Werkvorm(en): tableaus.
Activiteit: de kinderen verzinnen tableaus van een filmgenre en presenteren die aan elkaar.
Benodigdheden: fluitje o.i.d. om het spel mee te ‘bevriezen’.
Deze les bestaat ook als tableaules met vertellen, klik hier om die in te zien.
Print lesopzet en opdrachtkaarten
Inleiding.
De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat jullie in deze les tableaus gaan maken, z.g. ‘levende foto’s’. Ga ter illustratie als standbeeld staan, bijvoorbeeld als iemand die aan zwaard vechten doet.
Warming up klassikaal.
Instructie: Je krijgt straks spelopdrachten, voer die uit zonder contact te maken met een klasgenoot. Als het fluitje klinkt ‘bevries’ je zoals je op dat moment bent, het is absoluut niet de bedoeling dat je ook maar iets beweegt na het fluitje.
Spelopdrachten: je loopt en kijkt als een piraat ie een schat zoekt, begin te graven, je haalt er een kist uit, bepaal zelf wat er in de kist zit.
Bevries ze steeds door op je fluitje te blazen.
Warming up tweetallen.
De groep zit in tweetallen in het lokaal op de grond, ze bepalen wie A is en wie B.
Instructie: Er zijn talloze speelfilmfiguren, van helden tot slechterikken. Jullie gaan straks om beurten in een standbeeld als een soort speelfilmfiguur, de ander raadt om wat voor soort filmfiguur het gaat.
Doe dit een keer voor, ga bijvoorbeeld als een superheld staan en vraag aan de klas wat ze denken dat het is. Ze wisselen zo lang om totdat je aangeeft dat ze weer mogen gaan zitten.
Kern.
De groep zit in hoefijzeropstelling
Instructie: Voor en achterop DVD-hoesjes staan vaak foto’s waaraan je kan zien wat er in de film gebeurt. Jullie krijgen in werkgroepen de opdracht om twee* tableaus te maken van een soort film, een z.g. ‘filmgenre’.
Opdrachten: Piratenfilm, monsterfilm, ridderfilm, politiefilm, superheldfilm, Western.
Bespreek kort de aandachtspunten van de pictogramkaart of herhaal ze van de Drama-tv uitzending. Maak niet meer dan 5 (!) werkgroepen en deel de afbeeldingen uit.
Opmerking: Bij het uitvoeren in de leskern, sluit het publiek steeds de ogen terwijl de spelers de tableaus klaarzetten. Jij geeft het teken waarop het publiek mag kijken.
* Als ze geoefend zijn in het maken van tableaus laat dan drie tableaus voorbereiden.
Nabespreken van een presentatie bij drama »
Een nabespreking van een presentatie bij drama bestaat uit 3 aspecten:
1: De opdracht. Bijvoorbeeld: Om welke filmgenre gaat het hier?
2: Iets dat het competente gevoel stimuleert, zoals een publiekscompliment. Bijvoorbeeld: ‘Publiek, benoem een sterk moment uit deze presentatie’.
3: Het spel. Dit doe je naar aanleiding van pictogrammen (aandachtspunten). Onderaan het klassenmenu staat een link naar het leerkrachtscherm, daar staan de pictogrammen. Je kan ze daar ook uitprinten. Zonder het werken met aandachtspunten verklein je de kans op spelontwikkeling en inzicht, het is dus erg belangrijk om de pictogrammen te gebruiken. Voorbeeldvraag: ‘Waar was er sprake van een heldere gezichtsuitdrukking?’
Behandel op tempo deze 3 aspecten. Wil je vakdidactisch correct nabespreken maak dan een notitie op je lesopzet voordat je de les geeft.
Wil je iets kwijt over deze les?
Een aanvulling, idee, opmerking over deze les? Heb je een foutje gezien, of wil je ons laten weten hoe de les is gegaan: vul onderstaand formulier in. We zijn blij met iedere reactie, het helpt ons om de kwaliteit te waarborgen die je van ons gewend bent.