Luc Stevens publiceerde vanaf 1994 over de drie basisbehoeften:
A: Autonomie.
B: Competentie.
C: Relatie.
In deze blog wil ik de betekenis van drama koppelen aan die beroemde basisbehoeften.
Ad a: Autonomie.
Kinderen mogen zelf in hoge mate beslissingen nemen bij drama. Bij kleuters bij het antwoorden op spelvragen en hoe ouder het kind wordt hoe meer de structuur van de opdrachten wel wordt gegeven, maar de inhoud nog in te vullen is. Tevens is in de opzet van de tweetallen warming up vaak ruimte voor eigen invulling van de opdracht. Niet alleen in de lesinhoud maar ook in bijvoorbeeld ook in de repetitiefase is er sprake van autonomie: wie speelt welke rol en hoe gaan we de opdracht aanpakken? Een kind zal bij drama altijd geneigd zijn zelf zijn rol en invulling van het spel te kiezen.
Door het kind autonomie te geven wordt zowel de creativiteit als het gevoel van competentie gestimuleerd.
Ad b: Competentie.
De leerkracht stimuleert het gevoel van competent zijn door een opbouwende benadering en applaus als regel in te stellen.
Maar ook door een gedegen warming up te verzorgen waardoor kinderen vaardigheden oefenen alvorens ze toe te passen, en een juiste nabespreking te voeren. Je mag stellen dat de gedegen warming up cruciaal is voor het gevoel van competentie: opgedane spelvaardigheden uit de warming up worden direct in de kern toegepast wat een competent gevoel oplevert. Dramalessen van twijfelachtige websites of uit verouderde methodes voldoen vaak niet aan de opbouw zoals in paragraaf 4.3 is beschreven, wat veelal ten koste gaat van het competente gevoel dat nodig is om te kunnen groeien in dit vak.
Hanteer de uitspraak ‘succes vergroot de kans op succes, falen vergroot de kans op falen’ . Wanneer je drama op een juiste wijze begeleidt zit het element ‘competentie’ dus in de organisatie van je les (o.a. warming ups, applausregel) en in je opbouwende benadering.
Ad c: Relatie.
Drama is in een tijd van verregaand individueel leren een prima bindmiddel voor je groep. In de organisatie enerzijds: kinderen werken samen met een klasgenoot (warming up tweetallen) en gaan banden aan met kinderen buiten de eigen sociale kring (repetitiefase). Maar ook de waardering die uit de feed back spreekt stimuleert de onderlinge relatie tussen kinderen. Kinderen kijken met andere ogen naar elkaar bij drama: ongeacht waar je op de sociale ladder staat, of welke cognitieve vaardigheden je wel of juist niet bezit kun je een dramaspecialist zijn. Sociale veiligheid kunnen creëren staat hierin centraal, en daarmee ook de relatie die jij met je groep hebt. Ben je in staat sociale veiligheid te creëren dan werkt dat al positief op de relatie met de groep, ze voelen zich immers veilig onder je vleugels. Vanuit het basisonderwijs komt regelmatig het signaal dat drama vaker wel dan niet een positief effect heeft op de relatie leerkracht-groep. Dit omdat kinderen het doorgaans prettig vinden om een dramales te volgen en hierdoor sneller geneigd zijn zich naar de regels van de leerkracht (in opleiding) te voegen. De positieve ervaring wordt tevens gekoppeld aan de leerkracht in kwestie. Drama geven geeft je de kans om kinderen te inspireren door middel van voordoen, anekdotes en verhalen en het geven van pakkende inleidingen wat ook weer positie werkt op de relatie met de groep.
Wat moet je met deze informatie? Door je bij drama bewust te zijn van de basisbehoeften ga je kindgerichter begeleiden. Daar knapt niet alleen het kind van op, maar ook je eigen gevoel competent te zijn. Een win-win situatie!