Creëer en Leer DRAMA
Previous Next
  • Dramalessen per groep
    • Dramalessen voor groep 1
    • Dramalessen voor groep 2
    • Dramalessen voor groep 3
    • Dramalessen voor groep 4
    • Dramalessen voor groep 5
    • Dramalessen voor groep 6
    • Dramalessen voor groep 7
    • Dramalessen voor groep 8
  • Abonnementen
    • Abonnementen
  • Trainingen
  • Gratis lessen
  • Een dramamethode kiezen
  • Contact

Mijn held!

  • 29/06/2011
  • Holger
  • · Groep 8

Werkvorm(en): pantomime.
Activiteit: De kinderen verzinnen een pantomimepresentatie over een held en presenteren dat aan elkaar.
Opmerking: in de kernopdrachten zijn de helden vooraf gegeven, je kan er voor kiezen om dit door de kinderen zelf te laten bepalen. 
Print de lesopzet inclusief opdrachtkaarten.

Inleiding.
De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat jullie in deze les pantomime gaan spelen. Speel ter illustratie van de werkvorm alsof je bij een pinautomaat geld wil opnemen. Je bent echter je pincode vergeten. Bepaal zelf of je je pas laat innemen door het pinautomaat of dat je de derde keer toch de juiste code intoetst.
Vermeld dat je bij deze werkvorm niet mag praten en geen echte spullen mag gebruiken.

Warming up klassikaal.
De groep staat verspreid in het lokaal.
Instructie: Je krijgt straks spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met een klasgenoot.

Spelopdrachten:  je staat voor je huis maar bent je sleutel kwijt, je probeert in te breken. Je laat een hond uit, maar die is nogal wild. Je bent verdwaald in een enge buurt. Je moet een koffer tillen maar hij is te zwaar. Je doet je broodtrommel open, er zit in spin in.

Geef kinderen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen.

Warming up tweetallen.
De groep zit in tweetallen in het lokaal op de grond, ze bepalen wie A is en wie B.

Instructie: A heeft hulp nodig, B komt helpen. Verzint een situatie waarbij iets kapot gaat, hij bang is, iets nodig heeft of echt gered moet worden, maar zegt vooraf niets tegen B. B kijkt er naar en biedt tegenspel wanneer de situatie daarom vraagt.

Doe dit een keer voor met een kind voordat de kinderen in tweetallen aan de slag gaan. Loop bijvoorbeeld over straat, je blijft met je voet ergens in steken. Het kind kan tegenspel bieden door je los te maken. De kinderen gaan staan, verzinnen verder zelf hun spelsituaties en wisselen zo lang om totdat je aangeeft dat ze op hun plek mogen gaan zitten. Vermeld nogmaals dat je bij deze werkvorm niet mag praten en geen echte spullen mag gebruiken.

Kern.
De groep zit in hoefijzeropstelling
Instructie: Jullie krijgen zo in werkgroepen de opdracht om een pantomimepresentatie te maken waarin een held centraal staat. Een heldendaad hoeft niet heel groot te zijn (het plegen van een telefoontje kan een heldendaad zijn) maar het kan natuurlijk wel. De helden in deze opdracht vliegen niet met een cape door de lucht en er wordt niet enorm gevochten.

Opdrachten: een strandwacht, een oud omaatje, een kind, een hond, een leerkracht (juf of meester). Bespreek kort de aandachtspunten op de opdrachtkaarten. Zie bijlage 1 voor een voorbeeldopdracht. Maak werkgroepen en deel de opdrachtkaarten uit.

Bijlage 1: (dit voorbeeld zit niet bij de opdrachten dus je kunt het klassikaal bespreken).

Mijn held!

Helden vliegen in het echte leven niet door de lucht, zijn niet altijd mannen of mensen en kiezen er ook niet altijd voor om een held te zijn.

1: een normale situatie waarin niks aan de hand is. De rol die straks de held zal zijn is al wel in beeld.
2: er ontstaat gevaar waarbij een heldendaad gewenst is.
3: de held redt de mensen of de persoon in gevaar.
4: de held wordt bedankt.

Jullie held: een hond.

  • Pantomime: niet spreken, geen echte voorwerpen gebruiken.
  • Zorg dat er geen geweld in jullie presentatie voorkomt.
  • Wat heb je in je hand? Hoe mime je dat?

Nabespreken van een presentatie bij drama »

Een nabespreking van een presentatie bij drama bestaat uit 3 aspecten:
1: De opdracht. Bijvoorbeeld: Hoe probeerde de sporter vals te spelen?
2: Iets dat het competente gevoel stimuleert, zoals een publiekscompliment. Bijvoorbeeld: ‘Publiek, benoem een sterk moment uit deze presentatie’.
3: Het spel. Dit doe je naar aanleiding van pictogrammen (aandachtspunten). Onderaan het klassenmenu staat een link naar het leerkrachtscherm, daar staan de pictogrammen. Je kan ze daar ook uitprinten. Zonder het werken met aandachtspunten verklein je de kans op spelontwikkeling en inzicht, het is dus erg belangrijk om de pictogrammen te gebruiken. Voorbeeldvraag: ‘Waar was er sprake van een heldere gezichtsuitdrukking?’

Behandel op tempo deze 3 aspecten. Wil je vakdidactisch correct nabespreken maak dan een notitie op je lesopzet voordat je de les geeft.

Wil je iets kwijt over deze les?
Een aanvulling, idee, opmerking over deze les? Heb je een foutje gezien, of wil je ons laten weten hoe de les is gegaan: vul onderstaand formulier in. We zijn blij met iedere reactie, het helpt ons om de kwaliteit te waarborgen die je van ons gewend bent.

« Prev Next »

Leerkrachtscherm

Leerkrachtscherm

Dramaland

  • Twitter
  • Facebook

Designed by Luke McDonald & Powered by WordPress