Werkvorm(en): hoorspel.
Activiteit: De kinderen maken een hoorspel van soorten vervoer en presenteren die aan elkaar.
Belangrijk: tijdens de uitvoering van de hoorspelen zit het publiek met de rug naar de spelers toe. Je kunt de spelers ook achter een scherm o.i.d. plaatsen.
Als je het leuk vindt om vooraf een you tube filmpje over hoorspel te laten zien kijk dan op de hoorspelpagina van deze methode.
Print de lesopzet inclusief opdrachtkaarten.
Inleiding.
De groep zit in een kring op stoelen. Vertel dat de dramales over hoorspel gaat. Vertel wat hoorspel is, dat het een geluidenverhaal betreft dat vooral vroeger voor de radio werd gemaakt.
Op de linkenpagina die bij deze methode hoort is een link opgenomen waar je een filmpje over hoorspel aan je kinderen kan laten zien. Als je dit wil, doe het dan voorafgaand aan de les. Ook kun je een fragment van een hoorspel laten horen (van een Efteling-cd bijvoorbeeld), en geef vooral met eigen stemimitatie een indruk waar je naartoe wil.
Inventariseer welke geluiden kinderen met hun stem kunnen imiteren en doe dat meteen klassikaal. Als er dierengeluiden worden gemaakt hou dan voor ogen dat dieren geen letters kennen (bijvoorbeeld een hond zegt niet ‘waf’ of ‘blaf’).
Warming up tweetallen.
De groep staat in tweetallen in het lokaal, ze bepalen wie A is en wie B.
Instructie: A sluit de ogen, B imiteert een geluid. Als B klaar is raadt A het geluid.
Doe dit voor met een kind. Laat het kind de ogen sluiten en imiteer bijvoorbeeld het opendoen van een piepende deur. Sluit daarna je ogen en raadt het geluid dat het kind maakt, sluit af met een applaus.
Warming up tweetallen.
De groep staat in tweetallen in het lokaal.
Instructie: Jullie verzinnen samen twee bijpassende geluiden, gaan naar een ander tweetal en raden de geluiden van elkaar.
Geef een voorbeeld van bijpassende geluiden. Bijvoorbeeld: een deurbel en het opendoen van de deur, een hond en een kat, een auto en een sirene. Het werkt het beste als één kind een geluid maakt en het andere kind een bijpassend geluid verzint.
Kern.
De groep zit in hoefijzeropstelling
Instructie: Jullie krijgen zo in werkgroepen de opdracht om een hoorspel te maken over een manier om iets of iemand te vervoeren. Het gaat om de geluiden maar je mag er ook bij praten. Je mag de opdracht echter niet noemen (dus niet: ‘Welkom in de luchtballon’ of iets dergelijks). Je krijgt een opdrachtkaart met daar op ideeën voor geluiden. Je mag er natuurlijk geluiden bij verzinnen.
Opdrachten: vervoer per… boot, vliegtuig, trein, auto en paardenkoets.
Maak werkgroepen en deel de opdrachtkaarten uit. Voor het uitvoeren hiervan zie bovenaan de pagina.