Werkvorm(en): tableaus.
Activiteit: de kinderen verzinnen tableaus van een reddingsactie en presenteren die aan elkaar.
Benodigdheden: fluitje o.i.d. om het spel te ‘bevriezen’.
Print de lesopzet inclusief opdrachtkaarten.
Inleiding.
De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat jullie in deze les tableaus gaan maken, z.g. ‘levende foto’s’. Ga ter illustratie als standbeeld staan, bijvoorbeeld als iemand die om hulp roept.
Warming up klassikaal.
Instructie: Je krijgt straks spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met een klasgenoot. Als het fluitje klinkt ‘bevries’ je zoals je op dat moment bent, het is absoluut niet de bedoeling dat je ook maar iets beweegt na het fluitje.
Spelopdrachten: je blust een brand, je duwt een auto, je roeit, je tilt iets zwaars op, je trekt aan een touw.
Warming up klassikaal.
De groep zit in hoefijzeropstelling.
Instructie: ik benoem straks een plek. Als je als eerste in een tableau wil komen staan steek je je vinger op en ben je het eerste standbeeld. Als je het kan aanvullen waardoor het plaatje completer wordt steek je je vinger op en kom je als tweede standbeeld erbij staan. Zo vullen we het aan tot het plaatje compleet is.
Opdrachten: het strand, een cruiseschip, het ziekenhuis, een kermis, een circus.
Kern.
De groep zit in hoefijzeropstelling
Instructie: Op de voorpagina van een krant staan vaak spectaculaire foto’s. Jullie gaan drie ‘tableaus’ (z.g. ‘uitgebeelde foto’s’) maken waarin we reddingswerkers aan het werk zien. De plek waar de reddingsactie plaatsvindt verschilt per werkgroep.
Bespreek kort de aandachtspunten op de opdrachtkaarten. Maak werkgroepen en deel de opdrachtkaarten uit. Zie bijlage 1 voor een voorbeeldopdracht.
Opdrachten: het water, onderzeese grot, bergen, brandend gebouw, lift, pretpark.
Opmerking: Bij het uitvoeren in de leskern, sluit het publiek steeds de ogen terwijl de spelers de tableaus klaarzetten. Jij geeft het teken waarop het publiek mag kijken.
Bijlage 1:
De reddingsactie.
Op de voorpagina van een krant staan vaak spectaculaire foto’s. Jullie gaan drie ‘tableaus’ (z.g. ‘uitgebeelde foto’s’) maken waarin we reddingswerkers aan het werk zien. De plek waar de reddingsactie plaatsvindt verschilt per werkgroep.
De plek van jullie reddingsactie: een bus op z’n kant (dit voorbeeld zit niet bij de opdrachten dus je kunt dit klassikaal bespreken).
Tableau 1: mensen in nood.
Tableau 2: de reddingsactie.
Tableau 3: de afloop.
Extra (alleen als je eraan toe komt):
Tableau 3: de reddingsactie gaat bijna fout. Wat nu tableau 3 is (de afloop) wordt dan tableau 4.
Let op: sta helemaal stil en zorg er voor dat er geen geweld in voor komt. De reddingsactie slaagt, er sterft dus niemand.