Werkvorm(en): tableaus.
Activiteit: de kinderen verzinnen tableaus van een beroep, in de leskern wordt een standbeeldenspel gespeeld.
Benodigdheden: fluitje o.i.d. om het spel te ‘bevriezen’.
Print de lesopzet.
Inleiding.
De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat jullie in deze les tableaus gaan maken, z.g. ‘levende foto’s’. Ga ter illustratie als standbeeld staan, bijvoorbeeld als een verkeersagent: één hand omhoog, de andere alsof u op een fluitje blaast.
Warming up klassikaal.
De groep staat verspreid in het lokaal.
Instructie: Je krijgt straks spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met een klasgenoot. Als het fluitje klinkt ‘bevries’ je zoals je op dat moment bent, het is absoluut niet de bedoeling dat je ook maar iets beweegt na het fluitje.
Spelopdrachten: een deur schilderen (schilder), een tand trekken (tandarts), haren wassen en knippen (kapper), je gooit vuilniszakken in een vuilniswagen (vuilnisman), je blust een brand (brandweerman).
Geef kinderen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen voor je op het fluitje blaast.
Warming up tweetallen.
De groep zit in tweetallen in het lokaal op de grond, ze bepalen wie A is en wie B.
Instructie: Doe vóór: beweeg alsof je een deur schildert en ga dan pas als standbeeld stil staan. Geef aan dat je nu juist niet meer mag bewegen, maar direct als standbeeld moet gaan staan.
Doe dit een keer voor met een kind voordat de kinderen in tweetallen aan de slag gaan. Kies een kind en ga als standbeeld staan, bijvoorbeeld als gitarist. Laat het kind raden en daarna zelf een standbeeld verzinnen dat jij raadt. De kinderen gaan staan, verzinnen verder zelf hun standbeelden (tableaus) en wisselen om tot je aangeeft dat ze weer op hun plek mogen gaan zitten.
Kern.
De groep zit individueel verspreid in het lokaal.
Instructie: Jullie spelen zo een verhaal van de juf. Je mag daarbij geen contact maken met een klasgenoot, je moet het alleen doen. Als je het fluitje hoort ‘bevries’ je en maak je zo een foto. Je moet de foto’s goed onthouden, na afloop ga ik ze nog een keer bekijken.
Belangrijk: geef kinderen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen voor je op het fluitje blaast.
Kies ongeveer vijf opdrachten.
Juf staat ’s ochtends op en poetst haar tanden.
Ze laat de hond uit.
Ze gaat naar school met de fiets/auto.
Er is een jarige.
Juf geeft gym/muziek/taal.
Ze moet streng zijn en moppert.
Juf heeft overblijfpauze en eet haar broodje.
Juf geeft les.
Ze gaat naar huis met de fiets/auto.
Juf zit uitgeput op de bank.
Belangrijk: na afloop laat je de tableaus nogmaals uitbeelden maar dan zonder de beweging er tussen.
Instructie: Ga eens als de eerste ‘foto’ staan: foto 1.
Loop zo de 4 a 5 foto’s nogmaals langs. Je kunt daarna de volgorde veranderen als je dat leuk lijkt.