Drama is een kunstenvak, je voelt misschien aan dat dit minder vastgelegde ‘harde’ leerstof betreft, hoewel er ook feitelijkheden zijn. Deze gaan over speltechnische zaken als verstaanbaarheid, kijklijnen, effectief gebruik van bijvoorbeeld gebaar of mimiek. In Dramaland zijn deze feitelijkheden weergegeven in zogenaamde pictogrammen.
Speltechnische regels: pictogrammen.
Het pictogram over verstaanbaarheid hangt aan de muur en je merkt dat een klasgenoot daar erg goed in is. Ze acteert verstaanbaar. Hoe en of je hiervan leert hangt erg af van de wijze waarop het wordt besproken, zeg maar de betekenis die hier aan wordt verleend.
Leerkracht A stelt het vast: ‘Marijke is goed verstaanbaar’, en daar moeten we het maar mee doen.
Leerkracht B verleent betekenis aan het begrip verstaanbaarheid. Door met de kinderen daar kort over te praten in een nagesprek (of leergesprek zo je wil) is Leerkracht B actief met de kinderen aan het onderzoeken wat er zo belangrijk aan verstaanbaarheid is. Hierin houdt zij zich redelijk op de vlakte omdat het daadwerkelijke leren zich grotendeels bij de kinderen moet afspelen. Stelt vragen en vraagt door:
Waarom is die verstaanbaarheid zo belangrijk, wat gebeurt er als Marijke richting de achterwand praat of naar haar voeten. Hoe werkt dat? Wat gebeurt er met jou als kijker? Hoe kan dat?
Je leert bij drama door betekenis te verlenen aan die speltechnische regels. Dit gebeurt wanneer de leerkracht met je in dialoog treedt om er samen betekenis aan te geven. Zo’n onderzoekende dialoog lijkt in veel gevallen op een Socratisch gesprek, anderen noemen het een leergesprek. Welke naam je er ook aan geeft, de leerkracht stimuleert de leerlingen betekenis te geven aan de speltechnische begrippen: de kracht en het belang van bijvoorbeeld spelvlak verdeling, mimiek, gebaar, spelrichting enzovoorts. Op deze manier leren kinderen op zowel actief als receptief niveau over de kunstvorm theater.
Bij drama is er sprake van een sociaal constructivistische leerstijl. Vaak wordt Piaget (meer een cognitivist dan een constructivist) in verband gebracht met drama, maar er vanuit gaan dat een kind iets kan omdat hij een bepaalde leeftijd heeft bereikt gaat in dit vak jammer genoeg niet op. In de praktijk kan het bijvoorbeeld zo zijn dat een groep 5 veel beter is in drama dan een groep 8. De theorie van Vygotsky sluit in die zin beter aan bij hoe er in de dramales wordt geleerd: je leert van elkaar in een sociale constructie, creëert samen kennis.
De leerweg is misschien anders dan je gewend bent, de uitkomst is hetzelfde: leerlingen onthouden (spelregels/technieken), reproduceren (in besprekingen bijvoorbeeld) en passen kennis toe (in een presentatie). Dat toepassen is bij een actief vak van groot belang, over de ideale randvoorwaarden hiervoor misschien later meer.
Meer lezen over de pictogrammen in Dramaland? Kijk hier
Meer lezen over sociaal constructivistisch leren, zie deze link van de website natuurlijkleren.net