Creëer en Leer DRAMA
Previous Next
  • Dramalessen per groep
    • Dramalessen voor groep 1
    • Dramalessen voor groep 2
    • Dramalessen voor groep 3
    • Dramalessen voor groep 4
    • Dramalessen voor groep 5
    • Dramalessen voor groep 6
    • Dramalessen voor groep 7
    • Dramalessen voor groep 8
  • Abonnementen
    • Abonnementen
  • Trainingen
  • Gratis lessen
  • Een dramamethode kiezen
  • Contact

Ik laat m’n mens uit! (omdraaidrama)

  • 30/04/2018
  • Holger
  • · Groep 3

Werkvorm(en): jabbertalk / acteerspel.
Activiteit: De kinderen verzinnen een omdraaiverhaal over mens en dier en presenteren dat aan elkaar.
Print les + opdrachtkaarten

Inleiding.
De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat jullie in deze les gaan acteren. Benadruk dat je bij acteerspel duidelijk moet spreken en vanuit houding en gebaar moet spelen.

Warming up tweetallen.
De groep zit in tweetallen in het lokaal op de grond.
Instructie: Jullie krijgen spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met andere tweetallen. Je moet er bij praten maar alleen in dierentaal dus niet met woorden maar met bijpassende dierengeluiden.

Jullie zijn twee vogels, bespreek in vogeltaal wat jullie willen eten en ga daarnaar op zoek.
Jullie zijn twee honden die zin hebben om te spelen. Spreek met elkaar af in hondentaal en ga spelen.
Jullie zijn twee katten, jullie zijn een speeltje kwijt. Bespreek in kattentaal waar jullie die het laatst hebben gezien en ga op zoek.

De kinderen wachten na iedere opdracht totdat jij de volgende opdracht geeft.

Warming up viertallen.
De groep zit in viertallen in het lokaal op de grond, ze bepalen wie tweetal A is en wie tweetal B.
Instructie: Jullie krijgen spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met andere viertallen. Het ene tweetal is steeds een dier, het andere tweetal is steeds mens.

1: Tweetal a zijn cavia’s, tweetal b zijn mensen. Mensen, jullie doen de cavia’s in hun hok en aaien ze, geven ze te eten enzovoorts.
2: Nu wordt het echt leuk want nu draaien we om maar blijven we dezelfde rollen. De Cavia’s hebben mensen als huisdier, stoppen ze in hun hok, geven ze te eten enzovoorts.
3: Tweetal a zijn mensen, tweetal b zijn parkietjes. Mensen, jullie maken het hok schoon, laten de parkietjes kunstjes doen, geven ze te eten enzovoorts.
4: Nu wordt het echt leuk want nu draaien we om maar blijven we dezelfde rollen. De parkietjes hebben mensen als huisdier, maken het hok schoon, laten de mensen kunstjes doen, geven ze te eten enzovoorts.

De kinderen wachten na iedere opdracht totdat jij de volgende opdracht geeft.

Kern.
De groep zit in hoefijzeropstelling.
Instructie: Jullie krijgen zo in werkgroepen de opdracht om een mens/dier situatie om te draaien. Jullie situatie staat op de opdracht. Let op: de dieren moeten in dierentaal praten, de mensen mogen wel iets zeggen maar het gaat om de dieren.

Opdrachten: in het circus, in een dierenwinkel, in het park, paardrijden, in de dierentuin.

Rolverdeling:
Maak maximaal vijf werkgroepen en loop langs. Wijs ze aan en verdeel ze in mens en dier (aanwijzen en ‘mens, dier, mens, dier…’). Geef ze daarna pas de opdrachtkaart.

Geef ze een ongeveer 8 minuten de tijd om te repeteren, applaudisseer na iedere uitvoering en bespreek kort na.

 

Advies gebruik pictogrammen Acteerspel »

Pictogrammen zijn in deze methode cruciaal om te gebruiken, het zijn je aandachtspunten: je bespreekt er op na en je leert je kinderen op zowel actief als receptief niveau wat bij de kunstvorm theater van belang is. Kijk voor de toepassing van die pictogrammen op deze pagina.
We willen je graag adviseren welke pictogrammen je zou kunnen gebruiken. Let op, voor de leeftijdsgroep waar jij mee werkt zijn dat hooguit 2/3/4 pictogrammen: je wil je kinderen niet overvragen.

Welke pictogrammen passen bij deze les?
Denk aan je mimiek
Ga niet voor elkaar staan
Niet door elkaar praten.
Niet met je rug naar het publiek toe staan.
Speel met gebaren.
Speel vanuit lichaamshouding.
Speel in het midden van het spelvlak.
Spreek verstaanbaar.
Er is nog een andere werkwijze (toepassing 2), die kun je hier bekijken.

Nabespreken van een presentatie bij drama »

Een nabespreking van een presentatie bij drama bestaat uit 3 aspecten:
1: De opdracht. Bijvoorbeeld: Waar gaat dit feest over?
2: Iets dat het competente gevoel stimuleert, zoals een publiekscompliment. Bijvoorbeeld: ‘Publiek, benoem een sterk moment uit deze presentatie’.
3: Het spel. Dit doe je naar aanleiding van pictogrammen (aandachtspunten). Onderaan het klassenmenu staat een link naar het leerkrachtscherm, daar staan de pictogrammen. Je kan ze daar ook uitprinten. Zonder het werken met aandachtspunten verklein je de kans op spelontwikkeling en inzicht, het is dus erg belangrijk om de pictogrammen te gebruiken. Voorbeeldvraag: ‘Waar was er sprake van een heldere gezichtsuitdrukking?’

Behandel op tempo deze 3 aspecten. Wil je vakdidactisch correct nabespreken maak dan een notitie op je lesopzet voordat je de les geeft.

Wil je iets kwijt over deze les?
Een aanvulling, idee, opmerking over deze les? Heb je een foutje gezien, of wil je ons laten weten hoe de les is gegaan: vul onderstaand formulier in. We zijn blij met iedere reactie, het helpt ons om de kwaliteit te waarborgen die je van ons gewend bent.

« Prev Next »

Leerkrachtscherm

Leerkrachtscherm

Dramaland

  • Twitter
  • Facebook

Designed by Luke McDonald & Powered by WordPress