Werkvorm(en): tableaus.
Groep: 5-8.
Activiteit: de kinderen verzinnen naar aanleiding van opdrachtkaarten avontuurlijke tableaus over de inhuldigingsdag en presenteren die in combinatie met vertellen.
Benodigdheden: een oranje pet, een kroon, eventueel hoeden/kroontjes voor de drie prinsessen en Maxima. Een fluitje o.i.d. om het spel te ‘bevriezen’. Eén pen per werkgroep.
Opmerking: de tijdsinvestering is 45-60 minuten voor deze les, voordat je het gaat uitvoeren doe je een doorloop (ongeveer 20 minuten). Deze weeksluiting kun je ook als dramales geven.
Print lesopzet + werkbladen
Inleiding.
De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat jullie in deze les tableaus gaan maken, z.g. ‘levende foto’s’. Ga ter illustratie als standbeeld staan, bijvoorbeeld als z.k.h. Willem Alexander die wuift. Vertel dat je helemaal stil moet staan bij deze werkvorm, en moet zorgen voor een duidelijke gezichtsuitdrukking.
Warming up klassikaal.
Instructie: Je krijgt straks spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met een klasgenoot. Als het fluitje klinkt ‘bevries’ je zoals je op dat moment bent, het is absoluut niet de bedoeling dat je ook maar iets beweegt na het fluitje. De opdrachten gaan over de hobby’s van z.k.h. Willem Alexander.
Spelopdrachten: je zadelt je paard op en rijdt een stuk, je bindt je schaatsen onder en schaatst een stuk, je bestuurt een vliegtuig, je komt na een marathon als eerste over de finishlijn, je bent in een duikpak onder water.
Geef kinderen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen voor je op het fluitje blaast.
Warming up tweetallen.
De groep zit in tweetallen in het lokaal op de grond, ze bepalen wie A is en wie B.
Instructie: Wist je dat Willem Alexander erg veel kan zoals een vliegtuig besturen, hij is marinier dus kan mensen redden, hij kan goed boten besturen, met (teveel) water omgaan, hardlopen, schaatsen, tennissen, skiën, zeilen, golfen, paardrijden en duiken. Een soort actieheld dus. Je krijgt een situatie te spelen, als ik op mijn fluitje blaas bevries je zoals je op dat moment bent.
• A is Willem Alexander, B een zwemmer in nood. Willem Alexander komt je redden in zijn boot.
• B is Willem Alexander, A je bent door het ijs gezakt. Willem Alexander komt je redden uit het wak.
• A is Willem Alexander, B een boer in paniek: je weiland loopt onder water. Willem Alexander komt je weiland redden.
• B is Willem Alexander, A zit vast in drijfzand. Willem Alexander komt je redden op zijn paard. Geef kinderen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen voor je op het fluitje blaast.
Kern.
De groep zit in hoefijzeropstelling. Kies vier kinderen om iets met je uit te leggen, hou de kroon bij de hand.
Instructie: Jullie krijgen zo in werkgroepen de opdracht om vier tableaus –levende foto’s – te verzinnen over de inhuldiging van z.k.h. Willem Alexander. Hierin is hij uiteraard een held. Eén van jullie gaat vertellen wat er gebeurt. Steeds als de verteller in de handen klapt gaan de spelers in het volgende tableau staan.
Kies 4 kinderen uit om een voorbeeld te geven (zie lesopzet – print), rollen: Willem Alexander – Bediende – Maxima – Amalia.
Doe met deze kinderen het voorbeeld uit de lesopzet. Hiermee geef je een concreet voorbeeld van de kernopdracht.
Laat applaudisseren.
Bespreek kort de aandachtspunten van de opdrachtkaart. Maak werkgroepen. Let op: een werkgroep moet uit ongeveer 6 kinderen bestaan (één van de kinderen is verteller en je hebt ongeveer 5 spelers nodig). Heb je rond de 25 kinderen maak dan vier werkgroepen en deel het werkblad voor werkgroep 1 niet uit. Heb je rond de 30 kinderen dan maak je vijf werkgroepen en gebruik je ook alle werkbladen.
Weeksluiting: De groepjes achter elkaar (1-5), hoofddeksels geven de groepjes aan elkaar over, zorg voor snelle wisseling, verteller een microfoon op een standaard.