Groep: 5-8
Werkvorm(en): pantomime.
Activiteit: De kinderen verzinnen een pantomimepresentatie over een sport of spel en presenteren dat aan elkaar.
print lesopzet + opdrachtkaarten
Inleiding.
De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat jullie in deze les pantomime gaan spelen. Speel ter illustratie van de werkvorm alsof je aan het darten bent en vraag wat je uitbeeldt. Vermeld dat je bij deze werkvorm niet mag praten en geen echte spullen mag gebruiken.
Warming up klassikaal.
De groep staat verspreid in het lokaal.
Instructie: Je krijgt straks spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met een klasgenoot.
Spelopdrachten: speel tennis, honkbal, ga zwemmen, ga sjoelen, bowlen, gamen. (spelcomputer).
Geef kinderen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen.
Warming up tweetallen.
De groep zitten in tweetallen in het lokaal op de grond, ze bepalen wie a is en wie b.
Instructie: a beeldt een spel uit voor b, in plaats van het te raden speelt b mee zodra hij het spel snapt. Daarna wisselen jullie, als beiden een spel hebben uitgebeeld doe je hetzelfde met een sport.
Doe dit een keer voor met een kind voordat de kinderen in tweetallen aan de slag gaan. Kies een kind en ga knikkeren, stimuleer dat het kind met je mee knikkert. Laat voor het kind applaudisseren. De kinderen gaan staan, verzinnen verder zelf hun spelsituaties en wisselen zo lang om totdat je aangeeft dat ze op hun plek mogen gaan zitten.
Kern.
De groep zit in hoefijzeropstelling.
Instructie: Jullie krijgen zo in werkgroepen de opdracht om een pantomimepresentatie te maken. Daarin staat een sport of spel centraal.
Opdrachten: schoolpleinspel, koningsdagspel, een balsport, een wintersport en een watersport.
Bespreek kort de aandachtspunten op de opdrachtkaarten (ie bijlage 1 voor een voorbeeldopdracht). Maak werkgroepen en deel de opdrachtkaarten uit.
Bijlage 1: (dit voorbeeld zit niet bij de opdrachten dus je kunt het klassikaal bespreken).
Sport & Spel.
Jullie maken een presentatie over de volgende sport: atletiek.
Stap 1: jullie spelen, niets aan de hand.
Stap 2: er gebeurt iets onverwachts. *
Stap 3: de afloop.
Stap 4: verder spelen/sporten.
• Pantomime: niet spreken, geen echte voorwerpen gebruiken.
• Zorg dat er geen geweld in jullie presentatie voorkomt.
• Wat heb je in je hand? Hoe mime je dat?
* probeer verder te denken dan vallen/blesseren.