Vertelpantomime: Vertelpantomime is een werkvorm waarbij je een verhaal vertelt dat synchroon aan de vertelling wordt uitgebeeld door de kinderen. Kijk in het leerkrachtscherm voor verdere uitleg.
A: vertel coachend, bijvoorbeeld: de kabouters staan op, wrijven in hun ogen –goed zo kabouters- en kammen hun baardjes en staartjes. Ze doen hun raam open…
B: zet een streep op de grond voor de hoofdpersoon of hoofdpersonen als veilige zone voor enthousiaste andere personages in het verhaal.
C: vertel met dialogen (spreekteksten).
D: doe gebaren e.d. mee zodat het duidelijk is wat je bedoelt.
Benodigdheden: pet voor jou (dierendokter), hoofddeksel koe (zie hier onder).
Print de lesopzet inclusief spiekbrief.
Tip: vertel zonder papier in je handen, print de spiekbrief uit en hang die ergens neer zodat je je handen vrij hebt.
Warming up:
Spelvraag 1: Welke boerderijdieren bestaan er allemaal? (laat een aantal antwoorden klassikaal uitspelen).
Suggesties: kippen, varkens, paarden, koeien.
De kinderen zitten aan de kant. Kies een kind uit die als koe Berta de les zal gaan doen en geef het hoofddeksel.
De start: oe, waar is m’n boeh?
Uitbeelden terwijl jij vertelt. Vertel dat Berta heerlijk heeft geslapen en ’s ochtends wakker wordt van het geluid van de vogels. Vertel dat ze zich uitrekt en ook geluid wil maken, maar ze zich niet kan herinneren welk geluid ze ook alweer maakt! Ze denkt na, loopt een rondje maar komt er niet op.
Rolgroep 1: de eenden.
Iedereen behalve Berta gaat zich denkbeeldig omkleden: doe je snavel op, je verknal aan, fladder eens met je vleugels.
Spelvraag 2: wat doen eenden eigenlijk de hele dag ?(laat een aantal antwoorden klassikaal uitspelen). Suggesties: kwetteren, broeden, vliegen, met hun hoofd onder water eten zoeken…
Vertel dat Berta aan de eenden vraagt wat voor geluid ze maken, ze is haar eigen geluid kwijt en misschien heeft ze hetzelfde geluid als de eenden. De eenden kwetteren en kijken Berta aan. Berta probeert het maar het staat raar, een koe die zo kwaakt. Ze zwaait, de eenden zwaaien terug (en gaan terug naar hun plaats). (zet je pet op) In de verte loopt de dierendokter. Misschien moet ze aan haar vragen wat er mis is? Maar de dokter heeft het vast druk. Ze probeert geluid te maken maar er komt niks.
Rolgroep 2: de varkens.
Iedereen behalve Berta gaat zich denkbeeldig omkleden: doe je krulstaart op, je platte neus aan, je varkensbeentjes aan.
Spelvraag 3: wat doen varkens eigenlijk de hele dag ?(laat een aantal antwoorden klassikaal uitspelen). Suggesties: knorren, wroeten, rollen in de modder, eten…
Vertel dat Berta aan de varkens vraagt wat voor geluid ze maken, ze is haar eigen geluid kwijt en misschien heeft ze hetzelfde geluid als de varkens. De varkens knorren en kijken Berta aan. Berta probeert het maar het staat raar, een koe die zo knort. Ze zwaait, de varkens zwaaien terug (en gaan terug naar hun plaats).
Vertel dat Berta nog eens wat gras eet en gaat liggen. Ze doet haar mond eens open maar er komt niks.
Rolgroep 1: de paarden.
Iedereen behalve Berta gaat zich denkbeeldig omkleden: doe je hoeven aan, doe je paardenstaart in, doe je paardengebit in.
Spelvraag 4: wat doen paarden eigenlijk de hele dag ?(laat een aantal antwoorden klassikaal uitspelen). Suggesties: hinniken, grazen, galopperen, springen…
Vertel dat Berta aan de paarden vraagt wat voor geluid ze maken, ze is haar eigen geluid kwijt en misschien heeft ze hetzelfde geluid als de paarden. De paarden hinniken en kijken Berta aan. Berta probeert het maar het staat raar, een koe die zo hinnikt. Ze zwaait, de paarden zwaaien terug (en gaan terug naar hun plaats). (zet je pet op) In de verte loopt de dierendokter. Misschien is ze ziek en moet ze echt naar de dokter? Ze probeert geluid te maken maar er komt niks.
Ontknoping:
Iedereen behalve Berta gaat zich denkbeeldig omkleden als koe: koeienbenen aan, koeienvlekken op, horens op. Laat ze aan de andere kant van het lokaal op de grond zitten.
Vertel dat Berta verdrietig op de grond gaat zitten en bijna moet huilen. Vertel dat ze heel In de verte een bekend geluid hoort: een heel bekend geluid. Berta staat op en gaat op het geluid af. En daar ziet ze allemaal familie! En ze loeien: boeh! En Berta loeit vrolijk mee.
Afloop.
Eventueel zingen de koeien een liedje in koeientaal (Boeh in plaats van de woorden).
Einde.

