Werkvorm(en): acteerspel.
Activiteit: De kinderen verzinnen een reclame over een positieve kwaliteit van mensen en presenteren dat aan elkaar.
Print les + opdrachtkaarten
Inleiding.
De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat jullie in deze les gaan acteren. Benadruk dat je bij acteerspel duidelijk moet spreken en vanuit houding en gebaar moet spelen.
Warming up tweetallen.
De groep zit in tweetallen in het lokaal op de grond, ze bepalen wie A is en wie B.
Instructie: Jullie krijgen spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met andere tweetallen. Je moet er bij praten.
A is slim en rustig, B is wild en avontuurlijk. Jullie gaan een fietstocht houden.
B is heel georganiseerd en netjes, A is rommelig. Jullie gaan de kamer van A opruimen.
A is zelfverzekerd, B heeft weinig zelfvertrouwen. Jullie gaan samen auditie doen.
De kinderen gaan staan en wachten op de eerste opdracht. Ze spelen zo lang door totdat je de volgende opdracht geeft. Geef ze even de tijd om te spelen.
Warming up viertallen.
De groep zit in viertallen in het lokaal op de grond, ze bepalen wie team A is en wie team B.
Instructie: Jullie krijgen spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met andere viertallen. Je moet er bij praten.
Team A is rustig, team B is druk. Jullie gaan vanavond uit.
Team B is optimistisch, team A is pessimistisch. Jullie krijgen autopech.
Team A is gedisciplineerd, team B is ongedisciplineerd. Jullie moeten een tent opzetten.
De kinderen gaan staan en wachten op de eerste opdracht. Ze spelen zo lang door totdat je de volgende opdracht geeft. Geef ze even de tijd om te spelen.
Na de laatste opdracht geef je aan dat ze op hun plek mogen gaan zitten.
Kern.
De groep zit in hoefijzeropstelling.
Instructie: Over sommige kwaliteiten van mensen is iedereen het wel eens dat het positieve kwaliteiten zijn. Jullie krijgen zo in werkgroepen de opdracht om reclame te maken voor zo’n kwaliteit.
Er zijn 3 partijen in de reclame: team Gedrag, team Slachtoffer en team Reclame.
Voorbeeld:
Kies twee kinderen uit voor het voorbeeld, jij zelf bent (team) Reclame, een kind is (team) ‘Gedrag’ en het andere kind (team) ‘Slachtoffer’. Als voorbeeld nemen jullie de kwaliteit: rustig.
Al coachend en besprekend doen jullie het volgende:
Stap 1: de situatie zonder de kwaliteit. ‘Slachtoffer’ heeft een spin op zijn schouder en vraagt ‘Gedrag’ om hulp. Deze heeft de kwaliteit ‘rustig’ niet. Hoe reageert ‘Gedrag’?
Stap 2: enthousiaste ‘Reclame’ springt in om aan de kijker te vertellen hoe belangrijk jullie kwaliteit is en helpt de hoofdpersoon/personen er aan. Jij vertelt hoe belangrijk het is om rustig te zijn in stressituaties en biedt ‘Gedrag’ de nieuwste kauwgom aan: EASY CHILL.
Stap 3: de situatie van stap 1 maar dan met de kwaliteit. ‘Gedrag’ eet de kauwgom en haalt rustig de spin weg.
Stap 4: Er wordt afgesloten met een rijmpje, een z.g. ‘slogan’: ‘Bij stress weet ik wat ik wil: EASY CHILL’ (nu bij de betere drogist).
Opdrachten: dapper, enthousiast, behulpzaam, aardig, geduldig.
Bespreek kort de aandachtspunten die op de opdrachtkaarten staan. Maak maximaal vijf werkgroepen en deel de opdrachtkaarten uit. Geef ze een kleine 10 minuten de tijd om te repeteren, applaudisseer na iedere uitvoering en bespreek kort na.
Advies gebruik pictogrammen Acteerspel »
Pictogrammen zijn in deze methode cruciaal om te gebruiken, het zijn je aandachtspunten: je bespreekt er op na en je leert je kinderen op zowel actief als receptief niveau wat bij de kunstvorm theater van belang is. Kijk voor de toepassing van die pictogrammen op deze pagina.
We willen je graag adviseren welke pictogrammen je zou kunnen gebruiken. Let op, voor de leeftijdsgroep waar jij mee werkt zijn dat hooguit 2/3/4 pictogrammen: je wil je kinderen niet overvragen.
Welke pictogrammen passen bij deze les?
Denk aan je mimiek
Ga niet voor elkaar staan
Niet door elkaar praten.
Niet met je rug naar het publiek toe staan.
Speel met gebaren.
Speel vanuit lichaamshouding.
Speel in het midden van het spelvlak.
Spreek verstaanbaar.
Er is nog een andere werkwijze (toepassing 2), die kun je hier bekijken.
Nabespreken van een presentatie bij drama »
Een nabespreking van een presentatie bij drama bestaat uit 3 aspecten:
1: De opdracht. Bijvoorbeeld: Waar gaat dit feest over?
2: Iets dat het competente gevoel stimuleert, zoals een publiekscompliment. Bijvoorbeeld: ‘Publiek, benoem een sterk moment uit deze presentatie’.
3: Het spel. Dit doe je naar aanleiding van pictogrammen (aandachtspunten). Onderaan het klassenmenu staat een link naar het leerkrachtscherm, daar staan de pictogrammen. Je kan ze daar ook uitprinten. Zonder het werken met aandachtspunten verklein je de kans op spelontwikkeling en inzicht, het is dus erg belangrijk om de pictogrammen te gebruiken. Voorbeeldvraag: ‘Waar was er sprake van een heldere gezichtsuitdrukking?’
Behandel op tempo deze 3 aspecten. Wil je vakdidactisch correct nabespreken maak dan een notitie op je lesopzet voordat je de les geeft.
Wil je iets kwijt over deze les?
Een aanvulling, idee, opmerking over deze les? Heb je een foutje gezien, of wil je ons laten weten hoe de les is gegaan: vul onderstaand formulier in. We zijn blij met iedere reactie, het helpt ons om de kwaliteit te waarborgen die je van ons gewend bent.