Werkvorm(en):
Activiteit: De kinderen verzinnen een verhaal, en krijgen een verrassingsopdracht tijdens hun repetitie. Die verwerken ze in hun verhaal en dat presenteren ze aan elkaar.
Benodigdheden (optioneel): voor de helft van de groep iets dat als microfoon kan dienen (bijvoorbeeld een pen of gymkegel). Een gymfluitje en opdrachtkaarten.
Print de lesopzet inclusief opdrachtkaarten.
Inleiding.
De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat jullie in deze les gaan acteren, spelen met praten dus. Bespreek dat je bij acteerspel duidelijk moet spreken en vooral vanuit houding en gebaar moet uitbeelden.
Warming up klassikaal.
De groep staat verspreid in het lokaal.
Instructie: Je krijgt straks spelopdrachten, voer die uit en maak daarbij contact met één of twee anderen.
Spelopdrachten:
Loop door elkaar als helden, als je een andere held tegenkomt schep dan enorm op over je krachten en heldendaden. Hou het vriendschappelijk.
Loop door elkaar als vrienden die tijdens een dropping zijn verdwaald. Maar dan horen jullie enge geluiden.
Loop door elkaar als slechteriken, griezels. Wissel gemene trucs en tips uit met elkaar.
Geef kinderen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen.
Warming up tweetallen.
De groep zit in tweetallen in het lokaal op de grond, ze bepalen wie A is en wie B.
tweetal is een pen o.i.d. aanwezig dat als microfoon dienst doet.
Instructie: A werkt bij het journaal en gaat straks B interviewen. Stel vooral vragen om B te helpen bij het geven van een antwoord, maak het niet te ingewikkeld.
Spelopdrachten:
Je interviewt de eerste directeur van een boevenschool.
Je interviewt iemand die uit de zee is gered door een reddingshelikopter.
Je interviewt een bekend sprookjesfiguur
Je interviewt iemand die cowboy wil worden.
Doe dit een keer voor met een kind voordat de kinderen in tweetallen aan de slag gaan. Open met iets als: ‘Dames en heren, welkom in de studio waar we de held van de dag hebben die net een medaille van de koningin heeft mogen ontvangen’. Stel daarna eenvoudige vragen over of de koningin aardig was, wat de held heeft gedaan, of hij hobby’s heeft enz.
De kinderen gaan staan, en de interviewers krijgen iets om als microfoon te gebruiken. Ze interviewen steeds zo lang totdat je aangeeft dat de volgende spelopdracht wordt gegeven. Dan wisselen ze van interviewer. Tip: gebruik een fluitsignaal om de aandacht te krijgen.
Kern.
De groep zit in hoefijzeropstelling
Instructie: Jullie krijgen zo in werkgroepen de opdracht om een presentatie te maken waar één of meerdere hoofdpersonen, slechteriken en helden in vóór komen. Maar tijdens de repetitie krijgen jullie een mixopdracht: een opdracht die een wending geeft aan het einde.
Benadruk dat ze dan hun eerste verhaallijn zoveel mogelijk in tact moeten houden. Dat de mixopdracht niet bij hun originele verhaal past zorgt ervoor dat het fantasierijk en vreemd wordt. De mixopdrachten komen uit bekende sprookjes.
Bespreek kort de aandachtspunten op de opdrachtkaarten en maak werkgroepen. Zie bijlage 1 voor een voorbeeldopdracht.
Maak werkgroepen en deel de opdrachtkaarten uit.
Attentie: op driekwart van hun repetitietijd (na ongeveer 6 minuten) laat je de werkgroepen op de grond zitten en deel je de mixopdrachten uit.
Bijlage 1:
Mix.
Acteren: speel met grote gebaren en duidelijke gezichtsuitdrukkingen, praat luid en duidelijk.
Jullie maken een presentatie met:
- Eén of meerdere hoofdpersonen.
- Eén of meerdere helden.
- Eén of meerdere slechteriken.
Waar speelt het zich af en wat is de situatie?
Wat doet de slechterik?
Tip: laat de eerste poging van de held om een heldendaad te plegen mislukken.
Hoe loopt het af?
Let op! Je krijgt een verrassingsopdracht op de helft van je repetitie, deze verwerk je in het verhaal zoals dat op dat moment gaat. Hou het verhaal zo veel mogelijk in tact, alleen komt de extra opdracht er bij.
Nabespreken van een presentatie bij drama »
Een nabespreking van een presentatie bij drama bestaat uit 3 aspecten:
1: De opdracht. Bijvoorbeeld: Hoe probeerde de sporter vals te spelen?
2: Iets dat het competente gevoel stimuleert, zoals een publiekscompliment. Bijvoorbeeld: ‘Publiek, benoem een sterk moment uit deze presentatie’.
3: Het spel. Dit doe je naar aanleiding van pictogrammen (aandachtspunten). Onderaan het klassenmenu staat een link naar het leerkrachtscherm, daar staan de pictogrammen. Je kan ze daar ook uitprinten. Zonder het werken met aandachtspunten verklein je de kans op spelontwikkeling en inzicht, het is dus erg belangrijk om de pictogrammen te gebruiken. Voorbeeldvraag: ‘Waar was er sprake van een heldere gezichtsuitdrukking?’
Behandel op tempo deze 3 aspecten. Wil je vakdidactisch correct nabespreken maak dan een notitie op je lesopzet voordat je de les geeft.
Wil je iets kwijt over deze les?
Een aanvulling, idee, opmerking over deze les? Heb je een foutje gezien, of wil je ons laten weten hoe de les is gegaan: vul onderstaand formulier in. We zijn blij met iedere reactie, het helpt ons om de kwaliteit te waarborgen die je van ons gewend bent.