan van het graan geen meel worden gemaakt zonder molen.

Rollen: burgemeester a, burgemeester b, dorpsbewoner 1, dorpsbewoner 2, dorpsbewoner 3.

Biografie tableaus met verteller. »

Om een biografieles te geven met tableaus moet je het volgende voorbereiden.

Warming up klassikaal: verzin ongeveer zes handelingen die met de hoofdpersoon samenhangen. Met de tijd waarin hij leefde, het beroep dat hij had, een belangrijke gebeurtenis uit zijn leven enzovoorts.

Kernopdracht biografie in vijf hoofdstukken: beschrijf de biografie van de hoofdpersoon in vijf delen. Iedere werkgroep maakt van een deel drie tableaus (stilstaande beelden, waar één kind iets over vertelt). Beschrijf de biografie niet te uitvoerig want de kinderen moeten het ook nog lezen natuurlijk: kort en overzichtelijk want als het goed is heb je het in de klas over de hoofdpersoon gehad.

Tip!

Als je veel structuur wil bieden beschrijf je het per groepje als volgt:
Tableau 1: Jan Klaassen wordt geboren in een klein dorpje van poppenkastpoppen. Zijn familie was dolblij met hem.
Tableau 2: Hij ging naar de poppenschool waar hij juf Elsbeth leerde kennen, ze was een strenge juf.
Tableau 3: in de klas haalde Jan Klaassen zijn eerste kattenkwaad uit.

Rollen: voor ieder groepje beschrijf je de rollen, dit scheelt overlegtijd.

Ontstaansgeschiedenis tableaus met verteller. »

Om een tableaules over de ontstaansgeschiedenis van een cultureel erfgoed fenomeen te geven moet je het volgende voorbereiden.

Warming up klassikaal: verzin ongeveer zes handelingen die met het onderwerp samenhangen. Met de tijd waarin het speelt, de handelingen die bij het ontstaan centraal stonden, de personen die daarbij belangrijk waren enzovoorts.

Kernopdracht ontstaansgeschiedenis in vijf hoofdstukken: beschrijf de ontstaansgeschiedenis in vijf delen. Iedere werkgroep maakt van een deel drie tableaus (stilstaande beelden, waar één kind iets over vertelt). Beschrijf niet te uitvoerig want de kinderen moeten het ook nog lezen natuurlijk: kort en overzichtelijk, want als het goed is heb je het in de klas over dit onderwerp gehad.

Tip!

Als je veel structuur wil bieden beschrijf je het als volgt:
Tableau 1: het dorp had grote ruzie met het dorp aan de andere kant van de rivier. De twee burgemeesters staan regelmatig tegen elkaar te schreeuwen.
Tableau 2: op een dag brandt de molen af, het hele dorp helpt met blussen.
Tableau 3: er ontstaat honger in het dorp want er kan van het graan geen meel worden gemaakt zonder molen.

Voor ieder groepje beschrijf je de rollen, dit scheelt overlegtijd.

Biografie met pantomime. »

Om een biografieles te geven met pantomime moet je het volgende voorbereiden.

Warming up klassikaal: verzin ongeveer zes handelingen die met de hoofdpersoon samenhangen. Met de tijd waarin hij leefde, het beroep dat hij had, een belangrijke gebeurtenis uit zijn leven enzovoorts.

Kernopdracht biografie in vijf hoofdstukken: beschrijf de biografie van de hoofdpersoon in vijf delen. Iedere werkgroep maakt van dat deel een pantomimepresentatie.

Twee aandachtspunten:
1: Beperk je tot vijf kernmomenten uit het leven van de hoofdpersoon en voorkom dat er veel locatiewisselingen in het verhaaldeel voorkomen.
2: Beschrijf de rollen van het verhaaldeel en geef daarbij wat handelingen aan.

Voorbeeld:

Groepje 3: Vincent van Gogh.
Beschrijving: Vincent verhuist naar Parijs waar hij veel tijd in cafés doorbrengt. De brieven van zijn broer beantwoordt hij niet meer en in de kroeg maakt hij vaak ruzie. Hij kan wel goed opschieten met een andere beroemde schilder, Paul Gauguin.

Rollen: Vincent, de kroegbaas, vrouw die voor hem wil poseren, vrouw waar hij ruzie mee krijgt, Gauguin waar hij kennis mee maakt en schilderijen van bekijkt.

Ontstaansgeschiedenis met pantomime. »

Om een pantomimeles over de ontstaansgeschiedenis van een cultureel erfgoed fenomeen te geven moet je het volgende voorbereiden.

Warming up klassikaal: verzin ongeveer zes handelingen die met het onderwerp samenhangen. Met de tijd waarin het speelt, de handelingen die bij het ontstaan centraal stonden, de personen die daarbij belangrijk waren enzovoorts.

Jouw voorbeeld van de tweetallenoefening: je speelt een begrip, een handeling, het gebruik van een voorwerp, kortom iets dat met het onderwerp van de les te maken heeft. Beschrijf hier je rol (wie speel je) en wat je gaat uitbeelden (handeling).

Kernopdracht ontstaansgeschiedenis in vijf hoofdstukken: beschrijf de ontstaansgeschiedenis in vijf delen. Iedere werkgroep maakt van een deel een pantomimepresentatie. Beschrijf niet te uitvoerig want de kinderen moeten het ook nog lezen natuurlijk: kort en overzichtelijk, want als het goed is heb je het in de klas over dit onderwerp gehad.
Voor ieder groepje beschrijf je de rollen, dit scheelt overlegtijd.

Voorbeeld.

De Pietersenmolen.
Het dorp had grote ruzie met het dorp aan de andere kant van de rivier. De twee burgemeesters staan regelmatig tegen elkaar te schreeuwen. Op een dag brandt de molen af, het hele dorp helpt met blussen. Er ontstaat honger in het dorp want er kan van het graan geen meel worden gemaakt zonder molen.

Rollen: burgemeester a, burgemeester b, dorpsbewoner 1, dorpsbewoner 2, dorpsbewoner 3.

Stap 4: open het juiste formulier en vul het in.
De links staan hieronder.

Biografie met acteerspel.
Ontstaansgeschiedenis met acteerspel.
Biografie tableaus met verteller.
Ontstaansgeschiedenis tableaus met verteller.
Biografie met pantomime.
Ontstaansgeschiedenis met pantomime.

Er is geen andere methode die deze werkwijze met dit doel toepast. We nodigen je van harte uit om er mee te experimenteren. Weet wel dat alles wat je invult ook bij ons terecht komt (zie gebruikersvoorwaarde). Het is voor ons van belang dat je naar Dramaland terugkoppelt of het systeem werkt en waar het verbeterd kan worden. Gebruik daar dit formulier voor:
Erfgoed header

website in ontwikkeling

Drama is het schoolvak over de kunstvorm theater. Net als dat het bij het vak muziek leuk is om eens een schoolconcert te geven, of bij beeldende vorming om een tentoonstelling te maken, is het bij drama leuk en leerzaam om eens een voorstelling te maken. Maar hoe?

ei-15741-originalHoe maak je in korte tijd een kleutermusical, een kleine presentatie in december, een circusvoorstelling met groep 4? Kan de manier waarop de eindmusical wordt gemaakt effectiever? Weet jij hoe je moet regisseren of met je kinderen een toneelstuk kan maken?
Holger werkt momenteel aan een website gebaseerd op het boek ‘de Planken op’. Een website waarmee iedereen tot in detail de informatie kan opzoeken om een eigen toneelpresentatie mee te maken. Nieuwsgierig? Verwacht wordt dat de website eind 2016 online gaat.
Een abonnement op deze website zal zoals je van ons gewend bent laag geprijsd zijn.

50/50-musicals: eindmusicals voor de helft bepaald door jouw kinderen!
In deze nieuwe website zit een functie waarmee je met je groep een basisverhaal kiest. Vervolgens vul je het bijbehorende digitale formulier in en druk je op ‘verzenden’. Binnen 10 seconden heb jij je 50/50 musical script in je postvak.Meer weten, klik hier.

Alvast een kijkje nemen? Zie hier

Verandering van positie

Veel leerkrachten hebben het gevoel dat ze niet genoeg weten van drama om het verantwoord te geven. Dat kan zijn, echter is het de vraag wat je allemaal moet weten om drama goed te geven. Al helemaal wanneer je van positie kan veranderen.

We geven allemaal les vanuit een bepaalde positie, noem dat positiegebondenheid. Deze positie komt voort uit verschillende aspecten. Waaronder de cultuur van het land waar je in woont, die van de school, die van het onderwijs in het algemeen en die van jouw klas.
Een andere, wellicht nog complexere factor is de positie die je naar jezelf toe inneemt en het beeld dat daaruit is voortgekomen. In veel gevallen is het beeld dat onderwijsgevenden van zichzelf hebben dat ze meer feitelijke kennis bezitten dan hun leerlingen en dus de aangewezen persoon zijn om de weg naar die feitelijke kennis (‘waarheden’) aan te wijzen. In alle eerlijkheid geeft dat ook het gevoel competent te zijn, iets dat voor ons volwassenen tevens tot de basisbehoeften behoort.
Laat drama nou net een vak zijn waar de feitelijkheden een middel zijn om tot leren te komen en niet zozeer het doel op zich. Lees hiervoor de tekst ‘Hoe leer je bij drama?’
Dit vraagt van jou een andere positie, namelijk die van medeonderzoeker: om samen betekenis te kunnen geven aan het werk van kinderen moet je in staat zijn te schakelen van de alweter (vóór de klas met aanwijsstok) naar medeonderzoeker (achter in de klas, meekijkend naar het vraagstuk dat er ligt).
Dit bewust schakelen van positie of rol zo je wilt kost in het begin misschien energie, maar levert uiteindelijk een zo mogelijk nog groter gevoel competent te zijn op dan wanneer je ‘de waarheid’ zou mededelen.

Moet je op de hoogte zijn van alle vakdidactische ins & outs om drama te geven? Nee, niet wanneer je in staat bent om van alweter naar medeonderzoeker te schakelen. Een voorwaarde is dat het lesmateriaal voldoende voorziet in de randvoorwaarden voor een geslaagde dramales natuurlijk, maar verder is het vooral van belang om samen met de kinderen tot leren te kunnen komen.

Consequenties zijn bijvoorbeeld.
Vragen stellen in plaats van antwoorden geven.
Waarnemen in plaats van beoordelen.
Interactie stimuleren in plaats van stilte afdwingen.

Hoe leer je bij drama?

Drama is een kunstenvak, je voelt misschien aan dat dit minder vastgelegde ‘harde’ leerstof betreft, hoewel er ook feitelijkheden zijn. Deze gaan over speltechnische zaken als verstaanbaarheid, kijklijnen, effectief gebruik van bijvoorbeeld gebaar of mimiek. In Dramaland zijn deze feitelijkheden weergegeven in zogenaamde pictogrammen.

Speltechnische regels: pictogrammen.
Het pictogram over verstaanbaarheid hangt aan de muur en je merkt dat een klasgenoot daar erg goed in is. Ze acteert verstaanbaar. Hoe en of je hiervan leert hangt erg af van de wijze waarop het wordt besproken, zeg maar de betekenis die hier aan wordt verleend.
Leerkracht A stelt het vast: ‘Marijke is goed verstaanbaar’, en daar moeten we het maar mee doen.
Leerkracht B verleent betekenis aan het begrip verstaanbaarheid. Door met de kinderen daar kort over te praten in een nagesprek (of leergesprek zo je wil) is Leerkracht B  actief met de kinderen aan het onderzoeken wat er zo belangrijk aan verstaanbaarheid is. Hierin houdt zij zich redelijk op de vlakte omdat het daadwerkelijke leren zich grotendeels bij de kinderen moet afspelen. Stelt vragen en vraagt door:

Waarom is die verstaanbaarheid zo belangrijk, wat gebeurt er als Marijke richting de achterwand praat of naar haar voeten. Hoe werkt dat? Wat gebeurt er met jou als kijker? Hoe kan dat?

Je leert bij drama door betekenis te verlenen aan die speltechnische regels. Dit gebeurt wanneer de leerkracht met je in dialoog treedt om er samen betekenis aan te geven. Zo’n onderzoekende dialoog lijkt in veel gevallen op een Socratisch gesprek, anderen noemen het een leergesprek. Welke naam je er ook aan geeft, de leerkracht stimuleert de leerlingen betekenis te geven aan de speltechnische begrippen: de kracht en het belang van bijvoorbeeld spelvlak verdeling, mimiek, gebaar, spelrichting enzovoorts. Op deze manier leren kinderen op zowel actief als receptief niveau over de kunstvorm theater.

Bij drama is er sprake van een sociaal constructivistische leerstijl. Vaak wordt Piaget (meer een cognitivist dan een constructivist) in verband gebracht met drama, maar er vanuit gaan dat een kind iets kan omdat hij een bepaalde leeftijd heeft bereikt gaat in dit vak jammer genoeg niet op. In de praktijk kan het bijvoorbeeld zo zijn dat een groep 5 veel beter is in drama dan een groep 8. De theorie van Vygotsky sluit in die zin beter aan bij hoe er in de dramales wordt geleerd: je leert van elkaar in een sociale constructie, creëert samen kennis.

De leerweg is misschien anders dan je gewend bent, de uitkomst is hetzelfde: leerlingen onthouden (spelregels/technieken), reproduceren (in besprekingen bijvoorbeeld) en passen kennis toe (in een presentatie). Dat toepassen is bij een actief vak van groot belang, over de ideale randvoorwaarden hiervoor misschien later meer.

Meer lezen over de pictogrammen in Dramaland? Kijk hier
Meer lezen over sociaal constructivistisch leren, zie deze link van de website natuurlijkleren.net

lerendrama2

Dorothy Heathcote

Op een bepaalde manier is Dorothy Heathcotes methodiek nog altijd actueel. Er is veel te zeggen over deze legendarische dramadocente maar waarom ze in deze methode staat vermeld is om de manier waarop zij kinderen zag: als volwaardig en groots, ongeacht hun leeftijd.Watch Full Movie Online Streaming Online and Download

Dit kan je terug vinden in het concept ‘de mantel van de expert’: kennis ontsluiten door de kinderen als experts een vraagstuk te lijf te laten gaan. In Dramaland kun je dat sterk terug zien in de lessen voor het jonge kind: in plaats van het kind te leiden stel je hen een spelvraag. Niet dat jij niet weet wat het beste antwoord op het vraagstuk zou zijn, maar dat is niet zo interessant. Het idee is dat zij kennis genereren en construeren door te handelen, te onderzoeken en te communiceren. Juist ook in de ‘teacher-in-role’ lessen presenteer je een probleem waarbij de kleuters naar een oplossing moeten zoeken.

Dit vraagt soms een denkomslag, de jonge kind lessen bieden daartoe genoeg handvatten maar zijn zo opgebouwd dat je daar je eigen weg in kan en mag zoeken. Heb je behoefte aan die structuur dan volg je strakker de beschreven lijn, wil of durf je de ‘mantel van de expert’ af te staan aan de kinderen dan hoef je enkel met het centrale gegeven uit de les te komen en de kinderen te ondersteunen waar nodig bij het ontrafelen en oplossen.

Bij het oudere kind geef je hen die mantel van de expert bij het bespreken van presentaties: jij oordeelt niet maar probeert door middel van het stellen van open vragen de kinderen tot nadenken te stimuleren. Zij zijn prima in staat met de spelcriteria (pictogrammen) om te gaan en dus ook expert.

Dorothy Heathcote MBE (29 augustus 1926-8 oktober 2011) was een docent drama en academicus die de methode “teacher in role” inzette voor geïntegreerd onderwijs. Ze was een zeer vaardige drama en theaterdocent die de benadering van de ‘mantel van de expert’ heeft gedefinieerd en ontwikkeld voor het onderwijs. Haar belangrijkste boek schreef ze met Gavin Bolton, en heet ‘Drama for Learning’ (1994). Een ander belangrijk boek over haar werkwijze is geschreven door Betty Jane Wagner en heet ‘Drama as a Creative Teaching and Learning Medium.’,

Bron: wikipedia.org