Werkvorm(en): pantomime.
Activiteit: De kinderen verzinnen een pantomimepresentatie over en presenteren dat aan elkaar.
Benodigdheden: zo mogelijk vrolijke (circus) muziek om de presentaties mee te ondersteunen.
Print de lesopzet inclusief opdrachtkaarten.
Inleiding.
De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat jullie in deze les pantomime gaan spelen. Speel ter illustratie van de werkvorm alsof je denkbeeldige balletjes uit je zak haalt en er mee jongleert.
Vermeld dat je bij deze werkvorm niet mag praten en geen echte spullen mag gebruiken.
Warming up klassikaal.
De groep staat verspreid in het lokaal.
Instructie: Je krijgt straks spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met een klasgenoot.
Spelopdrachten: hoe lopen clowns, hoe doet de leeuwentemmer, hoe doet de directeur (zonder praten), hoe loopt de koorddanser(es), enzovoorts.
Geef kinderen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen.
Warming up tweetallen.
De groep zit in tweetallen in het lokaal op de grond, ze bepalen wie A is en wie B.
Instructie: A staat zo op, B blijft zitten. A, je speelt iemand die in het circus werkt, B je raadt wat A speelt. Daarna wisselen jullie.
Doe dit een keer voor met een kind voordat de kinderen in tweetallen aan de slag gaan. Speel bijvoorbeeld alsof je de stal schoonmaakt (met een kruiwagen, poep scheppen) en laat daarna het kind iets spelen.
De kinderen gaan staan, verzinnen verder zelf hun spelsituaties en wisselen zo lang om totdat je aangeeft dat ze op hun plek mogen gaan zitten.
Kern.
De groep zit in hoefijzeropstelling.
Instructie: Jullie krijgen zo in werkgroepen de opdracht om een pantomimepresentatie te maken volgens dit stappenplan (laat het stappenplan zien, de afbeelding met de goochelaar). Jullie krijgen het stappenplan en een afbeelding van een circusact, jullie maken een presentatie als de circusact en doorlopen daarbij het stappenplan.
Opdrachten: hondenact, olifantenact, leeuwenact, acrobaten, clowns.
Maak werkgroepen en deel stappenplan en circusafbeelding uit. Laat ze zelfstandig ruim vijf minuten oefenen waarna ze het aan elkaar mogen presenteren. Geef iedere werkgroep applaus en bespreek het kort na.
Tip: noem tijdens de presentatie de stappen hardop zodat de spelers gelijktijdig schakelen.