Creëer en Leer DRAMA
Previous Next
  • Dramalessen per groep
    • Dramalessen voor groep 1
    • Dramalessen voor groep 2
    • Dramalessen voor groep 3
    • Dramalessen voor groep 4
    • Dramalessen voor groep 5
    • Dramalessen voor groep 6
    • Dramalessen voor groep 7
    • Dramalessen voor groep 8
  • Abonnementen
    • Abonnementen
  • Trainingen
  • Gratis lessen
  • Een dramamethode kiezen
  • Contact

Groep 1: het Kerstverhaal

  • 06/12/2012
  • Holger
  • · Groep 1 · Uncategorized

Vertelpantomime: Vertelpantomime is een werkvorm waarbij je een verhaal vertelt dat synchroon aan de vertelling wordt uitgebeeld door de kinderen. Als er dus staat ‘Vertel…’ is het de bedoeling dat de kinderen gelijktijdig met je vertelling meespelen.

Tips vertelpantomime »

A: vertel coachend, bijvoorbeeld: de kabouters staan op, wrijven in hun ogen –goed zo kabouters- en kammen hun baardjes en staartjes. Ze doen hun raam open…
B: zet een streep op de grond voor de hoofdpersoon of hoofdpersonen als veilige zone  voor enthousiaste andere personages in het verhaal.
C: vertel met dialogen (spreekteksten). D: doe gebaren e.d. mee zodat het duidelijk is wat je bedoelt. 

Benodigdheden: Een kruk die dienstdoet als ezel,  een hoofddeksel voor de herbergier,  Josef en een voor Maria. Een popje dat dienstdoet als het kindje Jezus. Zo mogelijk een kerstster met lampje.
Opmerkingen: voor de speelbaarheid is het kerstverhaal een klein beetje aangepast zodat er voor ieder kind voldoende te spelen is.
Wanneer je het resultaat van deze les een keer of twee repeteert en wat aan aankleding doet dan kan dit als kerstspel aan anderen worden gepresenteerd.
Print de lesopzet inclusief spiekbrief.
Tip: vertel zonder papier in je handen, print de spiekbrief uit en hang die ergens neer zodat je je handen vrij hebt.

Er is nog een kerst dramales voor deze groep, klik hier om die te bekijken.

Warming up:
De kinderen staan verspreid door het lokaal.
Vertel dat jullie het kerstverhaal spelen, maar eerst wat gaan oefenen.

Opdrachten: Hoe loop je als je heel moe bent? Hoe loopt een schaap? Hoe loopt een wijze uit het oosten? Wat doet een marktkoopman? Maak eens een bed op. Hoe eet je een stuk brood?

Iedereen gaat zitten op de banken.

De start.
Kies een tweetal uit, de één speelt Josef, de ander Maria. Geef ze de hoofddeksels, Maria zit op de kruk (‘ezel’).

Vertel dat Jozef en Maria en lange reis achter de rug hebben, ze zijn beiden heel moe. Vertel ook dat Maria een baby in haar buik heeft en dat ze een slaapplaats nodig hebben.
Ze rijden het drukke dorp Bethlehem binnen.

Rolgroep 1: drukte op straat.
De kinderen staan verspreid door het lokaal.

Vertel dat er drukte en gezelligheid op straat is, mensen die elkaar jaren niet hebben gezien vinden elkaar weer terug en er is veel te doen. Verkopers op straat hebben het druk, reizigers kopen dingen die je onderweg nodig hebt.

Spelvraag: Wat kan je verkopen op straat, wat hebben reizigers nodig? (laat een aantal antwoorden klassikaal uitspelen).
Suggesties: fruit, tandenborstel, speelgoed, water.

Vertel ook dat kinderen laat nog op straat spelen.

Spelvraag: Wat zijn nou hele oude spelletjes die kinderen op straat kunnen spelen?(laat een aantal antwoorden klassikaal uitspelen).
Suggesties: verstoppertje, voetballen, tikkertje, springtouwen.

Vertel dat Jozef aan de mensen op straat vraagt of ze een slaapplek hebben, niemand heeft plaats. De laatste wijst hen de herberg. Bij de herberg aangekomen kijken ze door het raam.

Rolgroep 2: In de herberg.
Vertel dat mensen eten en drinken in de herberg. Ze dansen, zingen en hebben plezier. Daarna poetsen ze hun tanden, kleden zich om en gaan slapen. De kinderen zitten verspreid door het lokaal.
Wijs een kind aan die herbergier mag spelen en geef hem een hoofddeksel.
Vertel dat Jozef op de deur klopt, en de herbergier opendoet. Josef vraagt of er een kamer is. Er zijn er nog een paar, maar wel heel duur! Josef en Maria hebben niet genoeg geld. Jammer dan, zegt de Herbergier, en gooit de deur dicht.
Weer stappen Maria op de ezel en gaan ze door met hun reis. De stad uit, richting het open veld. Daar zien ze de herders.

Rolgroep 3: Herders
Kies drie herders uit.
De rest denkbeeldig omkleden: groei schapenbenen en een vachtje.

Vertel dat de schapen lekker eten van het gras, ze staan dicht bij elkaar. De drie herders staan erbij en zingen liedjes.
Spelvraag: Wat doen herders om hun schapen te verzorgen?(laat een aantal antwoorden klassikaal uitspelen).
Suggesties: aaien, hooi geven, drinkbak bijvullen, schapen scheren.

Vertel ook dat Josef aan de herders vraagt of ze misschien een slaapplaats weten. De herders hebben wel een droge beschutte plek: hun stal is vrij. Ze brengen Josef en Maria daarheen (schaapjes gaan op de banken zitten) en gaan dan weer terug naar de schaapjes (herders gaan ook op de banken zitten).

Ontknoping:
Vertel dat Maria een kindje krijgt (geef Maria een popje) en ineens ging er een mooie ster schijnen (doe zo mogelijk een kerstster aan). Heel stilletjes komen daar wijzen uit het oosten (wijs wat kinderen aan die erbij mogen staan) en die geven cadeaus.
Ook komen de herders terug om te kijken wat er aan de hand is, en ze nemen de schapen mee (wijs wat kinderen aan die erbij mogen staan).
En in de lucht vliegen engelen (wijs de laatste kinderen aan die er omheen fladderen).

Afsluiting:
Samen zingen ze een prachtig lied om de geboorte van Jezus te vieren.
Kies gezamenlijk een lied uit om te zingen en sluit zo de les af.

Wat is een spelvraag? »

Een spelvraag is een vraag waarvan een paar antwoorden (veelal klassikaal) worden uitgebeeld. Kleur het spel in, daarmee bedoelen we dat je niet alleen de vraag stelt en de antwoorden laat uitbeelden, maar het spel daar omheen ook meepakt.

Dus niet zo:
Jij:‘Wat was er vroeger in een stad te zien?’.
Kind antwoordt: ‘De markt’.
Jij: ‘Goed zo, de markt. Ga maar dingen verkopen ’.

Maar zo:
Jij:‘Wat was er vroeger in een stad te zien?’.
Kind antwoordt: ‘De markt’.
Jij: ‘Goed zo, de markt. Zet je marktkoopman hoed op, til met zware kratten fruit of vis. Bouw je kraam op… ’. Enzovoorts.

Hiermee stimuleer je de het voorstellingsvermogen en de woordenschat van de kinderen.

Spiekbrief.
Deze symbolen staan in je spiekbrief:

« Prev Next »

Leerkrachtscherm

Leerkrachtscherm

Dramaland

  • Twitter
  • Facebook

Designed by Luke McDonald & Powered by WordPress