Werkvorm(en): acteerspel.
Activiteit: De kinderen verzinnen een grappige panda scene en presenteren dat aan elkaar.
Benodigdheden: twee panda hoofddeksels (zie hieronder).
Informatie: in april 2017 kwamen de panda’s Wu Wen en Xing Ya naar Nederland, onder veel media belangstelling. Veel kinderen bleken in de ban van de Panda te zijn, vandaar dat iedere groep een panda dramales heeft.
Print panda hoofddeksel
Print les + opdrachtkaarten
Inleiding.
De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat jullie in deze les gaan acteren. Benadruk dat je bij acteerspel duidelijk moet spreken en vanuit houding en gebaar moet spelen.
Warming up klassikaal.
De groep staat verspreid in het lokaal.
Instructie: Je krijgt spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met een klasgenoot.
Spelopdrachten: je ligt te luieren in de zon, je eet je lievelingseten, je speelt met je favoriete speelgoed, je zwaait naar je fans.
Geef kinderen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen.
Warming up tweetallen.
De groep zit in tweetallen in het lokaal op de grond, ze bepalen wie A is en wie B.
Instructie: Jullie krijgen spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met andere tweetallen. Je moet er bij praten.
A is de panda, B de verzorger: de verzorger gaat de panda een kunstje leren.
B is de panda, A de verzorger: de verzorger gaat de panda eten geven.
A is de panda, B de verzorger: de verzorger gaat met de panda spelen.
B is de panda, A de verzorger: de verzorger gaat het verblijf van de panda schoonmaken en wil dat hij daarbij helpt.
De kinderen gaan staan en beelden de opdrachten uit. Ze wachten na iedere opdracht totdat jij de volgende opdracht geeft.
Kern.
De groep zit in hoefijzeropstelling.
Instructie: Jullie krijgen zo in werkgroepen de opdracht om een scene te maken in drie stappen.
[vraag een kind op de spelvloer en zet het een pandahoed op, de panda zit op de grond]
Stap 1 is dat de mensen in het verhaal de panda’s leuk vinden maar de panda’s doen niks bijzonders.
Stap 2 is dat de mensen weglopen. Als ze dat doen halen de panda’s iets raars uit [bespreek met het pandakind wat het zou kunnen doen: dansje, kunstje, kattekwaad, gekke gezichten trekken, wat dan ook].
Stap 3 is dat de mensen snel omdraaien maar dat de panda’s doen alsof er niks aan de hand is: ze zitten rustig te eten [beeld dit uit en vraag applaus voor het pandakind].
Je groepje krijgt een plek waar het verhaal zich afspeelt, ik bepaal wie de panda’s spelen in jullie verhaal.
Bespreek kort de afbeelding op de opdrachtkaart. Maak maximaal vijf werkgroepen en deel de opdrachtkaarten uit, geef daarbij aan welke twee kinderen de panda’s spelen. Geef ze ongeveer 7 minuten de tijd om te repeteren, applaudisseer na iedere uitvoering en bespreek kort na.
Wist je dat onder het klassenmenu een link staat naar het leerkrachtscherm? Hier vind je allerlei ondersteunde informatie.
