Werkvorm(en): tableaus.
Activiteit: de kinderen verzinnen tableaus van een sport of spel en presenteren die aan elkaar.
Benodigdheden: een fluitje o.i.d. om het spel te ‘bevriezen’.
Opmerking: pas opdrachten met pen aan als je denkt dat ze de sport of het spel niet kennen.
Print les + opdrachten
Inleiding.
De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat jullie in deze les tableaus gaan maken, z.g. ‘levende foto’s’. Ga ter illustratie als standbeeld staan, bijvoorbeeld als iemand die tennist.
Warming up tweetallen.
De groep zit in tweetallen in het lokaal op de grond, ze bepalen wie A is en wie B.
Instructie: a zet b straks als een pop in een houding waaruit een sport of spel moet blijken. B raadt hoe hij staat.
Doe dit een keer voor met een kind voordat de kinderen in tweetallen aan de slag gaan. Kies een kind en zet hem in een houding (bijvoorbeeld ‘duiken’). Vraag om welke sport het gaat en laat applaudisseren voor het kind. De kinderen gaan staan, verzinnen verder zelf hun spelsituaties en wisselen zo lang om totdat je aangeeft dat ze op hun plek mogen gaan zitten.
Warming up klassikaal.
Instructie: Je krijgt straks spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met een klasgenoot. Als het fluitje klinkt ‘bevries’ je zoals je op dat moment bent, het is absoluut niet de bedoeling dat je ook maar iets beweegt na het fluitje.
Spelopdrachten: touwtje springen, een bordspel spelen, koek happen, zaklopen, spijkerpoepen, schaatsen, paardensport, tennis.
Geef kinderen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen voor je op het fluitje blaast.
Kern.
De groep zit in hoefijzeropstelling.
Instructie: Jullie krijgen zo in werkgroepen de opdracht om een foto (tableau) te maken alsof jullie bezig zijn met een sport of spel.
Opdrachten: schaatsen, tikkertje, wedstrijd zwemmen, hockey, verstoppertje.
Bespreek kort de aandachtspunten op de opdrachtkaarten (zie bijlage 1 voor een voorbeeldopdracht). Maak werkgroepen en deel de opdrachtkaarten uit.
Opmerking: Bij het uitvoeren in de leskern sluit het publiek steeds de ogen terwijl de spelers de tableaus klaarzetten. Jij geeft het teken waarop het publiek mag kijken.