Creëer en Leer DRAMA
Previous Next
  • Dramalessen per groep
    • Dramalessen voor groep 1
    • Dramalessen voor groep 2
    • Dramalessen voor groep 3
    • Dramalessen voor groep 4
    • Dramalessen voor groep 5
    • Dramalessen voor groep 6
    • Dramalessen voor groep 7
    • Dramalessen voor groep 8
  • Abonnementen
    • Abonnementen
  • Trainingen
  • Gratis lessen
  • Een dramamethode kiezen
  • Contact

Leo de leeuw is verliefd

  • 21/08/2012
  • Holger
  • · Groep 1

Vertelpantomime: Vertelpantomime is een werkvorm waarbij je een verhaal vertelt dat synchroon aan de vertelling wordt uitgebeeld door de kinderen. Als er dus staat ‘Vertel…’ is het de bedoeling dat de kinderen gelijktijdig met jou vertelling meespelen.

Tips vertelpantomime »

A: vertel coachend, bijvoorbeeld: de kabouters staan op, wrijven in hun ogen –goed zo kabouters- en kammen hun baardjes en staartjes. Ze doen hun raam open…
B: zet een streep op de grond voor de hoofdpersoon of hoofdpersonen als veilige zone  voor enthousiaste andere personages in het verhaal.
C: vertel met dialogen (spreekteksten).
D: doe gebaren e.d. mee zodat het duidelijk is wat je bedoelt. 

Benodigdheden: hoofddeksel voor Leo (zie hieronder), een hoepel voor de leewentemmer, eventueel een vrolijk muziekje.

hoofddeksel knippen »

Print de lesopzet inclusief spiekbrief.
Tip: vertel zonder papier in je handen, print de spiekbrief uit en hang die ergens neer zodat je je handen vrij hebt.

Warming up:
De kinderen staan verspreid door het lokaal.

Spelvraag 1: welke mensen en dieren werken in circus? Suggesties: clowns, paarden, koorddansers…

De start.
Kies een tweetal uit, de één speelt de leeuw, de ander de leeuwentemmer. Geef ze hun hoofddeksel en hoepel.

Vertel dat de leeuwentemmer wil gaan oefenen voor de show, maar dat de leeuw niet door de hoepel wil springen, en als hij gromt komt er een zielig geluidje uit.
Herhaling: de leeuwentemmer houdt de hoepel omhoog en zegt:  Kom op, Leo! Maar de leeuw doet niets.

Rolgroep 1: de clowns
Denkbeeldig omkleden:  doe je rode neus op, je flapschoenen aan, schmink op je gezicht.

Vertel dat de leeuwentemmer naar de clowns gaat om Leo aan het lachen te krijgen.
Spelvraag 2: wat doen clowns om iemand aan het lachen te krijgen?
Suggesties: rare gezichten trekken, vreemde dansjes doen, met taarten gooien.

Vertel dat de leeuwentemmer keihard moet lachen, maar dat Leo verdrietig blijft kijken. Alle clowns gaan verdrietig naar hun woonwagen (laat de kinderen even op de grond zitten.

Herhaling: de leeuwentemmer houdt de hoepel omhoog en zegt:  Kom op, Leo! Maar de leeuw doet niets.

Rolgroep 2: de acrobaten
Dan gaat de leeuwentemmer naar de acrobaten. Denkbeeldig omkleden: doe je spierballen aan, je gymkleren enzovoorts.

Dan gaan ze op de grond zitten. Vertel dat de leeuwentemmer uitlegt dat Leo geen kunstjes meer wil doen, misschien is hij vergeten hoe het moet. Kunnen jullie niet laten zien hoe je kunstjes doet?

Spelvraag 3: Wat zijn kunstjes die je in het circus ziet? (laat een aantal antwoorden klassikaal uitspelen).
Suggesties: met balletjes jongleren, over een koord lopen, een zelfbedacht kunstje (doe voorzichtig).

Vertel dat de leeuwentemmer mooi vindt en  klapt, maar Leo verdrietig blijft kijken. Alle acrobaten gaan terug naar hun woonwagen (laat de kinderen op de grond zitten).

Herhaling: de leeuwentemmer houdt de hoepel omhoog en zegt:  Kom op, Leo! Maar de leeuw doet niets.

Rolgroep 3: de circushonden
Dan gaat de leeuwentemmer naar de circushonden.

Denkbeeldig omkleden: doe je hondenoren  aan, je staart enzovoorts.

Vertel dat de Leeuwentemmer uitlegt dat Leo geen kunstjes meer wil doen, misschien is hij vergeten hoe het moet. Kunnen jullie niet laten zien hoe je dierenkunstjes doet?

Spelvraag 4: welke kunstjes kunnen honden allemaal? (laat een aantal antwoorden klassikaal uitspelen).
Suggesties: rondjes achter hun staart aan draaien, een ballon op hun neus laten balanceren, tegelijkertijd blaffen., enzovoorts.

Ontknoping.
Dan begint de leeuw hard te brullen. Iedereen schrikt! De honden kijken verbaasd. De leeuw rolt met zijn spierballen en doet zijn kunsten. Wat was er gebeurd? Leo is verliefd op een van de honden en hij doet heel stoer! De circushond vindt Leo ook heel erg leuk, en zwaait een beetje verlegen.

De leeuwentemmer houdt de hoepel omhoog en zegt:  Kom op, Leo! Leo gromt een keer stoer en eindelijk kan de voorstelling gegeven worden. De circushonden klappen.

Afsluiting.
Advies ter afsluiting:  draai een vrolijk muziekje en laat de verschillende mensen en dieren die in het circus wonen de revue passeren door ze te benoemen en dan vrij te laten uitbeelden.

Iedereen zit verspreid op de grond. Vertel dat alles goed komt met Leo en de hond waar hij zo verliefd op is en dat iedereen nog lang en gelukkig leeft.

Einde.

Spiekbrief. Deze symbolen staan in je spiekbrief:

« Prev Next »

Leerkrachtscherm

Leerkrachtscherm

Dramaland

  • Twitter
  • Facebook

Designed by Luke McDonald & Powered by WordPress