Werkvorm(en): acteerspel.
Activiteit: De kinderen verzinnen een verhaal over een zelfgekozen superheld en presenteren dat aan elkaar.
Benodigdheden: het is aan te raden twee capes te verzorgen. Uiteraard kunnen dat ook twee badhanddoeken zijn o.i.d.
Opmerking: dit thema nodigt uit tot het verbeelden van gevechten, daar staat een restrictie op van maximaal vijf aanvalsbewegingen.
Print les + opdrachtkaarten
Inleiding.
De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat jullie in deze les gaan acteren. Benadruk dat je bij acteerspel duidelijk moet spreken en vanuit houding en gebaar moet spelen.
Warming up klassikaal.
De groep staat verspreid in het lokaal.
Instructie: Je krijgt spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met een klasgenoot. Jullie lopen straks door elkaar als mensen met dierlijke trekjes.
Spelopdrachten: je loopt als een mens met trekjes van een zelfgekozen huisdier. Je loopt als een mens met trekjes van een zelfgekozen insect. Je loopt als een mens met trekjes van een zelfgekozen boerderijdier. Je loopt als een mens met trekjes van een zelfgekozen dier uit de jungle.
Geef kinderen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen.
Warming up tweetallen.
De groep zit in tweetallen in het lokaal op de grond, ze bepalen wie A is en wie B.
Instructie: Jullie krijgen spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met andere tweetallen. Je moet er bij praten. A begint straks in paniek, B is de superheld die toevallig voorbijkomt en helpt.
Doe dit een keer voor met een kind voordat de kinderen in tweetallen aan de slag gaan. Vraag een kind een te roepen dat zijn/haar katje in de boom zit en er niet uit durft. Kom heldhaftig tevoorschijn, zeg iets als ‘geen nood, hier is Katman/Katvrouw en haal de denkbeeldige kat uit de denkbeeldige boom’. Geef als advies mee dat de held(in) zijn/haar naam ter plekke verzint naar aanleiding van het probleem. De kinderen gaan staan, verzinnen verder zelf hun spelsituaties en wisselen zo lang om totdat je aangeeft dat ze op hun plek mogen gaan zitten.
Kern.
De groep zit in hoefijzeropstelling.
Instructie: Jullie krijgen zo in werkgroepen de opdracht om een nieuwe superheld te kiezen. Veel superhelden zijn bijvoorbeeld gekozen op basis van dieren of insecten zoals ‘Spiderman’ (spinnenman). Maar zou Torrenman ook kunnen en zo ja: wat zou zijn kracht dan zijn?
Van de vijf teams maken er twee een mannelijke held, twee een vrouwelijke held en één groep maakt een heldenduo man/vrouw.
Jullie kiezen straks een nieuwe superheld en maken daar een verhaal over in vier stappen (bespreek de opbouw, zie bijlage 2).
Het is lastig om niet te vechten in deze opdracht maar let op: er mogen niet meer dan 5 aanvalsbewegingen in zitten en ze moeten goed worden ingestudeerd. Ook mag er niemand sterven in jullie verhaal.
Bespreek kort de aandachtspunten die op de opdrachtkaarten staan. Maak maximaal vijf werkgroepen en deel de opdrachtkaarten uit. Geef ze een kleine 10 minuten de tijd om te repeteren, applaudisseer na iedere uitvoering en bespreek kort na.
Wist je dat in het rechter menu en onder het klassenmenu een link staat naar het leerkrachtscherm? Hier vind je allerlei ondersteunde informatie.
Advies gebruik pictogrammen Acteerspel »
Pictogrammen zijn in deze methode cruciaal om te gebruiken, het zijn je aandachtspunten: je bespreekt er op na en je leert je kinderen op zowel actief als receptief niveau wat bij de kunstvorm theater van belang is. Kijk voor de toepassing van die pictogrammen op deze pagina.
We willen je graag adviseren welke pictogrammen je zou kunnen gebruiken. Let op, voor de leeftijdsgroep waar jij mee werkt zijn dat hooguit 2/3/4 pictogrammen: je wil je kinderen niet overvragen.
Welke pictogrammen passen bij deze les?
Denk aan je mimiek
Ga niet voor elkaar staan
Niet door elkaar praten.
Niet met je rug naar het publiek toe staan.
Speel met gebaren.
Speel vanuit lichaamshouding.
Speel in het midden van het spelvlak.
Spreek verstaanbaar.
Er is nog een andere werkwijze (toepassing 2), die kun je hier bekijken.
Nabespreken van een presentatie bij drama »
Een nabespreking van een presentatie bij drama bestaat uit 3 aspecten:
1: De opdracht. Bijvoorbeeld: Waar gaat dit feest over?
2: Iets dat het competente gevoel stimuleert, zoals een publiekscompliment. Bijvoorbeeld: ‘Publiek, benoem een sterk moment uit deze presentatie’.
3: Het spel. Dit doe je naar aanleiding van pictogrammen (aandachtspunten). Onderaan het klassenmenu staat een link naar het leerkrachtscherm, daar staan de pictogrammen. Je kan ze daar ook uitprinten. Zonder het werken met aandachtspunten verklein je de kans op spelontwikkeling en inzicht, het is dus erg belangrijk om de pictogrammen te gebruiken. Voorbeeldvraag: ‘Waar was er sprake van een heldere gezichtsuitdrukking?’
Behandel op tempo deze 3 aspecten. Wil je vakdidactisch correct nabespreken maak dan een notitie op je lesopzet voordat je de les geeft.
Wil je iets kwijt over deze les?
Een aanvulling, idee, opmerking over deze les? Heb je een foutje gezien, of wil je ons laten weten hoe de les is gegaan: vul onderstaand formulier in. We zijn blij met iedere reactie, het helpt ons om de kwaliteit te waarborgen die je van ons gewend bent.