Werkvorm(en): acteerspel.
Activiteit: De kinderen verzinnen een verhaal rond een halfgod en presenteren dat aan elkaar. Geïnspireerd op de Percy Jackson-reeks.
Opmerking: Percy Jackson is een kinderboekenreeks geschreven door Rick Riordan. In 2010 kwam de eerste speelfilm uit rond deze halfgod.
Print de lesopzet inclusief opdrachtkaarten.
Inleiding.
De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat jullie in deze les gaan acteren. Benadruk dat je bij acteerspel duidelijk moet spreken en vanuit houding en gebaar moet spelen.
Warming up klassikaal.
De groep staat verspreid in het lokaal.
Instructie: Je krijgt straks spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met een klasgenoot.
Spelopdrachten: (handelingen die mensen niet kunnen): je tilt een rotsblok, je kan onder water ademhalen, je laat in je hand een bloem groeien, je loopt door vuur.
Geef kinderen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen.
Warming up tweetallen.
De groep zit in tweetallen in het lokaal op de grond, ze bepalen wie A is en wie B.
Instructie: A belt in paniek bij B (een halfgod of halfgodin) aan. Er is een ramp gebeurd (kat in de boom, vuur, overstroming, auto vast….). B gaat met A mee en verricht een bovennatuurlijke heldendaad. Je mag praten bij deze opdracht.
Doe dit een keer voor met een kind voordat de kinderen in tweetallen aan de slag gaan. Bel in paniek bij een kind aan en vertel dat je je hoofd hebt gestoten en dat er allemaal bloed uitstroomt. Het kind ‘tovert’ de wond dicht. Bedank hem of haar hartelijk.
De kinderen gaan staan, verzinnen verder zelf hun spelsituaties en wisselen zo lang om totdat je aangeeft dat ze op hun plek mogen gaan zitten.
Kern.
De groep zit in hoefijzeropstelling
Instructie:
Griekse goden en godinnen waren soms ouders van aardse kinderen. Ze werden regelmatig verliefd op een mens (een sterveling). Als hafgod(in) is één van je ouders een god, je bezit daardoor goddelijke krachten. Welke krachten je bezit hangt af van de god waar je het kind van bent. Percy Jackson is bijvoorbeeld de zoon van Poseidon (god van de zee) en kan dus lang onder water blijven. In jullie presentatie komt een halfgod voor: bepaal zelf één bijzondere kracht die hij of zij daardoor bezit.
Bespreek kort de aandachtspunten op de opdrachtkaarten (zie hieronder) en deel ze uit.
Opdrachten: Hades (je kan alles met hitte en vuur en monsters), Aphrodite (je kan alles met liefde: iedereen op iedereen verliefd laten worden bijvoorbeeld), Apollo (god van de zon en de muziek, met één van de twee heb je een bijzondere gave), Hermes (god van de reiziger, een soort levende tom-tom), Zeus (oppergod, je mag kiezen welke bovennatuurlijke kracht je bezit).
Bespreek kort de aandachtspunten op de opdrachtkaarten. Zie bijlage 1 voor een voorbeeldopdracht. Maak werkgroepen en deel de opdrachtkaarten uit.
Bijlage 1: (dit voorbeeld zit niet bij de opdrachten dus je kunt het klassikaal bespreken, achter de stappen staat een uitwerking die je als voorbeeld zou kunnen gebruiken in je toelichting).
Halfgod of halfgodin.
Je bent het kind van: Helios (godin van de wilde dieren)
A: Er zijn altijd al problemen met jou en/of je vrienden, vooral nu je met je klas op schoolkamp bent.
Uitwerking: jullie vinden bijvoorbeeld konijnenkeutels in jullie slaapzakken. Er zijn pesters in de klas.
B: Je komt erachter dat je bijzondere gaven hebt (goddelijke kracht).
Uitwerking: als jullie in het bos een dier tegenkomen blijkt één van jullie met het dier te kunnen communiceren.
C: Er ontstaat een probleem waardoor je je krachten moet gebruiken, je zorgt dat het probleem wordt opgelost.
Uitwerking: als de klas wordt aangevallen door wolven redt de halgod(in) de klas door ze weg te sturen. Hij of zij is de held en wordt nooit meer gepest.
D: Je ontmoet je goddelijke vader of moeder.
Uitwerking: ’s avonds als je alleen bent komt Artemis en ze vertelt je dat je een halgod bent.
Acteren: speel met grote gebaren en duidelijke gezichtsuitdrukkingen, praat luid en duidelijk.
Voorkom het uitbeelden van geweld.
Nabespreken van een presentatie bij drama »
Een nabespreking van een presentatie bij drama bestaat uit 3 aspecten:
1: De opdracht. Bijvoorbeeld: Hoe probeerde de sporter vals te spelen?
2: Iets dat het competente gevoel stimuleert, zoals een publiekscompliment. Bijvoorbeeld: ‘Publiek, benoem een sterk moment uit deze presentatie’.
3: Het spel. Dit doe je naar aanleiding van pictogrammen (aandachtspunten). Onderaan het klassenmenu staat een link naar het leerkrachtscherm, daar staan de pictogrammen. Je kan ze daar ook uitprinten. Zonder het werken met aandachtspunten verklein je de kans op spelontwikkeling en inzicht, het is dus erg belangrijk om de pictogrammen te gebruiken. Voorbeeldvraag: ‘Waar was er sprake van een heldere gezichtsuitdrukking?’
Behandel op tempo deze 3 aspecten. Wil je vakdidactisch correct nabespreken maak dan een notitie op je lesopzet voordat je de les geeft.
Wil je iets kwijt over deze les?
Een aanvulling, idee, opmerking over deze les? Heb je een foutje gezien, of wil je ons laten weten hoe de les is gegaan: vul onderstaand formulier in. We zijn blij met iedere reactie, het helpt ons om de kwaliteit te waarborgen die je van ons gewend bent.