Creëer en Leer DRAMA
Previous Next
  • Dramalessen per groep
    • Dramalessen voor groep 1
    • Dramalessen voor groep 2
    • Dramalessen voor groep 3
    • Dramalessen voor groep 4
    • Dramalessen voor groep 5
    • Dramalessen voor groep 6
    • Dramalessen voor groep 7
    • Dramalessen voor groep 8
  • Abonnementen
    • Abonnementen
  • Trainingen
  • Gratis lessen
  • Een dramamethode kiezen
  • Contact

Goudlokje

  • 21/08/2012
  • Holger
  • · Groep 1 · Uncategorized

Werkvorm: werken met prenten. Je vertelt een verhaal waarbij naar aanleiding van prenten wordt uitgebeeld. In deze les speel je zelf ook wat kleine rolletjes.
Benodigdheden: drie gymmatten, een grote, een middelgrote en een kleine emmer.
Print de lesopzet inclusief prenten.
Tip: print het bestand dubbelzijdig en bij voorkeur op A3-formaat  af, als je de prent aan de kinderen laat zien kan je aan de achterkant de lesinhoud lezen.

Warming up:
De kinderen staan verspreid in het lokaal.

Spelvraag 1: welke dingen doe je zoal in een bos? (laat een aantal antwoorden klassikaal uitspelen).
Spelvraag 2: welke dieren wonen er in een bos? (laat een aantal antwoorden klassikaal uitspelen).

Prent 1: Goudlokje is thuis
De kinderen zitten op de grond.

Vertellen: vertel over een stout en ondeugend meisje dat overal kattenkwaad uithaalde. Ze had veel broertjes en zusjes thuis. Vertel dat moeder boodschappen gaat doen. Zeg zelf als moeder ‘Ik ga even brood halen, tot zo’.

Spelvraag 3: Wat kan dat stoute meisje voor kattenkwaad uithalen?

Kies een kind als stout meisje (Goudlokje) uit. Speel één suggestie uit en kom als moeder weer binnen en reageer er op.

Prent 2: Goudlokje op school
De kinderen zitten op de grond alsof ze aan tafels op school zitten.
Vertellen: Het stoute meisje moet natuurlijk ook naar school, maar daar is het niet veel anders. Vertel dat de juf even moet kopiëren, en dat ze daarvoor de klas even uit moet. Zeg zelf als juf ‘Ik ga even kopiëren, tot zo’.

Spelvraag 4: Wat kan het stoute meisje voor kattenkwaad uithalen?

Kies een kind als stout meisje (Goudlokje) uit. Speel één suggestie uit, kom als juf weer binnen en reageer er op.

Prent 3: Goudlokje in het bos
De kinderen zitten op de grond.  Vertel dat de klas een dagje naar het bos gaat, op schoolreisje.

Spelvraag 5: welke dingen doe je eigenlijk in een bos als je daar met je klas bent?
Laat een paar suggesties uitbeelden, neem daarbij zelf de rol als juf op je.

De groep zit op de banken. Vertel dat de juf even wat te drinken gaat halen. Goudlokje ziet kans weg te lopen…

Prent 4: familie Beer
Vertel dat verderop in het bos het huisje van familie Beer staat.

Spelvraag 6: Als je als volwassene in een bos woont, wat doe je dan zoal de hele dag?
Spelvraag 7: Als je als kind in een bos woont, wat is dan leuk om te doen?

Vertel: familie Beer is druk bezig, moeder heeft bijvoorbeeld een grote pan pap gemaakt. Ze roept iedereen bij elkaar.

Instructie: ga maar op de grond zitten en neem een bord op schoot.

Vertelpantomime tussendoor »

Dat wat jij vertelt spelen de kinderen synchroon aan je vertelling uit. Stimuleer het door gebaren groot mee te doen. Kijk ook in het werkvormen-ABC van het lerarenscherm.

Iedereen krijgt pap met honing, ze nemen een hap…. Auw! De pap is veel te heet! Ze spugen de hete pap snel uit. ‘Dan gaan we even wandelen, totdat de pap is afgekoeld’ zegt vader, en dat doen ze.

Leg drie matten neer met van groot naar klein een emmer (voor vader) een kleinere emmer (van moeder) en de kleinste emmer (voor het kind). Kies een kind dat Goudlokje speelt. Zet een krijtstreep voor de matten waarachter de beren (de andere kinderen) moeten blijven (zie hieronder).

Dat wat jij vertelt beeldt Goudlokje uit.
Vertel: vertel dat Goudlokje stiekem is weggelopen en een huisje ziet. Ze heeft een beetje honger en ruikt heerlijke zoete pap. Ze doet het huisje open en ziet drie stoelen. Ze gaat op de middelste zitten en krak! De stoel van mamabeer is gebroken! Snel gaat ze op de stoel van papabeer zitten en neemt een hap van de pap. Auw! Die is veel te heet! ‘misschien kan ik hier even een dutje doen’ denkt Goudlokje en gaat naar boven.

Haal de emmers weg.

Prent 5: Goudlokje krakt door het bed.

Goudlokje gaat in het kleinste bedje liggen en krak! Oh nee het bedje van babybeer is gebroken… Snel gaat ze in het middelste bed liggen en valt in een diepe slaap.

Het kind dat Goudlokje speelt gaat weer hij de rest zitten, en jij zet de emmers op de matten terug.

Alle kinderen gaan zich denkbeeldig omkleden: zet je berenhoofd op en  doe je berenpoten aan.

Familie Beer heeft een heerlijke wandeling gemaakt, ze doen de deur van hun huisje open. Moeder ziet haar kapotte stoel en zegt ‘hee, iemand heeft op mijn stoeltje gezeten!’ (alle kinderen zeggen deze zin). Vader kijkt in zijn bord en zegt hee, iemand heeft van mijn bordje gegeten! (alle kinderen zeggen deze zin).

Prent 6: familie Beer vindt Goudlokje
Haal de emmers weg. De kinderen gaan op de grond zitten. Goudlokje gaat op de middelste mat liggen.

Vertel: de beren gaan naar boven en staan achter de krijtstreep. Babybeer ziet zijn kapotte bedje en zegt: hee, iemand heeft in mijn bedje geslapen (alle kinderen zeggen deze zin).  Dan zien ze Goudlokje liggen.

Het officiële einde is dat Goudlokje wakker wordt en wegrent, maar dat is misschien wat saai.
Spelvraag 8: hoe moet dit eindigen?

Bespreek kort hoe je dit verhaal het beste kan eindigen en speel dat uit.

Einde.

Wat is een spelvraag? »

Een spelvraag is een vraag waarvan een paar antwoorden (veelal klassikaal) worden uitgebeeld. Kleur het spel in, daarmee bedoelen we dat je niet alleen de vraag stelt en de antwoorden laat uitbeelden, maar het spel daar omheen ook meepakt.

Dus niet zo: Jij:‘ Als je als volwassene in een bos woont, wat doe je dan zoal de hele dag?’. Kind antwoordt: ‘Houthakken’. Jij: ‘Goed zo, houthakken. Ga maar hout hakken’.

Maar zo: Jij:‘ Als je als volwassene in een bos woont, wat doe je dan zoal de hele dag?’. Kind antwoordt: ‘Houthakken’. Jij: ‘Goed zo, houthakken. Laat je spierballen zien, pak je bijl, doe je deur open, zoek een mooie boom uit, nee die is te klein…’Enzovoorts.

Hiermee stimuleer je de het voorstellingsvermogen en de woordenschat van de kinderen.

 

« Prev Next »

Leerkrachtscherm

Leerkrachtscherm

Dramaland

  • Twitter
  • Facebook

Designed by Luke McDonald & Powered by WordPress