Creëer en Leer DRAMA
Previous Next
  • Dramalessen per groep
    • Dramalessen voor groep 1
    • Dramalessen voor groep 2
    • Dramalessen voor groep 3
    • Dramalessen voor groep 4
    • Dramalessen voor groep 5
    • Dramalessen voor groep 6
    • Dramalessen voor groep 7
    • Dramalessen voor groep 8
  • Abonnementen
    • Abonnementen
  • Trainingen
  • Gratis lessen
  • Een dramamethode kiezen
  • Contact

Toverdrankstank

  • 22/08/2012
  • Holger
  • · Groep 1

Werkvorm: teacher in role. Teacher in role is een werkvorm waarbij je schakelt tussen vetteller en speler. Tijdens dat je vertelt zet je een hoofddeksel op en speelt een rol.

Tips voor teacher in role »

Teacher in role is echt dolle pret om te doen, je helpt jezelf door op de volgende zaken te letten.
A: kies voor de rol een herkenbare houding.
B: zorg dat je een hoofddeksel draagt, dit stimuleert de inleving.
C: maak je geen zorgen. Je hoeft echt geen goede speler te zijn voor deze werkvorm, doorgaans gaan kleuters er makkelijk in mee.

Benodigdheden: een omslagdoek of hoofddoek voor de rol van heks.
Print de lesopzet inclusief spiekbrief.
Tip: vertel zonder papier in je handen, print de spiekbrief uit en hang die ergens neer zodat je je handen vrij hebt.

Warming up:
De kinderen staan verspreid door het lokaal.

Spelvraag 1:  wat doet een heks zoals de hele dag? (laat een aantal antwoorden klassikaal uitspelen).  Suggesties: koken, roeren, vliegen, gemeen lachen, plantjes plukken, zwaaien met een toverstok, rare spreuken verzinnen.

De start:
Vertellen: vertel dat de heks een kindje wou om voor te zorgen, maar dat ze per ongeluk de verkeerde toverspreuk heeft uitgesproken en dat ze nu heel veel kinderen heeft. Vertel dat ze altijd wel wat klusjes heeft voor al haar kinderen.

1: de bergen in.

Heks (doe je heksendoek om): vertel dat ze voor een speciaal drankje een blauw bergbloemetje moeten plukken (doe je heksendoek af).
Coachen: bergschoenen aan, rugzak om, klim over rotsen, spring over beekjes, loop door de koude sneeuw, klim verder over rotsen en reik naar de bloemetjes op de top van de berg. Pluk de bloemetjes en ga met de slee naar beneden en op de banken zitten. Heks (doe je heksendoek om): Bedank ze en zeg dat ze moeten gaan spelen (doe je heksendoek af).
Vertellen: vertel dat de heks denkt dat niemand kijkt, maar dat de kinderen stiekem kijken hoe ze het drankje maakt.
Heks (doe je heksendoek om): verzin vieze dingen om in het drankje te doen, maak roerende bewegingen in een denkbeeldige pan en eindig met het bloemetje. Neem een denkbeeldige slok en verander in een kikker, wrijf dan met de wijsvinger onder je neus en verander terug. Vertel de kinderen dat je het drankje naar de koning gaat brengen en dat ze nergens aan mogen komen (doe je heksendoek af).
Coachen: de kinderen stoppen hun vinger in de pan en proeven het drankje, gaan als kikkers door het lokaal. Wrijven met hun wijsvinger onder hun neus en veranderen terug omdat ze de heks horen.
Heks (doe je heksendoek om): steek je  neus in de lucht en zeg dat je toverdrank ruikt, vraag de kinderen of ze echt niet aan de toverspullen zijn gekomen (doe je heksendoek af).

Zeggen ze ‘ja’… »

Het komt bijna nooit voor maar er kan een kleuter tussen zitten die alles opbiecht. Doe dan je heksendoek af en vertel dat het maar een verhaal is. En dat in het verhaal de heksenkinderen een beetje stiekem zijn en zeggen dat nergens aan hebben gezeten. Stel het betreffende kind gerust, het is toneelspel en in dit verhaal mag je dus een beetje jokken tegen de heks.

2: duiken in de zee.

Heks (doe je heksendoek om): vertel dat ze voor een speciaal drankje een paars waterplantje van de zeebodem  moeten plukken (doe je heksendoek af).
Coachen: flippers aan je voeten, zuurstoffles om, zwembroek aan, duiken, zoeken, plukken, naar boven, duikspullen uit en naar huis. Ga op de banken zitten.
Heks (doe je heksendoek om): Bedank ze en zeg dat ze moeten gaan spelen (doe je heksendoek af).
Vertellen: vertel dat de heks denkt dat niemand kijkt, maar dat de kinderen stiekem kijken hoe ze het drankje maakt.
Heks (doe je heksendoek om): verzin vieze dingen om in het drankje te doen, maak roerende bewegingen in een denkbeeldige pan en eindig met het bloemetje. Neem een denkbeeldige slok en verander in een vogel, wrijf dan met de wijsvinger onder je neus en verander terug. Vertel de kinderen dat je het drankje naar de koning gaat brengen en dat ze nergens aan mogen komen (doe je heksendoek af).
Coachen: de kinderen stoppen hun vinger in de pan en proeven het drankje, vliegen als vogels door het lokaal. Wrijven met hun wijsvinger onder hun neus en veranderen terug omdat ze de heks horen.
Heks (doe je heksendoek om): steek je  neus in de lucht en zeg dat je toverdrank ruikt, vraag de kinderen of ze echt niet aan de toverspullen zijn gekomen (doe je heksendoek af).

Ontknoping: paniek!
Vertellen: vertel dat de heks alweer een drankje klaar heeft!
Heks (doe je heksendoek om): Vertel de kinderen dat je het drankje naar de koning gaat brengen en dat ze nergens aan mogen komen (doe je heksendoek af).
Coachen: de kinderen stoppen hun vinger in de pan en proeven het drankje, er gebeurt helemaal niks! Misschien moeten ze even wachten? Oei, ze horen de heks, wrijven met hun wijsvinger onder hun neus maar ze blijven aan de grond plakken! Ze bevriezen met hun wijsvinger onder hun neus!
Heks (doe je heksendoek om): je moet hard lachen en verbreekt de betovering. Vertel ze opgewekt dat het laatste drankje een valstrik was en ze beter moeten luisteren.

Afloop:
Blijkbaar hebben de kinderen niks beters te doen dan stiekem spioneren, daarom krijgen ze een huisdier. Dan hebben ze iets om voor te zorgen. Maak een toverbeweging en ieder kind heeft een eigen huisdier (doe je heksendoek af).
Coachen: laat maar zien hoe je voor je huisdier zorgt. Iedereen gaat zitten.
Vertellen: vertel dat de kinderen van de heks dolblij zijn met hun huisdier en nooit meer stiekem spieken als de heks haar toverdrankjes maakt.

Einde

Wat is een spelvraag? »

Een spelvraag is een vraag waarvan een paar antwoorden (veelal klassikaal) worden uitgebeeld. Kleur het spel in, daarmee bedoelen we dat je niet alleen de vraag stelt en de antwoorden laat uitbeelden, maar het spel daar omheen ook meepakt.

Dus niet zo: Jij:‘ Wat doet een heks zoals de hele dag?’.
Kind antwoordt: ‘Vliegen op een bezem’.
Jij: ‘Goed zo, vliegen op een bezem. Ga maar vliegen ’.

Maar zo:
Jij:‘ Wat doet een heks zoals de hele dag?’.
Kind antwoordt: ‘Vliegen op een bezem’.
Jij: ‘Goed zo, vliegen op een bezem. Doe je vliegbril op, pak de bezem uit de kast, stijg maar op, zwaai naar de dieren in het bos, kijk uit een vogel… ’ enzovoorts.

Hiermee stimuleer je de het voorstellingsvermogen en de woordenschat van de kinderen.

Spiekbrief. Deze symbolen staan in je spiekbrief:

« Prev Next »

Leerkrachtscherm

Leerkrachtscherm

Dramaland

  • Twitter
  • Facebook

Designed by Luke McDonald & Powered by WordPress