Werkvorm(en): pantomime.
Activiteit: De kinderen verzinnen een pantomimepresentatie over een reiswijze en presenteren die aan elkaar.
Print de lesopzet inclusief opdrachtkaarten.
Inleiding.
De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat jullie in deze les pantomime gaan spelen. Speel ter illustratie van de werkvorm alsof je rolschaatsen onderbindt, rolschaats een stukje door het lokaal.
Vermeld dat je bij deze werkvorm niet mag praten en geen echte spullen mag gebruiken.
Warming up klassikaal.
De groep zit verspreid in het lokaal.
Instructie: Je krijgt straks spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met een klasgenoot. De opdrachten hebben te maken met verschillende manieren van reizen.
Spelopdrachten: je zit voor op een paardenkoets, in een raceauto, op een fiets, in een vliegtuig, in een roeiboot.
Geef kinderen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen.
Warming up tweetallen.
De groep zit in tweetallen in het lokaal op de grond, ze bepalen wie A is en wie B.
Instructie: Ik zeg waar A als eerste gaat reizen, A verzint zelf hoe hij gaat reizen. Daarna is B aan de beurt, die krijgt een andere plek waar hij moet reizen en kiest ook zelf hoe hij dat gaat doen. Je tegenspeler raadt op welke manier jij aan het reizen bent. Je mag geen geluid maken bij deze werkvorm.
Categorieën: in de lucht, in het water, in de ruimte, in de woestijn, op de Noordpool, in de bergen, onder water.
Kern.
De groep zit in hoefijzeropstelling
Instructie: Jullie krijgen zo in werkgroepen de opdracht om een pantomimepresentatie te maken waarin jullie op reis gaan. Op de opdrachtkaart staat een probleem dat jullie moeten oplossen.
Opdrachten: auto, luchtballon, tandems, hondenslee, te paard.
Bespreek kort de aandachtspunten op de opdrachtkaarten, zie bijlage 1 voor een voorbeeldopdracht. Maak werkgroepen en deel de opdrachtkaarten uit.
Bijlage 1: (dit voorbeeld zit niet bij de opdrachten dus je kunt het klassikaal bespreken).
Jullie reizen per skateboard
Spelregels:
• Jullie skateboard gaat er vandoor: los het op.
• Pantomime: niet spreken, geen echte voorwerpen gebruiken.
• Zorg dat er geen geweld in jullie presentatie voorkomt.